19 JUNI 2003 183 OZB.Het college is van mening dat op dat punt een koerswijziging moet worden ingezet en daar heeft het college een aantal argumenten voor. Het eerste argument is dat in het kader van het nieuwe re geerakkoord het gebruikersgedeelte van de OZB, naar het zich laat aanzien, zal worden afgeschaft. Dat betekent dat er dan ook geen compensatie meer zal plaatsvinden voor de kwijtscheldingscompo nent afvalservice en het rioolrecht. Tegen die achtergrond ook nog het volgende. Er zijn weinig ge meentes die eenzelfde constructie hebben. En nogmaals, het college verwacht dat van rijkswege hieraan geen tegemoetkoming zal worden verstrekt. Ook in het Programakkoord is een passage op genomen, inhoudende dat wij moeten uitgaan van kostendekkende tarieven. Dus ook in dat licht be zien is het college van mening dat de kwijtscheldingscomponenten weer daar ondergebracht behoren te zijn zoals dat in het verleden is afgesproken. Bovendien, en ik wil het toch niet verhelen, want dat zou te gemakkelijk zijn, is het zo dat u in het perspectief heeft gezien wat dat voor onze begroting betekent. Het is natuurlijk geheel aan uw raad, ik besef dat volledig, ook in het kader van de nieuwe verhouding tussen raad en college, om daarover te oordelen zoals u wilt, maar ik meen toch namens het college te moeten stellen dat het ook een behoorlijk gat zou schieten in het meerjarenperspectief. Dat geldt overigens niet alleen voor dit punt, maar ook voor andere zaken die genoemd worden zoals: Verkeersplan, Kwaliteit Gebouwen Binnenstad, Brabantplein en Bibliotheek. Breda '97 vraagt om rele vante wijzigingen in het perspectief te agenderen voor de commissie MSO. Mijnheer Schoenmakers, ik kan u toezeggen dat ik, als het college over nieuwe informatie beschikt, dat op eenzelfde wijze aan u en aan uw raad zal doen toekomen, zoals dat gebeurd is bij de behandeling van deze Kadernota. Er zijn ook vragen gesteld over de GGD. Ik kan u zeggen dat er binnen de GGD in het afgelopen halfjaar onder leiding van een interim-directeur ontzettend hard is gewerkt om te komen tot een beter inzicht, een beter perspectief voor de toekomst. Er zijn daar diverse werkgroepen aan de slag gegaan om te werken aan het zogenaamde verbeterplan. Dat verbeterplan zal, ik dacht, volgende week of anders half juli aan de algemene vergadering worden voorgelegd. Op dat moment is het ook de bedoeling dat de algemeen directeur kan worden benoemd. Daarover vinden momenteel de laatste onderhandelin gen plaats. Dus dat kan ook gebeuren. Tegen die achtergrond verwacht het college, en niet alleen dit college, maar ook, naar ik hoop, de andere gemeentes van West-Brabant, dat de GGD op een slag vaardige manier zal gaan werken. Mevrouw Heerkens, mijn collega, zal nog ingaan op de zaken bij het Regionaal Indicatie Orgaan (RIO). Er is ook door een aantal partijen gesproken over het beheer en het onderhoud van de buitenruimte. Diverse fracties maken een opmerking over de besteding van de middelen van de extra beheerimpuls. Ik wil u er toch op wijzen dat u tijdens de vergadering van de commissie MSO in april een uitgebreide toelichting heeft gekregen over de inzet van deze impuls in het MIP 2003-2006. Ik kan u het rapport tonen. Daarin staat ook opgenomen de Jaarschijf 2004. Ik verwijs u dus ook naar het rapport dat ik toen aan u heb uitgereikt. De inzet van deze middelen is ge richt op het wegwerken van achterstallig onderhoud, de verbetering van het beheer en ten slotte de verbetering van de inrichting. De volledige reconstructie van de Ginnekenweg en de Boschstraat bij voorbeeld, is dan niet onder te brengen onder deze uitgangspunten - maar, nogmaals, dit is wat het college daarvan vindt - zeker niet tegen de achtergrond van de bijdrages die de fracties ook nu weer hebben gegeven, waar met name aandacht is gevraagd voor het beheer en de directe woonomge ving. Met de integrale buurtaanpak wordt daar heel nadrukkelijk uitvoering aan gegeven. Echter, een schonere stad is niet alleen een verantwoordelijkheid van de overheid, maar ook de verantwoordelijk heid van de burgers, dus, om te reageren op de uitspraak van de heer Boer, op 21 juni om halftien zal de stad zeker een stuk schoner zijn. Helaas zal dat om twaalf uur al weer anders zijn. Ik kom in de commissie graag daarop terug. Voorzitter, er is ook gevraagd - ja, ik moet heel snel zijn gelet op de tijd - nog iets te zeggen over de wijk- en dorpsraden. Ik kan daar heel kort in zijn. Gisteren is het rap port van de Universiteit van Tilburg bij ons op de deurmat gevallen. Ik probeer dat nog aanstaande dinsdag in het college te brengen, zo snel mogelijk naar uw commissie, en, wat ook zal gebeuren, het gaat na de collegebehandeling zo snel mogelijk richting wijk- en dorpsraden, zodat deze daarover ook nog een mening kunnen geven. Het is de bedoeling dat het college aanstaande dinsdag van dat rap port kennis neemt en kijkt op welke punten eventueel in de inspraak en in het overleg met u en ande ren daaraan verder nog iets te verbeteren valt, mocht dat nodig zijn. Ten slotte nog een paar opmer kingen over de functies die achterblijven in de voormalige randgemeenten. Breda '97 heeft daarover een concrete vraag gesteld met betrekking tot Ulvenhout. Ik kan daar heel duidelijk in zijn. Bij de ver koop van het deelstadskantoor is overeengekomen dat er ruimte beschikbaar is voor het voltrekken van huwelijken en dat er daar ook een loketfunctie aanwezig zal blijven. Het centrale meldpunt is on langs in werking getreden. Dat betekent naar de burgers van Breda toe een enorme verruiming van de dienstverlening. Zo gauw ik iets meer daarover weet, kom ik daarop nog een keer terug in de commis sie. Ik heb gemerkt dat de verruiming van het aanbod van gemeentelijke stukken via de Bibliotheek al heel goed werkt. Voorzitter, het was eigenlijk voor mij veel te kort, maar gelet op de tijd wil ik het hier even bij laten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 3