5 JUNI 2003
168
De heer POSTHUMA
Ik weet dat we haast hebben, maar toch een hele kleine terugblik. Toen per 1 januari de verantwoor
delijkheid werd overgedragen voor de onderwijshuisvesting denk ik dat er in Breda nauwelijks iemand
was die zich realiseerde voor welk een gigantische opgave we daarmee werden gesteld. Weliswaar
werden er gelijktijdig rijksmiddelen overgedragen, maar die stonden in geen enkele verhouding tot het
probleem. In de jaren daarna groeide het inzicht, maar ik denk dat het pas echt duidelijk werd nadat
door DHV een inventarisatie was uitgevoerd, in opdracht van de gemeente, waaruit bleek dat er 119
miljoen euro nodig zou zijn aan investeringen om de onderwijsvoorzieningen op peil te brengen. Ik zou
naïef zijn om te veronderstellen datje een dergelijke klus in één raadsperiode kan klaren. Breda heeft
voor de lopende periode 54 miljoen euro vrijgemaakt, dat is een enorm bedrag, maar in onze opvat
ting zeker gerechtvaardigd, want als je ergens kunt investeren dicht bij mensen of bij mensjes, mis
schien in dit geval, dan is het wel in het onderwijs. Voor de besteding van het bedrag ligt het Investe
ringsplan nu voor ter besluitvorming. De Partij van de Arbeidfractie vindt het een evenwichtig plan.
Ook dat ben ik eens met voorafgaande spreker. Goed afgewogen worden er middelen ter beschikking
gesteld voor capaciteitsuitbreiding, het dak boven het hoofd, maar ook voor de verbetering van techni
sche en functionele kwaliteiten en er worden aanpassingen gedaan ten behoeve van veiligheid en
gezondheid. Daarnaast is er ook nog rekening gehouden met afdekking van risico's en indexering.
Over het plan is uitvoerig overlegd met het onderwijsveld, ook door de commissie SAW, en in die ge
sprekken is in ieder geval inzicht, maar waarschijnlijk ook wel begrip ontstaan voor eikaars standpun
ten. Datgene wat wij er als commissie van hebben kunnen leren is in ieder geval dat overleg met het
onderwijsveld, en een regelmatig overleg, buitengewoon belangrijk is. Ik denk dat we ons dat goed in
de oren moeten knopen en moeten stimuleren. De sfeer werd gaandeweg ook beter, denk ik. Dat mag
ook blijken uit het feit dat in de commissievergadering SAW een van de insprekers op enig moment
zei: we zijn weliswaar niet tot overeenstemming gekomen, maar ik heb groot respect a. voor het bud
get dat ter beschikking is gesteld en b. voor de klus zoals die is geklaard door Breda. Een ander posi
tief punt bijvoorbeeld is dat de besturen van de scholen in Teteringen elkaar wel uitstekend hebben
weten te vinden en met een gezamenlijk standpunt richting gemeente zijn gekomen. En tot slot, dat
het voortgezet onderwijs heeft aangegeven zelf te willen zoeken naar mogelijkheden tot herschikking
van onderwijsruimte. Vanuit het onderwijsveld is het voorstel geopperd om, als uit de monitoring blijkt
dat er delen van het risicobudget zouden vrijvallen, dat geld dan exclusief in te zetten voor de verbete
ring van de functionele kwaliteit. De Partij van de Arbeidfractie is erop tegen om daarover op dit ogen
blik al een beslissing te nemen. Als die situatie zich voordoet dan moet op dat moment worden afge
wogen waaraan het geld wordt besteed. Uiteindelijk zijn er meer speerpunten te bedenken. Ik hoef
alleen de Liduinaschool maar te noemen, maar er zijn ook nog andere zaken die je op dat moment in
weging zou moeten brengen. Bij het voorliggend plan is een doorkijk gevoegd voor de periode 2007-
2010. Je kunt nu geen keiharde garanties afgeven voor een volgende raadsperiode, maar we gaan
ervan uit dat ook een volgende raad zijn verantwoordelijkheid zal nemen. Tot slot. In het plan is voor
de Brede School Noord-Oost een investering voorzien van 1,9 miljoen euro. Ik wil daar op dit ogenblik
verder niets over zeggen. Ik hoop in ieder geval dat die Brede School zo snel mogelijk van de grond
komt. De Partij van de Arbeidfractie hecht er zeer grote waarde aan dat die 1,9 miljoen euro inderdaad
voor dat doel besteed gaat worden en wel op een zo kort mogelijke termijn, want zeker in een her
structureringsgebied is dat van erg groot belang. Resumerend: de Partij van de Arbeidfractie heeft
grote waardering voor het voorliggende plan en steunt het graag. Het is nu zaak om het beschikbare
geld zo snel mogelijk volledig uit te gaan geven.
De heer STUBENITSKY
Wij willen de laatste zin van de heer Posthuma graag herhalen, alleen vervangen we dan Partij van de
Arbeid door Leefbaar-Breda.
De heer SCHOENMAKERS
Breda '97 heeft bijzonder veel waardering voor dit plan, maar vooral ook voor de manier waarop dit
plan is gerealiseerd. De betrokkenheid van het werkveld, zowel in de voorbereidingsfase als tijdens
het besluitvormingstraject is goed geweest. Het is al gememoreerd, ook als commissie en raad heb
ben wij geïnvesteerd in onze contacten met het scholenveld. En als in de krant heeft gestaan dat het
plan omstreden is, dan denk ik omdat in het overleg over de definitieve besluitvorming er geen over
eenstemming is geweest met het scholenveld. Maar toch mogen we dat niet zo pessimistisch bekij
ken, want een aantal zaken in het overleg met de schoolbesturen heeft ons een positieve indruk ge
geven, met name dat het voortgezet onderwijs maar ook het primair onderwijs bereid is actief en con
structief te willen bijdragen aan de verdere planontwikkeling. Wij zijn dan ook van mening dat de
communicatie met het scholenveld verder moet worden uitgebouwd en dat is door beide kanten in de
commissievergadering van 15 mei uitgesproken. Nog steeds moeten we constateren, en ook dat is al
gezegd, dat er veel te doen valt op het gebied van de onderwijshuisvesting. We kunnen dat in één
raadsperiode onmogelijk realiseren. Er zijn nog steeds scholen die niet in de pas lopen met de ambi-