26 JUNI 2003
257
van het Brabantplein kunnen wij instemmen met de intentie die het college neerlegt om het Brabantplein
in competitie te brengen met andere zaken. Zo hebben we er ook in de fractie steeds over gesproken. Als
je als raad een initiatief neemt om zoiets als het Brabantplein aan te pakken, dan vinden wij het ook billijk
datje dan op een gegeven moment met elkaar tot de afweging komt welke dingen je dan wilt verschuiven,
misschien anders wilt temporiseren, of faseren of vertragen om ruimte te maken voor zo'n soort initiatief.
Ik denk dat het moment van de begrotingsbehandeling ook het moment is waarop we dat serieus moeten
doen. Ook wij erkennen dat de aanpak van het Brabantplein door de raad als initiatief is genomen en op
zichzelf is het heel waardevol om dit op een positieve manier te beoordelen. Maar ik vind het wel eerlijk
datje dit in competitie brengt met andere zaken in de stad die ook heel hard nodig zijn. De motie (12) die
GroenLinks heeft ingediend met betrekking tot het 'uiterst soepel omgaan mét'. Ook wij zouden liever de
concrete wetgeving nog even willen afwachten. Wij hebben er vertrouwen in dat, wetend hoe de wethou
der SAW gebruikelijk opereert en de intenties en de kracht die zij daarbij voor kwetsbare groepen heeft,
dit absoluut niet zal leiden tot een heksenjacht en vrouwen de arbeidsmarkt op jagen. Ik denk dat dat het
laatste is wat de wethouder SAW zou voorstaan en dat zij met ons zal strijden voor een zo eerlijk en zo
goed mogelijke aanpak, juist ook op zo'n punt. Wij zullen die motie om die reden dan ook niet steunen. Wij
zijn ervan overtuigd dat je, als je afwacht en het college de kans geeft om met een goed voorstel te ko
men, sterker zult staan vergeleken met datgene wat wij hier zouden kunnen formuleren. Ten slotte, voor
zitter
De heer AKINCI
Bij interruptie. Denkt u niet dat een dergelijke motie die eventueel door de raad zou worden aangenomen
een steuntje in de rug kan zijn van de wethouder om samen met de commissie SAW juist dat traject in te
gaan, in plaats van nu al zo afwijzend te reageren op iets wat volgens mij door onze beide fracties, en wat
ik van de heer Dubbelman begreep: ook door het CDA, juist wordt gezien als iets waarover wij in ieder
geval gedrieën, en wellicht ook met andere fracties, hetzelfde idee hebben?
De heer HAARHUIS
Wij steunen uiteraard de gedachte dat je bijstandsmoeders ruim de kans moet geven om voor hun kinde
ren te zorgen. Ik zou dat ook absoluut niet anders willen. Wij hopen ook dat de wetgeving en de regelge
ving ons zal toestaan om dat ook op een goede en ruimhartige manier te kunnen doen. Maar moetje dat
uitspreken als 'soepel omgaan met', terwijl je nu nog niet weet wat de wettelijke kaders zijn? Ik zou zeg
gen: wij kennen met elkaar de intentie, u kent de intentie die wij als Partij van de Arbeid daarmee hebben
en de uitspraken die daarover door de collega's zijn gedaan. We weten hoe de wethouder SAW en het
college zich ook in het verleden krachtig hebben opgesteld om juist ook aan hen bescherming te geven. Ik
heb daar nu vertrouwen in en ik zou dat sterker vinden dan de vage uitspraak: 'soepel omgaan met', ter
wijl je nog niet weet met welke wettelijke kaders je precies te maken krijgt. Dus de intentie van uw voorstel
wordt raadsbreed gedeeld. Ik denk dat het sterker is om nu te wachten wat de concrete wetgeving aan
geeft en daarop dan met elkaar stevig in te zetten en daarin met name vrouwen die voor hun kinderen
willen zorgen op een goede en eerlijke manier zo sterk mogelijk te benaderen.
De heer KWISTHOUT
Voorzitter, ook even bij interruptie. Ik denk dat de heer Haarhuis een beetje voorbijgaat aan het signaal
dat richting landelijke overheid uitgaat van een door de gemeenteraad aangenomen motie, zeker als die
wellicht unaniem kan zijn of als die in de raad breed wordt gesteund. Het is niet alleen een signaal ter
ondersteuning van de wethouder, maar ook een heel duidelijk signaal dat nog sterker overkomt richting de
regering.
De heer HAARHUIS
Neen. Ik heb geprobeerd aan te geven dat we nu met een te vage motie van 'soepel omgaan met' wellicht
onszelf in de voet schieten als je weet welke wettelijke kaders je straks hebt. Als we de wettelijke kaders
weten, zullen we vol in kunnen zetten om op een zo goed mogelijke manier binnen die wettelijke kaders
juist vrouwen en kinderen, families en gezinnen op een zo goed mogelijke manier te kunnen bejegenen. Ik
denk dat het goed is om dan meteen naar de laatste motie (20) te gaan die D66 heeft ingediend met be
trekking tot het armoedebeleid. Ook van die motie vinden wij, en dat moet ik erbij zeggen, dat wij in het
verleden, ook onder Paars, zowel de heer Melkert als alle ministers die tijdens Paars hebben gediend, te
pas en te onpas, mondeling, in bezoeken en in contacten stevig hebben geconfronteerd met de tekorten
en de lacunes die in het beleid zaten. Ook op het punt van de armoedeproblematiek hebben wij toch de
neiging om te wachten tot de wetgeving helder en duidelijk voor ons ligt. We weten dat de VNG namens
de gemeentes daar op een hele krachtige manier in zit en dat de discussies nu lopen. We hoeven het
geen sterker signaal te geven en daar als gemeenteraad nog achteraan gaan hobbelen, die processen