19 JUNI 2003
197
manifest wordt, ontegenzeggelijk. Ook het bestuur van het recreatieschap sluit zich niet af voor deze
mogelijke ontwikkelingen. Ik vind wel dat we als Breda ook bij die discussie betrokken moeten zijn en
op dat moment zullen wij dus ook deze deelname aan een kosten-batenanalyse onderwerpen. Tot
zover mijn opmerkingen.
Wethouder NIEDERER
Over de vraag naar de parkeerruimte op de bedrijfslocaties
Wethouder ADANK
Die is al beantwoord.
Wethouder NIEDERER
Is die al beantwoord?
Wethouder ADANK
Ik heb ja gezegd.
Wethouder NIEDERER
Ja, hij zei ja, maar ik heb nog even een toevoeging, namelijk: in beginsel ja. Anders houd ik natuurlijk
De heer DUBBELMAN
Moet het college niet even schorsen, voorzitter?
Wethouder NIEDERER
Nou, is dat zó interessant?
De VOORZITTER
Waarom zouden we? Het is uw discussie.
Wethouder NIEDERER
In beginsel natuurlijk ja. Dat is al het uitgangspunt. Het is al beleid dat we dat doen. Zodra een bedrijf
zich wil vestigen dan wel uitbreiden, zeggen we zoveel mogelijk dat het op eigen terrein moet parke
ren, liefst onder het maaiveld daar waar het kan. Maar veel heeft te maken met het hanteren van de
parkeernorm. Zoveel als mogelijk zullen wij datgene doen wat u vraagt, dat is in ons aller belang. Dus
in beginsel ja.
De VOORZITTER
In beginsel, zoveel als mogelijk. U hebt het gehoord. Ben ik rond? De heer Adank had al ja gezegd.
Goed, dank u wel. Dan Wat is de bedoeling?
Mevrouw OVERBOOM
Ja, ik wilde
De VOORZITTER
Hebt u nog vragen aan het college?
Mevrouw OVERBOOM
Ja, ik heb in de eerste termijn gevraagd aan de heer Oomen
De VOORZITTER
Ik heb net nog gevraagd wie er nog vragen had, en toen zag ik u niet.
Mevrouw OVERBOOM
Dat klopt. Uit de beantwoording van de technische vragen door de heer Oomen blijkt dat wij die extra
doorrekening pas in de komende periode krijgen. Ons verzoek in de eerste termijn was om die alsnog
voor de volgende raadsbehandeling te kunnen krijgen. Kunt u dat alsnog toezeggen?