5 JUNI 2003 136 De VOORZITTER Escher was wel een man. De heer BOER Een Neen, ik versta het niet goed, sorry. De VOORZITTER Escher was wel een man. De heer BOER Ja, maar zijn producten waren de moeder van de grafiek. Ik had verwacht dat u dat onmiddellijk zou begrijpen en ik denk ook wel dat u dat heeft begrepen. Wij vinden het buitengewoon triest dat er Es- chers zijn verkocht. En dan kan de directie van de Beyerd zeggen: het is de vijfentwintigste serie en ze hebben er eigenlijk maar heel weinig voor geboden, dus ze waren niet zoveel waard, maar het is ge woon de grafiek als zodanig, en als je dat aan het hart ligt, is het heel erg wrang dat je dan Eschers gaat verkopen om een nieuwe collectie te verzamelen, met daarbij dan nog de vraag, waarop ik he laas geen antwoord heb gekregen, of de collectie verkocht mocht worden, want er zaten ook schen kingen bij. Wij hebben vorige keer in de commissie gevraagd wat daarop het antwoord is. Wij hebben dat helaas nog niet gekregen. Als er schenkingen zijn gedaan, dan zijn ze aan de raad gedaan en dan heeft alleen de raad erover te beslissen of ze verkocht worden. Ik heb daar nog steeds geen antwoord op gekregen en ik zou dat graag beantwoord willen hebben. Aan de andere kant is het zo dat als ze verkocht zijn voor fondsvorming, het nog steeds aan de raad is om te bepalen of dat geld ook aan dat fonds wordt toegewezen, want dat budgetrecht heeft de raad nog steeds en u zult daarmee naar de raad moeten komen. Zojuist zei ik: stel dat de Beyerd een succes was gebleven, dan was het Grafisch Museum er nooit geweest en dan hadden we nooit 30 miljoen gulden, 13 miljoen euro, hoeven uit te geven. Nu we dat dus wel gaan doen, omdat de Beyerd niet kan zijn wat het had kunnen zijn en we er dus een Grafisch Museum van maken, is het buitengewoon wrang datje vandaag in de krant leest dat het reconstructieproject de Heuvel niet doorgaat. Als we geen Grafisch Museum hadden gemaakt, maar gewoon een goeddraaiend museum in stand hadden gehouden, dan hadden we dat geld daar prima voor kunnen gebruiken. Als je dan toch die keuze maakt, en eigenlijk is het een overbodige keuze want er is een museum maar dat moet worden omgebouwd tot een ander museum en dat kost dan 13 miljoen euro, én er is een heel belangrijke reconstructie van een heel belangrijke wijk, waarvan toch iedereen zegt dat men daar hart voor heeft, die dan niet doorgaat, dan is dat gewoon een wrange keuze die wij niet verkocht krijgen aan de burgers. En wij vinden dat buitengewoon slecht. Er is al een paar keer gezegd, en door de heer Snier als laatste spreker, dat men het jammer vindt dat de burgers zo laat zijn gekomen met hun initiatief. De burgers hebben herhaalde malen aangegeven dat zij ten aanzien van een heleboel zaken betrokken zijn in een stadium, dat De heer SNIER Mijnheer Boer, dan heeft u mij misverstaan. Ik heb aangegeven dat ik het jammer vind dat er vanuit de gemeente zelf niet proactiever, constructiever en sneller is meegedacht met de alternatieven die bij voorbeeld door de Klankbordgroep Monumenten zijn aangereikt. En als dat proactiever en construc tiever was gedaan, dan had ik de overtuiging gehad dat we in de commissievergadering betere dis cussies hadden kunnen voeren, waardoor allerlei misverstanden hier niet waren ontstaan. Dat was de portee van mijn verhaal. De heer BOER Dan heb ik u precies begrepen, maar ik heb het wat anders vertaald. De burgers gaven aan dat zij heel laat bij dit project zijn betrokken en dat zij dat betreuren, en u betreurt dat ook. Dat is toch precies hetzelfde? Als de burgers er eerder bij betrokken waren, dan waren ze eerder met alternatieven ge komen, en datgene wat u aangeeft is: als ze eerder met alternatieven waren gekomen, dan was daarmee op een gegeven moment rekening gehouden. Maar dat proactieve beleid naar de burgers toe is in Breda nog heel slecht ontwikkeld, hoewel, bij andere terreinen zoals de Spoorzone zijn ze wel in een vroeg stadium betrokken, maar bij het Grafisch Museum, ik wil het de afbraak van de Beyerd noemen, zijn ze niet of nauwelijks betrokken én in een veel te laat stadium. Naar aanleiding van dat gene waarmee ze zijn gekomen, zijn wij dan zo soepel dat we zeggen: oké, we hebben nog geen definitief besluit genomen, dat doen we pas vanavond, dus we kunnen nog terug. En daarom hebben we heel intensief gewerkt. Nogmaals, we zijn de grote partijen erkentelijk dat ze de mogelijkheid heb ben gegeven om de zaak nog een keer echt goed door te rekenen, maar wij betreuren het dat jullie op een gegeven moment toch met de berekening van de gemeente zijn meegegaan, omdat wij heel dui delijk hebben aangegeven dat daarin grote gaten zitten en ook de VAK heeft dat heel duidelijk aange geven. Wij hebben dan toch min of meer het gevoel dat verleden keer toch een beetje is gehuild voor de publieke tribune en dat zou ik buitengewoon jammer vinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 14