5 JUNI 2003 169 ties die wij in het onderwijs hebben en daarvoor is het Meerjaren Investeringsplan een goede aanzet, dat wordt door het scholenveld ook erkend, want op verschillende momenten hebben zij gezegd dat ze waardering hebben voor het Meerjaren Investeringsplan. Het schept ruimte voor onderwijskundige ontwikkelingen, het zorgt voor een plaats waar leerlingen zich thuis en veilig voelen en het biedt goe de arbeidsomstandigheden voor het personeel. Maar het moet ook aansluiten bij de maatschappelijke ontwikkelingen. En dan komen we bij de Brede School, waarover ook de heer Posthuma heeft ge sproken. Een van de doelstellingen van de Brede School zou, naar de mening van mijn fractie, moe ten zijn dat door de Brede School de buurt op voorsprong wordt gezet. Natuurlijk is een uitermate belangrijk facet het vergroten van de ontwikkelingskansen van leerlingen, maar er moet ook een uit straling uitgaan naar de hele buurt. Ouders moeten als het ware worden meegezogen in de ontwikke ling van de Brede School ten aanzien van datgene wat op de school wordt meegegeven, en dan be doel ik niet alleen op cognitief gebied, maar vooral op het terrein van de sociale vaardigheden en de zelfredzaamheid. Thuis moet als het ware een goede voedingsbodem worden gevonden voor de ver dere uitbouw. Dit vereist samenwerking tussen de schoolbesturen. En dat het mogelijk is, getuigt het convenant dat de Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs en de Juan Luis Vives Stichting in Teteringen hebben gesloten. Wij hebben kennis genomen van de wensen die bij het onderwijsveld leven. Wij zullen die samen, met elkaar moeten ontwikkelen. Tot slot. In de commissie hebben wij duidelijk uiteengezet hoe wij over dit plan denken, en daar is ook duidelijk geworden dat raadsbreed grote zorg is uitgesproken over de Liduinaschool. Het is ook duidelijk dat het college bereid is om een uiterste krachtsinspanning te leveren om in goed overleg met het schoolbestuur en de directie van de school te zoeken naar oplossingen. Want het is niet zomaar een school, maar een instituut waar de meest kwetsbare leerlingen worden opgevangen. In het kader van onze zorgplicht moeten er oplos singen worden gezocht zodat een veilig pedagogisch klimaat en een verfijnd pedagogisch zorgsys teem kan worden gewaarborgd voor deze leerlingen, zodat zij zich zo optimaal mogelijk kunnen ont wikkelen in een sfeer van welbevinden. Wat betreft het risicobudget sluit ik me helemaal aan bij dat gene wat door de heer Posthuma naar voren is gebracht. De heer SCHELTENS Ik doe hetzelfde als enkele voorgangers. Vanwege het belang van het onderwerp ga ik hier staan en blijf ik niet zitten. De heer Schoenmakers is, wat dat betreft, een ideale spreker vóór mij, want hij stipte al het punt aan waaraan ik de meeste aandacht wil besteden, namelijk de Liduinaschool. Tijdens een groot aantal bezoeken en overleggen hebben wij diverse zaken gezien in het onderwijsveld. Ik haal alleen al even aan het bezoek dat wij hebben gebracht aan het Stedelijk Gymnasium. Het was een klein select gezelschap dat dit bezoek bracht aan een school met wat beperktere afmetingen. Ik weet nog heel goed dat ik in dezelfde kleedlokalen stond toen ik voor het eerst mocht korfballen. En dat is inderdaad heel lang geleden. Toen ik daar in diezelfde kleedlokalen van het Stedelijk Gymnasium stond schoot ik vol, maar dan dit keer met kalk. Dat was best wel een probleem, maar als ik dat verge lijk met de problemen waarmee de Liduinaschool te maken heeft, dan zijn dat bijna luxueuze proble men, want wij hebben ook zaken gezien op het Stedelijk Gymnasium die fantastisch waren, onder andere de mediatheek en de computermogelijkheden. Wij kunnen als raad onze vingers daarbij aflik ken. Nogmaals, wij hebben niet alleen appels met peren vergeleken in het hele werkveld, maar ook appels met krenten. En dan wil ik niets bagatelliseren, maar nogmaals, wij vinden nog steeds dat het probleem waarmee de Liduinaschool zit er bovenuit steekt. Ik wil daar straks op terugkomen met een motie. Ik had het in een heel verhaal willen inbedden, maar dat zal ik u besparen. Naar aanleiding van datgene wat ik ook van andere sprekers heb gehoord het volgende. Wij vonden toch dat er niet alleen maar sprake was van hele positieve dingen, we hebben wel degelijk bij die bezoeken ook gemerkt dat er sprake was van gebrekkige communicatie. En dan bedoel ik dat in de driehoek scholenveld, raad en aan de andere kant college en ambtenarenveld regelmatig werd geconstateerd, met name van de kant van het scholenveld, dat er sprake was van een gebrekkige communicatie. En dat is tijdens zo'n traject met zo'n lange aanloop en waarmee zo veel geld is gemoeid natuurlijk een slechte zaak. Dat gene wat wij ook hebben kunnen en moeten constateren is dat er sprake is van verdeeldheid en ge brek aan samenwerking bij schoolbesturen. Men ziet elkaar toch vaak te veel als conculega's. In het ene geval wat meer dan in het andere, maar dat is geen goede zaak en naar ons idee geen goede basis voor een samenwerking. Datgene wat ook is geconstateerd door vele sprekers die we hebben gehoord, is dat de gevolgde methodiek niet zou voldoen. Nu lijkt het ons zinvol, als we nog een keer aan zo'n traject gaan beginnen, en dat doen we natuurlijk, om het in ieder geval daar eerst over eens te zijn en pas dan aan de slag te gaan, en dat we niet eerst dat hele traject afwandelen en vervolgens bij de behandeling in de raad zeggen: die methodiek deugt niet. Dat lijkt ons een verkeerde volgorde. Wat de politiek betreft, wij dus

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 47