19 JUNI 2003 213 er ook punten waarover we met elkaar van mening verschillen, maar er wordt niet iets dicht getim merd. De VVD laat een heel ander geluid horen als er gesproken wordt over het elkaar kunnen aan vullen van raad en college in goede samenwerking en met respect voor eikaars positie. De opmerking over het fractievoorzittersoverleg onderschrijven wij volledig en ook wij zijn voorstander van de instel ling van een raadspresidium als dagelijks bestuur van de raad, mits de stem van oppositiepartijen daarin voldoende kan doorklinken. Ik wil nog even ingaan op een opmerking van de heer Taks van de VVD over het Programakkoord. Natuurlijk ben ik ervan overtuigd, en zijn wij ervan overtuigd dat het Programakkoord een heel belangrijk gegeven is voor coalitiepartijen. Maar in feite is het Programak koord het werkdocument voor het college en is de Strategische Raadsagenda het programma voor de raad. En we vinden in die Strategische Raadsagenda heel veel zaken van het Programakkoord terug. De heer BOER Even ter interruptie, mijnheer de voorzitter, als dat mag, naar de heer Schoenmakers. Hoe zit het nou precies met het Programakkoord dat, wat u zegt, voor het college is? Het college is er om uit te voeren wat de raad beslist, dus de raad zet toch de kaders en niet het college? De heer SCHOENMAKERS Dat ben ik met de heer Boer eens, maar wij hebben destijds, bij de start van het dualisme, ervoor ge kozen dat de partijen die samen de coalitie zouden vormen aan een Programakkoord zouden werken. Ik denk dat we in de volgende raadsperiode zouden moeten zeggen: het college maakt zijn eigen programma, en de raad maakt zijn eigen program. Maar we zitten nu met dit gegeven. Bij de Partij van de Arbeid is en blijft natuurlijk het sociaal beleid een belangrijk uitgangspunt en op dat terrein vinden ze in ons een betrouwbare partner. Het zal in de komende jaren moeite genoeg kosten om de verwor venheden van het armoedebeleid in de breedste zin van het woord overeind te houden. De twee mo ties van de Partij van de Arbeid over het Brabantplein en de cultuurimpuls wil ik graag nog nader be studeren, maar ze klinken mij heel sympathiek in de oren. Breda '97 vindt dat de herstructurering een grote prioriteit behoeft. Wij betreuren het dat de uitvoering van de projecten in de Heuvel voor het grootste deel na 2006 zal plaatsvinden. Wij vinden dat we niet op een dergelijke manier mogen om gaan met een zo kwetsbare wijk. Zeer velen, ook bewoners, hebben veel tijd en energie gestoken in de voorbereiding. De medewerking van de bewoners is onontbeerlijk. Zij zijn mede de dragers van de projecten. Wij mogen ze niet van ons vervreemden en wij willen niet dat het vertrouwen van de bur gers in het openbaar bestuur eronder zal lijden. Ik zal daarom via een motie een uitspraak van de raad vragen om bij de begrotingsbehandeling 2004 met een financiële dekking te komen voor de uitvoering van het grootste deel van de herstructurering in deze raadsperiode. Een werkgroep vanuit de commis sie ECG heeft zich beziggehouden met de herinrichting van de openbare ruimte van het Brabantplein en op 27 februari van dit jaar heeft de raad het voorstel van de werkgroep overgenomen om het colle ge op te dragen investeringsvolume hiervoor vrij te maken bij de Kadernota. Dat is niet gebeurd. In de Kadernota wordt zelfs met geen woord daarover gesproken. Breda '97 vindt het van weinig respect getuigen voor de raad dat er op deze manier mee wordt omgegaan. U had toch minstens kunnen aangeven waarom u het besluit van de raad niet kunt of wilt honoreren. Ik wil via een motie een uit spraak hierover van de raad vragen. Bij de behandeling en doorrekening van het beleidsplan Biblio theek heeft de commissie ECG uitgesproken dat aan de realisering van een nieuw bibliotheekfiliaal prioriteit gegeven moet worden. Die uitspraak is tot op heden niet gehonoreerd, die Is alleen door een groot gedeelte van de commissie overgenomen. Ook hierover willen wij een uitspraak vragen, maar die ligt in het verlengde van datgene, tenminste als ik het goed heb begrepen, wat ook de Partij van de Arbeid vraagt. In de eerste termijn heb ik al gesproken over het Verkeersplan. Daarom ga ik er nu verder niet op in, maar wij zullen ook daar vragen om te komen tot voorstellen bij de Begroting, die meer recht doen aan het ambitieniveau van het Verkeersplan, en het investeringsvolume in overeen stemming te brengen met het beperkte scenario. Tot slot hebben wij nog een motie over de lokale lastendruk. Uit mijn eerste termijn heeft u kunnen weten hoe wij daarover denken. Wij zijn toch erg bang dat de totale lasten voor de Bredase burger sterk zullen stijgen, omdat enerzijds de kwijtschel ding weer onder de tarieven wordt gebracht en anderzijds er voor de tarieven gestreefd wordt naar meer kostendekkendheid. Ook willen wij het college vragen om de totale lastendruk met hooguit 2,6 procent te laten stijgen. Ook hier hebben wij een motie over voorbereid. Tot slot wil ik nog een enkele opmerking maken over de griffie. Wij hebben natuurlijk in de aanloop naar deze kadernotabehandeling een heel groot beroep moeten doen op de griffie. Ook de adviesgroep heeft er erg veel profijt van getrokken. Namens mijn fractie wil ik hiervoor onze waardering uitspreken. De door de heer Schoenmakers, namens de fractie van Breda '97, ingediende moties luiden als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 33