5 JUNI 2003 178 Wethouder ARBOUW Wat betreft de milieuaspecten van dit dossier wil ik even teruggaan naar de historie. In 1996 is voor de parkeergarage, waarover we het hebben, een milieuvergunning verleend en bij die milieuvergunning hoort ook een luchtverontreinigingsonderzoek. Uit dat onderzoek blijkt dat de parkeergarage bij een bepaald gebruik, en dan heb je het over de aantallen auto's, dichte en open parkeergedeeltes, rijrou- tes en dergelijke, en een bepaalde bebouwing van de omgeving aan de eisen voor luchtverontreini ging voldoet. De heer Wijers heeft op dat moment tegen de milieuvergunning geen bezwaar dan wel beroep aangetekend. Na jarenlang te hebben geprocedeerd, en dan gaat het met name over het be stemmingsplan en de bouwvergunningen, tegen de uitbreiding van de parkeergarage klaagt de heer Wijers vanaf augustus 2000 over milieu- en gezondheidsproblemen vanwege geluidshinder en uitlaat gassen uit de parkeergarage. Na veelvuldige milieucontroles en een aantal aanpassingen aan de garage door het Parkeerbedrijf stelde de vakdirectie Milieu in de rol van het bevoegd gezag Wet mili eubeheer eind 2002 vast dat de parkeergarage aan de kernbepalingen van de verleende milieuver gunning voldeed. Daarmee nam de heer Wijers geen genoegen, schakelde de VROM-inspectie in om de gemeente te bewegen verdere actie te nemen tegen het Parkeerbedrijf. De VROM-inspectie heeft daarop aangegeven om in dezen uitsluitend te fungeren als smeerolie, het gemeentelijk Parkeerbe drijf, de vakdirectie Milieu en de heer Wijers moeten er onderling uitkomen. Wij houden de vinger aan de pols. Letterlijk citaat. Het Parkeerbedrijf gaf aan dat het, om aan alle onduidelijkheid een eind te maken, op eigen initiatief een opdracht aan TNO zou verstrekken om de uitstoot van de uitlaatgassen in de directe omgeving van de parkeergarage te bepalen en te toetsen aan de eisen van de milieuver gunning. Die opdracht is ook daadwerkelijk verstrekt. Per onderzoeksfase worden de opzet, de uitvoe ring en de resultaten van het onderzoek ter toetsing aan milieuzorgbedrijven voorgelegd, ook weer als bevoegd gezag, en ter kennisname aan de heer Wijers en aan VROM. Bij dat nieuwe onderzoek wordt het huidige en het geprognosticeerde gebruik van de garage met betrekking tot aantallen auto's, weer die dichte en open parkeergedeeltes en de rijroutes betrokken, en tevens, want daar gaat het in feite in dezen om, wordt de directe omgeving van de parkeergarage inclusief de nieuwbouw van het vier- laagse bedrijfs-/woningcomplex bij de Mosselkreek bij de berekening van de optredende uitlaatgas concentraties betrokken. Uit dit nieuwe onderzoek moet dus ook blijken welke nadelige invloed de heer Wijers mogelijk gaat ondervinden ten gevolge van die nieuwe hoogbouw. Naar verwachting is eind juni 2003 dit rapport gereed en zijn de resultaten bekend. De verwachting is ook dat deze nieuw bouw niet zal leiden tot extra milieuschade voor de heer Wijers. Maar goed, de resultaten zullen we bekijken. Het is natuurlijk wel mogelijk dat het geprognosticeerde gebruik van de garage wel leidt tot problemen met uitlaatgasconcentraties bij andere woningen. In dat geval zal het Parkeerbedrijf ui teraard gericht voorzieningen moeten treffen voordat het daadwerkelijk gebruik is gewijzigd. En dat zal dus ook gebeuren. Wat betreft de motie het volgende. Voor het onderzoek is inmiddels al opdracht gegeven. De noodzakelijke maatregelen zullen uiteraard op grond van de resultaten worden bekeken en waar nodig zullen die worden getroffen. De motie is, wat ons betreft, dus overbodig en wordt door het college ontraden. De VOORZITTER Er is dus een toezegging om die maatregelen te treffen die nodig zullen zijn. Ik wil wel graag een be slissing op dit voorstel. TWEEDE TERMIJN De heer DUBBELMAN Het is misschien wat laat, maar toch nog een technische vraag. Is het niet zo dat u die motie eigenlijk heeft overgenomen? Dat klinkt wat aardiger. Wij vinden de motie sympathiek, behalve die ene zin over de nadelige gevolgen, want daarop zouden we liever geen voorschot willen geven. Maar het klinkt toch wat aardiger naar Leefbaar-Breda als men zegt: eigenlijk willen wij uw motie overnemen. De heer STUBENITSKY Voorzitter, de op een na laatste zin van de motie wil ik schrappen, dus de zin: "besluit de eventuele nadelige gevolgen zich kunnen voordoen." De VOORZITTER Maar dan zeggen wij precies toe wat u vraagt en dan is de motie én overbodig én is die overgenomen. Ik denk dat dat op hetzelfde neerkomt. De heer STUBENITSKY Ik denk dat de heer Wijers alle reden heeft om wat vertrouwen in de gemeente kwijt te zijn en dat hij er hierdoor toch weer een beetje meer vertrouwen in kan krijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 56