19 JUNI 2003 194 gekregen over het feit dat er in het verleden wat betreft Stadsbeheer en andere diensten afspraken zijn gemaakt om te bezuinigen. Daarop willen wij in tweede termijn terugkomen. Wij vinden het be langrijk, als je extra middelen krijgt voor de buitenruimte, dat je die dan ook volledig inzet voor de ver betering van de buitenruimte en niet om afgesproken bezuinigingstaakstellingen en eventueel opgelo pen tekorten weg te werken. Maar daarop komen we zo meteen nog terug. Positief aan de concept- kadernota vinden wij op zich het armoedebeleid en de ID-banen, maar wij zouden graag een uitspraak van deze raad willen dat deze in Breda op het huidige niveau worden gehandhaafd. Een punt dat voor ons ook belangrijk is, is het Verkeersplan en dat zien wij mede in relatie tot de extra middelen voor Stadsbeheer. In het Verkeersplan wordt voorzien in de reconstructie van de Boschstraat en de Ginne- kenstraat. Er zijn al redelijk beperkte middelen, het werd eerder al opgemerkt, het is minder dan een minimumvariant. Wat ons betreft betekent reconstructie ook verbetering van de buitenruimte, dus wij vinden dat in ieder geval een deel van die kosten uit de extra middelen voor de verbetering van de buitenruimte zou moeten komen. Een zorgpunt voor ons is heel duidelijk het project Heuvel. Kan het doorgaan? Het investeringsprogramma is daarover erg onduidelijk. Aan de andere kant biedt dat de raad natuurlijk ook mogelijkheden om sturend daarin op te treden. Hetzelfde geldt voor de middelen voor woningbouw, waar een pm-post voor opgenomen is. Dus wij zien met interesse het verdere de bat over deze Kadernota tegemoet. De heer JOOSSE Ik heb de eerste termijn al overschreden, dus ik zal proberen nog eventjes een toelichting te geven op mijn bijdrage aan dit kadernotadebat. Excuses overigens aan de collega's voor de late inzending van mijn bijdrage. Ik constateer in de eerste plaats dat het Bredase bestuur de afgelopen jaren kans heeft gezien om in economisch gunstige tijden flink in de stad te investeren, dat de investeringen ook de komende jaren nog doorgaan en dat daarbij de investeringsvolumes taakstellend zullen zijn. Dat is, denk ik, een duidelijk kader. De huidige collegepartijen hebben in hun Programakkoord de nadruk gelegd op uitvoering van bestaande plannen en onderhoud. Beter gezegd: het wegwerken van ach terstallig onderhoud. Daarbij denk ik dat het van belang is dat straks bij de Begroting 2004 zoveel mogelijk naast die voornemens ook de te behalen prestaties moeten staan. Ik wil onderstrepen dat het goed is dat burgers ook steeds weer aangesproken worden op hun eigen verantwoordelijkheid en dan denk ik met name bijvoorbeeld aan het onderhoud van de buitenruimte en ook aan de veiligheid in de leefomgeving. Burgers moeten de mogelijkheid krijgen om te participeren en ik hoop dat bij het uitvoe ringsplan voor de buitenruimte bij de Begroting 2004 ook aan deze onderdelen ruim aandacht wordt besteed. Ook bij het Veiligheidsplan moet daaraan aandacht worden besteed. Ik wil het toch nog eventjes hebben over, en ik heb dat ook in mijn schriftelijke bijdrage onderstreept, het belang van de Brede School. Als het gaat om investeren in mensen dan is investeren in onderwijs en in de voor- en vroegschoolse periode van uitermate groot belang. Ik verwacht dus ook een uiterste inspanning van het college om de Brede School in Breda Noordoost te laten doorgaan. Ook de Brede School Heuvel mag zeker niet lijden onder de financiële onzekerheden rond de herstructurering. Ik ben er ook geluk kig mee dat dit college kiest voor een verdere uitbreiding van de maatschappelijke opvang naar een echte 7x24-uurvoorziening. Ik denk dat het goed is als de activiteiten van 't IJ niet beperkt zouden blijven tot opvang alleen, want in de toekomst zouden die kunnen bijdragen aan participatie ook van deze doelgroepen in de samenleving. Immigratie en integratie. Ik ben blij te constateren dat in onze samenleving, ook in Breda, steeds meer mensen uit de migrantengroepen zich prima zelf kunnen redden. In toenemende mate zie je dat deze mensen ook zelf hun successen uitdragen aan anderen. Ik denk dat de gemeente daarbij ook een rol te spelen heeft om dat succes mede te ondersteunen. Twee ontwikkelingen bedreigen de zorgvuldige Bredase balans tussen investeren en onderhouden. De economische situatie in Nederland brengt een achteruitgang in inkomsten en een verhoging van uitgaven met zich mee, en daarnaast is het zo dat het kabinet CDA/VVD/D66 in de eerste plaats kiest voor een strikt begrotingsbeleid. Daarbij meent men dat er hoognodig gesneden moet worden in in strumenten als WAO, inkomensondersteuning en huursubsidie. De inkomenseffecten hiervan, de maatregelen die dat met zich meebrengt, zullen ongetwijfeld hun weerslag hebben op het beroep dat mensen moeten doen op de bijstand en op kwijtschelding. Breda zal dus voldoende geld moeten re serveren om deze klappen op te vangen. Overigens is het van belang dat de Sociale Dienst niet weer slechts een uitkerende instantie wordt, maar maatschappelijke activering en toeleiding naar de ar beidsmarkt moeten prioriteiten blijven. Ik hoop dat het CWI de hem toebedeelde rol de komende jaren echt kan waarmaken. Als het gaat om de ID-banen ben ook ik heel gelukkig dat deze ID-banen gro tendeels behouden zullen blijven. Ik denk dat ook van de werkgevers een extra inspanning mag wor den verwacht om deze banen te behouden en het inkomensniveau van deze banen in stand te hou den. Zoals de meeste andere fracties maak ik me bij deze Kadernota ernstig zorgen over de toekomst van de projecten in Heuvel, Breda Noordoost en de volkshuisvesting, inclusief het project Geschikt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 14