5 JUNI 2003 140 zaklocatie. Ik zal ze hier niet meer herhalen. Er is nog gevraagd naar het antwoord dat wethouder Adank de commissie schuldig was over de kunstwerken. Ik heb daarop vanmiddag ambtshalve een antwoord gekregen. Dus ik hoef daar verder niet meer op aan te sturen. Ik wil er bij de fracties in deze raad op aandringen om, alvorens tot verdere besluitvorming te komen, de locatiestudie van de Klank bordgroep en de bewonersorganisaties op hetzelfde niveau te laten uitwerken als de Beyerdlocatie, want dat zal een meer afgewogen keuze ten goede komen, waarbij het wellicht aanbeveling verdient dit te laten doen door onafhankelijke deskundigen. Voorzitter, ik wil daarvoor bijgaande motie bij u indienen die mede is ondertekend namens de fracties Leefbaar-Breda/Parel van het Zuiden en GroenLinks. De VOORZITTER Door de heer Schoenmakers is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is vol doende ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De door de heer Schoenmakers, namens de fractie Breda '97 en medeondertekend door de fracties Leefbaar-Breda/Parel van het Zuiden en GroenLinks, ingediende motie luidt als volgt: MOTIE (1) De leden van de raad der gemeente Breda, gelet op artikel 37 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad; stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 5 juni 2003 ter behandeling van het voorstel van burgemeester en wethouders inzake het voorlopig ontwerp Museum voor Grafische Vormgeving; Overwegende dat: 1. er een alternatief plan is ingediend door de Klankbordgroep Monumenten en vijf bewonersorgani saties uit het Stadshart voor de locatie Vlaszak (SAW-gebouw); 2. de uitwerking van het plan voor verbouwing van de Beyerd inhoudt dat het gebouw gedeeltelijk gesloopt moet worden waardoor waardevolle historische verworvenheden verloren dreigen te gaan; 3. een Grafisch Museum aan de Vlaszak een grotere uitstraling heeft; 4. ook de Rijksdienst voor de Monumentenzorg aangeeft dat het verloren gaan van de zorgvuldige achterbouw als een verlies voor het Bredase monumentenbestand moet worden beschouwd; draagt het college op om: de locatiestudie van de Klankbordgroep en de bewonersorganisaties te laten uitwerken op hetzelfde niveau als de Beyerdlocatie teneinde te komen tot een zo verantwoord mogelijke locatiekeuze; en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer AKINCI Dit is de eerste keer dat ik hier sta. De VOORZITTER Proficiat. De heer AKINCI Ik zat me net te bedenken of we deze vergadering niet beter in het Chassé Theater hadden kunnen laten plaatsvinden, daar waren in ieder geval voldoende zitplaatsen geweest en ik heb af en toe het idee dat de kluchten daar ook beter thuishoren dan hier in de raadzaal. Waarom zegt ik dat? Omdat ik het idee heb dat deze raad zichzelf niet helemaal serieus neemt. Als ik terugdenk aan het besluit van, volgens mij, bijna een jaar geleden, de datum is zojuist nog genoemd, waarin wij moesten kiezen tus sen vier varianten waarvan twee Beyerdvarianten, een met sloop en een met artotheek sorry, een met sloop zonder artotheek en een zeg ik het nou goed? Ik zeg het niet goed, hè Mattie, sorry, mevrouw Boidin? Een zonder artotheek, wat in dit geval met dit plan niet het geval is, en een waarbij niet gesloopt zou worden, wat in dit plan ook niet het geval is. Wij hadden toen gekozen voor het plan zonder sloop, en daar zijn we later op teruggekomen, omdat de wethouder een accentplan had uitge werkt, zo werd het toen genoemd, waarbij toch de achterbouw van de Beyerd zou moeten worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 18