5 JUNI 2003 143 king in de stad, verenigd in bijvoorbeeld de gezamenlijke wijkgroeperingen in het centrum en de Klankbordgroep Monumenten. De heer BOER Een kort vraagje. U was toch ook wel akkoord gegaan met deze motie als die meerderheid er niet was om het door te laten gaan? De heer KWISTHOUT Jawel. Neen, wacht even, u brengt mij van mijn apropos. Wij gaan niet akkoord met de investering. Op het moment dat het voorstel niet wordt aangenomen is er geen sprake meer van een locatie en ook geen sprake van een alternatieve locatie en is de motie niet meer aan de orde. Dus mijn punt is, ge geven het feit dat De heer BOER Maar u zei op een gegeven moment: omdat de meerderheid inmiddels voor het project is en het toch zal doorgaan, is dat voor u ook een extra reden om dit voorstel te ondersteunen. En dat snap ik niet. De heer KWISTHOUT Neen, omdat de meerderheid van de raad sowieso die investering wenst te doen. Gegeven het feit dat die investering sowieso wordt gedaan, vinden wij dat een alternatieve locatie ook moet worden onder zocht. Vandaar dat wij zeggen: wij zullen de motie wel steunen, maar wij vinden het om de reeds ge noemde reden zuiver om die niet mede te ondertekenen. De VOORZITTER Maar u loopt het risico, althans het risico, het is een feit dat een motie altijd eerder in stemming wordt gebracht dan het voorstel zelf. Maar u merkt de stemming. De heer KWISTHOUT Ja, ik bemerk een bepaalde tendens dat een meerderheid van de raad De VOORZITTER Ja, dan hebben we elkaar goed begrepen. Oké. De heer KWISTHOUT Inderdaad. Zeker met de cijfers die de afgelopen week op ons zijn afgekomen vanuit verschillende kampen en de kritiek op elkaar over de juistheid en correctheid van die cijfers, zouden wij het toch wel zeer zinvol vinden om externen naar die cijfers te laten kijken en een duidelijk standpunt daarover te geven. Dat maakt het voor ons wat inzichtelijker, want zo erg thuis in dit soort financiële materie ben ik ook niet om die twee voorstellen op hun merites te kunnen beoordelen. Het laatste punt dat ik toch nog even wil aanhalen, ik heb dat in de commissievergadering ook gedaan, is de campagne die na mens het college reeds is gevoerd terzake de 80.000 folders en affiches die zijn verspreid in de stad. Natuurlijk mag een college zijn beleid in de stad bekend maken, er is ook niets op tegen dat het zich profileert en dat het zegt: wij zijn van plan om dit te gaan doen, wij vinden dat heel erg mooi, vindt u dat ook? Er is wel iets op tegen als het college duidelijk maakt in een pamflet dat er al iets gebeurt in 2006 waarover de raad nog in drie instanties moet beslissen: vandaag bij de vaststelling van het voorlopig ontwerp, bij de vaststelling van het definitief ontwerp en er moet nog een krediet worden gevoteerd. Dus er zijn nog allerlei momenten waarop de raad kan zeggen: neen, we doen dit niet, we besteden het geld ergens anders aan, of we zetten het Museum voor Grafische Vormgeving op een andere locatie weg, et cetera. Het op die manier presenteren van feiten achten wij niet juist en ik vond het toch wel belangrijk om dat ook hier nog even te verkondigen. De VOORZITTER Daarvan wordt nota genomen. Mevrouw OVERBOOM De fractie D66 is bijzonder ongelukkig met de procesgang zoals die de laatste maand is geweest. Eigenlijk vinden wij dat het zo niet kan. De bewonersorganisaties van de binnenstad hebben al aan gegeven dat zij niet betrokken zijn geweest bij de planvorming rondom de Beyerd. Verder constateren wij dat het communicatietraject rondom het Grafisch Museum al vóór deze raadsvergadering heeft plaatsgevonden en dat kan eigenlijk niet, de raad heeft nog geen besluit genomen om ten aanzien van dit project verder te gaan met de Beyerd. En om dan het Grafisch Museum in de Beyerd al zo weg te zetten, nogmaals, wat ons betreft kan dat niet. Overigens is het natuurlijk wel zo dat in het verleden al een paar keer is bepleit en aan het college is verzocht het Grafisch Museum meer te promoten. Dus in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 21