26 JUNI 2003
251
De heer DUBBELMAN
Ik zou nu op alle moties willen ingaan. Die van Breda '97 zullen wij dus allemaal afwijzen. Dat geldt niet
voor die van Leefbaar-Breda. Ik ga ze even af in volgorde van grootte. Wij vinden de achtergrond van de
motie van Leefbaar-Breda met betrekking tot het nu al aanwijzen van onderzoeksbureaus buitengewoon
sympathiek. Maar waarom kunnen wij tot onze spijt deze motie niet steunen? Omdat wij hebben besloten,
weliswaar nog niet formeel, maar dat hebben wij uit de eerste termijn begrepen, en ik denk dat u, mijnheer
Boer, daar ook volledig achter staat, om een onafhankelijke rekenkamer in te stellen. Laten we nu eerst
de instelling van een onafhankelijke rekenkamer afwachten en zien hoe we dat gaan doen. Die rekenka
mer zal natuurlijk aan het werk moeten binnen budgettaire kaders, en als we zover zijn, denk ik, kunnen
we vanaf dat moment verder gaan praten over die bureaus. Dus wij vinden uw motie wat té voor de mu
ziek uit lopend.
De heer SCHOENMAKERS
Mijnheer de voorzitter, mag ik daar even op reageren? Het gaat niet over datgene wat hij over mijn fractie
heeft gezegd, maar wel over de onafhankelijke rekenkamer. Er ligt helemaal geen besluit dat wij een on
afhankelijke rekenkamer gaan inrichten.
De heer DUBBELMAN
Dat betekent dat
De heer SCHOENMAKERS
Dat is een verlangen dat bij uw fractie leeft. Wij moeten in de discussie over de voortgang, over wat wij
met de rekenkamer gaan doen, nog heel veel besluiten nemen.
De heer DUBBELMAN
Er valt weinig over te besluiten. Wij hebben alle algemene beschouwingen heel goed gelezen. GroenLinks
met name, de VVD en het CDA zijn voor de instelling van een lokale rekenkamer. Dat u daar niet voor
bent - ik zal maar even in het midden laten waarom niet, want dan kunnen
De heer SCHOENMAKERS
Dat zeg ik niet. Ik zeg niet dat er niet voor ben, maar dat we er nog geen besluit over hebben genomen.
De heer DUBBELMAN
Ik heb gehoord van alle fracties die hun algemene beschouwing hebben gehouden over de Kadernota, dat
hét dualisme-instrument bij uitstek een onafhankelijke rekenkamer is en dat de meerderheid van de frac
ties daarvoor is. Wij zullen in het fractievoorzittersoverleg snel voorstellen om met name dit voorstel con
creet uit te werken. Daarom, want ik had het over de motie van Leefbaar-Breda, mijnheer Boer, vinden wij
nu niet de tijd gekomen om u te steunen.
De heer BOER
Even een korte reactie, mijnheer de voorzitter, als het mag. Het duurt erg lang en er gaat al een groot
aantal zaken voorbij waarop we geen invloed kunnen uitoefenen. Dat was eigenlijk de achtergrond.
De heer DUBBELMAN
Mag ik via u, voorzitter, een beroep doen op de heer Boer om in het eerstvolgende fractievoorzittersover
leg veel haast te maken met die onafhankelijke rekenkamer? Dan kunnen we bij wijze van spreken nog in
de loop van dit jaar al toekomen aan de vraag over de in te schakelen bureaus. De tweede motie van
Leefbaar-Breda waar wij sympathiek tegenover staan betreft de motie over de deregulering. Ik wil dat
verklaren. Wij hebben in ons verkiezingsprogramma - neem me niet kwalijk, sommige leden vinden dat
vervelend, maar wij willen ons toch aan ons verkiezingsprogramma houden - letterlijk de volgende passa
ge staan: 'Het CDA pleit voor minder regels die wel gehandhaafd kunnen worden in plaats van een woud
van regelgeving met een hoog symbolisch karakter.' Aldus een letterlijk citaat. Wat is nu een beetje ons
probleem met uw herziene motie, mijnheer Boer, en met name ook mijnheer Stubenitsky? U komt ons
tegemoet door de eerste overweging te laten vervallen. Dat waarderen wij, want dat vonden wij ook al.
Het gaat om een overweging in motie 5, waarin een uitspraak gedaan wordt over belastingverordeningen.
U heeft die laten vallen. U heeft wel laten staan: 'overwegende dat er mogelijk gemeentelijke regelgeving
is die de leefbaarheid en handhaving van de goede orde schaadt noch ten goede komt'. Als wij die twee
de overweging mogen lezen als een open vraag zonder dat u daarop nu al impliciet een antwoord wilt
hebben, dan Ik kijk even naar mijn fractiegenoot, want ik heb zo-even gezien dat men soms wel wat