5 JUNI 2003 170 De heer JOOSSE Bij interruptie. Als je het eerst eens wilt worden over de methodiek en je blijkt daar niet uit te komen, dan kun je daarover natuurlijk jaren blijven praten, maar dan heb je nog steeds geen Meerjaren In vesteringsplan Onderwijshuisvesting. De heer SCHELTENS U gaat er dan van uit datje het daarover zelfs al niet eens kunt worden, maar dat zou wel heel droevig zijn. Ik ben wat dat betreft toch een optimist. Volgens mij moetje wel de volgorde, waarover je het met elkaar eens moet worden, bepalen. Als u stelt datje daar al niet eens uit zou kunnen komen, dan lijkt me dat toch wel een hele droevige start en dan wordt het volgens mij ook wel ontzettend moeilijk. De heer JOOSSE De praktijk heeft geleerd dat daar moeilijk uit te komen is. Dat zou betekenen dat je dus niet toekomt aan een Meerjaren Investeringsplan Onderwijshuisvesting. De heer SCHELTENS Daar zouden wij ons misschien, en waar ik nu over wij praat, praat ik over de raad, wat meer mee moeten bemoeien en dat we gewoon zeggen: luister eens even, wij kunnen op alle terreinen hebben afgesproken om meer en beter met elkaar te gaan communiceren, dan zou dit het begin moeten zijn, en als we daar al niet uitkomen dan heeft verdergaande communicatie ook niet zoveel zin. Maar nog maals, we komen vanzelf op dit hele gebeuren Mevrouw VAN MAANEN Bij interruptie. U zei zojuist: ik ben optimistisch. Maar dit vind ik nu niet echt optimistisch. De heer SCHELTENS Ik blijf nog steeds optimistisch, maar ik denk dat wij ook als raad daarin een rol moeten hebben, want ik vind dat wij de afgelopen jaren daarmee te weinig bezig zijn geweest. Er komen op een gegeven moment plannen, die gaan we met z'n allen bespreken en de ene keer is dat wat meer dan de andere. De laatste tijd hebben we het er heel veel over gehad, maar in de aanloop naar het proces toe is er veel te weinig contact geweest met het werkveld, denk ik. Naar mijn idee moeten we als raad ons daarmee meer bemoeien. Het valt niet mee om alles in staccato te doen, terwijl het zo'n mooi verhaal was. Wat betreft creatieve oplossingen het volgende. Het ging dus over de Liduinaschool en daar gaat ook de motie over. Gezien het tijdstip wil ik die ook nog wel voorlezen. Het is een vriendelijk verzoek, eigenlijk een ondersteuning richting het college, om nog een keer de creatieve financiële handelwijze zoals bijvoorbeeld bij NAC of bij het Grafisch Museum te gebruiken. Als u het NAC-stadion kunt hel pen met 15,7 miljoen euro en de burgers van Breda denken dat dat alleen maar geld oplevert in plaats van kost, dan zou ik zeggen: gebruik diezelfde expertise nog een keer voor ongeveer hetzelfde be drag om de Liduinaschool aan nieuwbouw te helpen. Dat gaat ook op voor bijvoorbeeld het Grafisch Museum. Het gaat dan om iets andere bedragen, maar het gaat om de creativiteit. Ik lees de motie even voor, dat scheelt in ieder geval weer een leespauze. Volgens mij is de motie zo helder als glas en ik ben benieuwd naar uw reactie. De VOORZITTER Door de heer Scheltens is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De door de heer Scheltens, namens de fractie GroenLinks, ingediende motie luidt als volgt: MOTIE (3) De leden van de raad der gemeente Breda, gelet op artikel 37 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad; stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 5 juni 2003 ter behandeling van het voorstel van burgemeester en wethouders inzake vaststelling Meerjaren Investeringsplan Onderwijshuisvesting 2003-2006; overwegende dat:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 48