Bijlage behorende bij de notulen van 19 juni 2003 Kadernota 2004
2
Zo zijn wij, het is al eerder gezegd, voorstander van behoud van gereserveerde investeringsmiddelen
voor opknappen van wijken maar ook hier geldt dat budget is budget.
Hetzelfde geldt, om maar een voorbeeld te noemen, voor de bibliotheek. Ik verwijs hierbij naar pagina
8 van de kadernota onder punt 1.4.3 dat uitvoering van het beleidsplan wordt getemporiseerd.
Een illuster raadslid merkte enige jaren geleden op: More Parking, More Business, ik mag dit parafra
seren als "No Budget, No Business."
CDA heeft bij de totstandkoming van dit programakkoord fors ingezet op een schone stad. De eerste
verbeteringen zijn al merkbaar, maar ook hier geldt dat wij niet op onze lauweren mogen rusten en
open moeten staan voor een efficiëntere, relatief milieuvriendelijke onkruidbestrijding die leidt tot een
schoner Breda.
Tot slot zal het CDA het beleid willen toetsen aan onze dringende wens voor verbetering van de vei
ligheid. De kadernota geeft aan dat hier aan gewerkt wordt. Of dit hard genoeg zal zijn in onze ogen,
zal de toekomst leren. In dit verband wordt opgemerkt, dat ook volgens onderzoek van Elsevier er nog
heel wat moet gebeuren. In de commissie AZ komen wij hier nog op terug.
De CDA fractie constateert met instemming, dat de regering - in ieder geval - de steden oproept kof
fieshops in de buurt van scholen tegen te gaan.
Het gaat mij te ver om deze algemene beschouwingen te gebruiken om in detail aan te geven, dat de
kadernota tegemoet komt aan bovengenoemde hoofdpunten van het beleid van het CDA. Ik volsta
met de conclusie dat wij ons in deze kadernota voldoende herkennen.
Gemist wordt wellicht in het bovenstaande de "pijler cultuur". Dit wordt door onze fractie zeker niet
vergeten. Wij signaleren met instemming dat de monumenten niet vergeten zijn in de kadernota, extra
middelen worden gereserveerd voor het culturele hoogste punt van Breda, Onze Lieve Vrouwe Kerk,
en dat het Chassé theater het stadium van een zorgelijk kasplantje dat veel (financiële) zorg behoefde
is ontgroeid, financieel goed draait en uitstekend beheerd wordt.
3. Financiële en Personele aspecten.
In de algemene beschouwingen bij de begroting 2003 kreeg het college een pluim op de hoed voor
het aanbieden van een sluitende begroting. In dit licht past ons inziens niet een kadernota die een
meerjarenperspectief aanbiedt, dat leidt tot een niet sluitende begroting gedurende deze raadsperio
de.
De verslechtering van de economie leidt tot het aanpassen van het niveau van de uitgaven aan de
inkomsten, de tering naar de nering zetten en niet de nering uitbreiden door lastenverhoging.
Het CDA is voorstander van de volgende meersporen aanpak:
door middel van het bereiken van grotere effectiviteit (meer doen met dezelfde en zo mogelijk met
minder middelen)
het pas op de plaats maken met overheidsbemoeienis en zo mogelijk zelfs verminderen van (ge
meentelijke) overheidsactiviteiten met afstoten van de artotheek als lichtend voorbeeld
aanpassen ambitieniveau temporiseren van activiteiten/investeringen.
Dit moet ertoe leiden dat de eindjes aan elkaar geknoopt moeten worden, zonder dat gemeentelijke
lasten verhoogd worden. Op voorhand wil het CDA zich vastleggen op een maximaal trendmatige
verhoging van de gemeentelijke lasten, waarbij onze voorkeur uitgaat naar de index die aansluit bij de
ontwikkeling van lonen en uitkeringen.
Als wij het bovenstaande met vasthoudendheid ter hand nemen hoeft de CDA fractie de volgende
keer niet opnieuw aan te dringen op enige soberheid in het aannemen van nieuw personeel, aanpas
sing van de ambtelijke capaciteit gaat als ware het vanzelf en de tweede voorgestelde taakstelling
m.b.t. de ambtelijke formatie vermeld op pagina 11 onder 1.6.3 zal zonder al te veel problemen in
ieder geval gehaald kunnen worden.
Prestatieafspraken.
In toenemende mate wordt gebruik gemaakt van prestatieafspraken. Met deze afspraak wordt beoogd
een goed en efficiënt gebruik van gemeenschapsmiddelen te bevorderen bij de uitvoering van bepaal
de taken/projecten. Besteding van een bepaald budget is gebonden aan het minimaal behalen van
een bepaald resultaat/output. Voordeel is ook, dat de bij de uitvoering betrokken instelling(en) verze
kerd zijn van beschikbare middelen.
