5 JUNI 2003 145 De heer JOOSSE van de Klankbordgroep Monumenten en van de wijkraden van het centrum voor hun bijdrage en hun positieve opstelling ten aanzien van de komst van een Museum voor Grafische Vormgeving. De VOORZITTER Een interruptie van de heer Boer. De heer BOER Het is een korte opmerking. Ik ben blij dat de heer Joosse inderdaad echt voor zichzelf spreekt en de hele tijd 'ik' zegt, want dat is erg belangrijk. De heer JOOSSE Ik heb niet het gevoel dat ik voor mijzelf spreek, voorzitter, aangezien deze raad, gekozen door de burgers van Breda, al eerder besluiten heeft genomen zoals ik die heb genoemd en aangezien ook partijen die in hun programma duidelijk ook het Museum voor Grafische Vormgeving hebben opgeno men, ook in deze raad zijn gekozen. De heer BOER Ik bedoel het wat anders, voorzitter. Ik bedoel dat iedereen die hier spreekt ten minste namens 1.500 kiezers spreekt. De heer JOOSSE Ik ook, ik ben door meer dan dat aantal gekozen, dat kunt u nagaan, mijnheer Boer. De heer BOER Dat is van D66. De VOORZITTER Dit punt lijkt mij niet zo relevant. Mijnheer Joosse, blijft u bij het onderwerp en ga door. De heer JOOSSE Wat betreft de cijfers, zoals die de laatste weken over tafel zijn gegaan, het volgende. Ik moet zeggen: ik was blij met de notitie die vandaag nog aan ons is toegestuurd, omdat die volgens mij voor iedereen een stuk helderheid biedt waaraan het tot nu toe misschien heeft ontbroken. Ik wil tot slot nog graag aansluiten bij de vragen die al door mevrouw Boidin zijn gesteld waar het gaat om een geactualiseer de exploitatie en de verwachting van het nieuwe Kunstenplan. En ik wil toch ook nog eens stellen dat, wat de communicatie betreft, deze raad al heel lang heeft aangedrongen op een duidelijke communi catie richting de burgers van Breda om het Museum voor Grafische Vormgeving onder de aandacht te brengen, en het is goed dat nu het college ook voor die aanpak en die brede communicatie heeft ge kozen. Het is wel van het grootste belang dat ook in de toekomst de vinger door de raad aan de pols wordt gehouden waar het gaat om de verdere uitvoering van dit project. Daarom wil ik me ook graag aansluiten bij de vraag van de heer Snier wat betreft de eventuele toekomstige status van de achter- bouw van de Beyerd. Wethouder AD ANK Ik zal proberen in te gaan op de opmerkingen en de vragen van de fracties, hoewel ik heb gemerkt dat er nu toch een aantal stemverklaringen zijn gegeven naar aanleiding van de vragen en opmerkingen die in de uitbundige commissievergadering van antwoord zijn voorzien. Als u goed kijkt kunt u de ge detailleerde beantwoording ook terugvinden in de uitgebreide verslaglegging van de commissieverga dering. Ik dank u overigens voor uw opmerkingen. Dat geldt voor heel de raad en voor uw al of niet positieve betrokkenheid bij dit project. Van dit project, met een dergelijke uitstraling en een dergelijke omvang, hebben we eerder gezegd dat het vanaf 2000 tot de grote projecten van deze stad behoort, en dat we daarmee zouden proberen om het ambitieniveau op een aantal terreinen van wonen, wer ken, zorg en cultuur van kwaliteit te voorzien. Dat geldt ook voor cultuur. We hebben toen, als een van de weinige steden in dit land, cultuur daaraan toegevoegd, en wij zullen die toezegging ook waarma ken, omdat kunst en cultuur zeker in deze samenleving van onschatbare waarde zijn, en daar dient, naar de opvatting van het college, een Museum voor Grafische Vormgeving met de status die het voor de provincie Noord-Brabant heeft, het is het enige nationale wat we in deze provincie hebben, aan bij te dragen. Dat zo'n project ook op tegenstand, op irritatie en op verontrusting stuit, is all in the game. We hebben steeds geprobeerd om met name ook inhoudelijk daarop in te gaan en die signalen seri eus te nemen. Vanaf het eerste besluit in 1998 tot aan wat u zelf bij raadsmeerderheid heeft besloten binnen het duale stelsel heeft u het college opdracht gegeven om naar aanleiding van het schetsont werp en het geactualiseerde program van eisen, dat volgens de laatste besluitvorming betrekking had

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 23