Bijlage behorende bij de notulen van 19 juni 2003 Kadernota 2004
23
Kadernota 2004
Bijdrage SP-fractie
Juni 2003
De raad werkt nu ruim een jaar volgens het duale systeem; tijd om eens te evalueren. De ervaringen
van onze fractie zijn, dat in de praktijk de verschillen met de situatie van voor 2002 eigenlijk beperkt
zijn. Wat ons betreft is het nog steeds zo, dat de collegepartijen regeren en de oppositie het college
kritisch volgt, en is het onderscheid tussen college en raad - op enkele speldenprikjes van de raad na
- voornamelijk een papieren onderscheid gebleken. Dat komt voor ons niet onverwacht: politieke me
ningsverschillen lopen nu eenmaal vaak langs de partijgrenzen en niet langs de kunstmatig gecreëer
de grens tussen wethouders en raadsleden.
Hoe zou het beter kunnen? Bijvoorbeeld door de raadscommissies nadrukkelijk onafhankelijk van de
portefeuilleverdeling in het college te maken; vaker een commissie uit de raad - zoals de commissie
'Brabantpark' - te benoemen die onafhankelijk van het college opereert, een variant op het enquête
recht van de Tweede Kamer te introduceren en door fracties de ruimte te geven hun controlerende rol
waar te maken. Daarbij past niet het verbieden van een interpellatie, zoals eerder deze raadsperiode
is voorgevallen.
Raadsleden hebben een ruime keuze als het gaat om procedurele middelen om een onderwerp onder
de aandacht te brengen: schriftelijke vragen stellen (al dan niet mondeling beantwoord), mondelinge
vragen stellen in de raad, gebruik maken van de rondvraag in commissie of raad, een agendavoorstel
doen voor de commissievergadering, een interpellatie aanvragen en een initiatiefvoorstel indienen.
Wat ons betreft een wildgroei die onduidelijkheid schept over de politieke status of gevoeligheid die
een bepaald onderwerp heeft. Wat ons betreft stelt het fractievoorzittersoverleg, in overleg met de
griffie, een protocol op om de meest geëigende weg te kunnen kiezen, zodat niemand in de gordijnen
hoeft te springen als een fractie een bestuurlijke toelichting wil op de actualiteit, anderzijds een inter
pellatie de politieke lading krijgt die bij dit - relatief zware - middel hoort.
Dan de Kadernota, bedoeld om de kaders van het beleid voor het komend jaar vast te stellen. Die
kaders liggen echter al voor een zeer groot gedeelte vast: het gesloten programakkoord en eerder
genomen besluiten werpen hun schaduw - ook financieel - ver vooruit. Er zijn weinig alternatieven
mogelijk, wat de raad rest is eigenlijk vooral de schaarste verdelen. Dat heeft natuurlijk te maken met
het aankomend regeringsbeleid en de economische situatie van dit land, maar ook het met financieel
beleid van de collegepartijen. Er wordt veel, te veel geld uitgegeven aan projecten die wat ons betreft
geen prioriteit hebben, waardoor er geen bestedingsruimte overblijft voor zaken die wel nadrukkelijk
om aandacht vragen.
Natuurlijk is niet alles huilen met de pet op: met 95 procent van de voorgenomen bestedingen kan de
SP zich verenigen, net zoals wij in 95 procent van de gevallen in de raad voor voorstellen van het
college stemmen. De stad moet bestuurd worden, ambtenaren moeten hun salaris krijgen, en de
noodzaak van investeringen in bijvoorbeeld onderwijshuisvesting en het stationsgebied staat niet ter
discussie. Wat voor ons wel ter discussie staat zijn de forse investeringen in de heropening van de
Haven en de vestiging van het Museum voor Grafische Vormgeving. De SP kiest voor een goedkope
re en effectievere invulling van de Westflank, en voor het afzien van de investering in het museum.
Het geld wat we daarmee besparen zouden wij als volgt besteden:
In de bibliotheken is een financiële impuls noodzakelijk om deze basisvoorzieningen op te trekken, en
op het peil te brengen waar ze anno 2003 zouden moeten zijn, als digitaal kenniscentrum. De SP vindt
het belangrijk om hier flink in te investeren.
In Breda leeft breed de wens om een Huis der Kunsten op te richten, een locatie waar kunstenaars uit
allerlei disciplines terechtkunnen voor uitvoeringen, exposities, repetities en ondersteuning. De SP wil
hier een substantiële gemeentelijke bijdrage aan geven: het is een belangrijke investering in de basis
van het culturele klimaat in de stad.