5 JUNI 2003
174
De VOORZITTER
Ik stel voor te kijken wie in de tweede termijn hierover nog iets wil zeggen. En dan brengen we die
motie gewoon in stemming, want de raad maakt uit wat hier wordt beslist. Er ligt een motie. Zijn er nog
mensen die willen reageren in tweede instantie?
TWEEDE TERMIJN
Mevrouw VAN MAAN EN
Ik wil even reageren op de motie van GroenLinks. Ik vind het geen goed beleid als je zegt: wij hebben
anderhalf jaar geleden een motie aangenomen, en omdat wij met z'n allen toen die motie hebben
aangenomen, moeten wij die, ondanks het feit dat wij er bij voortschrijdend inzicht achter zijn gekomen
dat er in het onderwijsveld nog veel meer noden zijn, uitvoeren. Als je een motie aanneemt waarvan
achteraf blijkt dat die toen niet juist is geweest, dan vind ik dat het van goed beleid getuigt als je kunt
zeggen: dan moeten wij dat besluit terugdraaien.
De heer SCHELTENS
Bij interruptie.
De VOORZITTER
U krijgt uw kans, mijnheer Scheltens, wacht nu even. Laat iedereen nu even reageren.
Mevrouw VAN MAAN EN
Wij hebben 54 miljoen tot onze beschikking voor onderwijshuisvesting. Wij zijn er verantwoordelijk
voor om dat geld goed en eerlijk te verdelen en dat betekent niet dat je de een een beetje meer geeft
dan de ander.
De heer POSTHUMA
Ik wil het ook uitsluitend even over de motie hebben. De reden waarom de Partij van de Arbeidfractie
die motie niet zal steunen zit ongeveer in lijn van datgene wat mevrouw Van Maanen al heeft gezegd.
Ik denk dat het onverstandig is om bij de Liduinaschool weer verwachtingen te wekken die op dit mo
ment niet kunnen worden waargemaakt. Ik zou, zoals ook de wethouder dat al heeft gedaan, Groen
Links willen uitdagen. Als u inderdaad vindt dat de Liduina een hogere prioriteit heeft dan tot nu toe
daaraan is toegekend, afgewogen tegenover andere projecten, waarom heeft u dan geen keuze ge
maakt toen het plan tijdens de vergaderingen van de commissie SAW werd besproken en er zelfs
alternatieven voorlagen? U heeft nooit die keuze willen of durven maken.
De VOORZITTER
Oké, die vraag ligt er.
De heer SCHOENMAKERS
Ik kan kort zijn, voorzitter. Hoewel de motie heel sympathiek lijkt naar degenen die de Liduinaschool
een warm hart toedragen, en dat doen we, denk ik, in de raad allemaal, ben ik het helemaal eens met
datgene wat door de heer Posthuma is gezegd: we hebben een afspraak gemaakt en we hebben die
54 miljoen zo goed mogelijk over het scholenveld verdeeld. Datgene wat mij toen over de streep heeft
getrokken is het schrijven van Mark en Aa waarin werd gezegd: wij zullen samen met de gemeente tot
overeenstemming komen dat we op een bepaalde manier die problemen zullen oplossen en wij willen
geen geld bij andere schoolbesturen weghalen. Onze fractie zal daarom geen steun verlenen aan
deze motie.
De heer SCHELTENS
Dat is nu precies de reden waarom wij uiteindelijk op deze versie zijn uitgekomen en niet op het bud
get zoals dat er ligt, want dat is een punt dat we eerst hebben laten onderzoeken, namelijk: zijn er
binnen dit budget nog alternatieven mogelijk om voor de Liduina meer te betekenen? Datgene wat
daaruit kwam vonden wij niet toereikend, en dat is voortschrijdend inzicht, volgens mij. Naar mijn me
ning zijn wij in het hele traject met dit punt zo bezig geweest, net als u. Uiteindelijk hebben wij dus
deze keuze gemaakt, mede op grond van het argument dat de stichting Mark en Aa zelf heeft aange
dragen: die willen dat gewoon niet richting de andere schoolbesturen en de andere scholen. Dan blijft
er maar één mogelijkheid over: wij zullen onze verantwoordelijkheid nemen op basis van de motie die
wij, volgens mij bij ons volle verstand, destijds hebben aangenomen, want de situatie is eerder ver
slechterd dan verbeterd. Daarom blijft er maar één optie over en dat is dat wij zeggen: wij willen dit
voor de Liduina en zoek daarvoor maar een financiële oplossing. Dat lijkt makkelijk, maar dat is hele
maal niet het geval, dat is gewoon een eindconclusie na een groot aantal weken daarmee bezig te zijn
geweest. En dan is dit het enige dat overblijft. Het getuigt van ongeloofwaardigheid van de politiek als
we op een gegeven moment zeggen: ja, sorry jongens, dat was toen even een momentje van ver-