26 JUNI 2003
237
AANWEZIGE WETHOUDERS: DE HEREN A.C.A.M. ADANK (CDA), A.L.E. ARBOUW (VVD), ME
VROUW M.P. HEERKENS (PvdA), DE HEREN J.M.L. NIEDERER (VVD), A.J.G. OOMEN (CDA).
AFWEZIG: MEVROUW M.J. BOIDIN-VAN HOEVE (CDA), DE HEREN J. DE WERD, P. VAN YPEREN
(BREDA '97).
I. OPENING.
De VOORZITTER opent de vergadering te 19.30 uur.
De VOORZITTER
Dit is de vervolgvergadering van de Kadernota. Vorige week donderdag hebben we de debatten gehad.
Vandaag zou het tot besluitvorming komen. U hebt daarvoor de agenda gekregen.
II. MEDEDELINGEN.
De VOORZITTER
Hoewel hij geen lid van de raad is, deel ik u toch mede dat wethouder Arbouw vandaag zijn verjaardag
viert en ik zou hem willen voorzien van een klein cadeautje, (overhandiging geschenk.) Zelfs de oppositie
zong mee, dat vind ik echt fantastisch.
De heer BOER
Mijnheer de voorzitter, ze hebben ons een zetel ontnomen.
De VOORZITTER
Wat zegt u?
De heer BOER
Ze hebben ons een zetel ontnomen.
De VOORZITTER
Eerlijk gezegd, heb ik het nog niet helemaal gehoord. Oh, uw zétel ontnomen? Dat is letterlijk zo, hoop ik.
Goed, er wordt voor een zetel gezorgd.
III. VASTSTELLING VAN DE AGENDA.
De VOORZITTER
Ik begrijp dat de warmte u overmant en dat u daardoor ook wat onrustig bent, maar zullen wij proberen de
agenda vast te stellen? Hij is simpel genoeg om hem snel vast te stellen. Akkoord? U bent het eens met
de vaststelling van deze agenda.
Akkoord.
IV. VASTSTELLING KADERNOTA 2004.
NADERE INLICHTINGEN.
Indien de raad dit wenst krijgt het college de gelegenheid het schriftelijk advies over ingediende moties
en/of amendementen nader toe te lichten.
De VOORZITTER
Ik kom bij punt IV, de vaststelling van de Kadernota 2004. Als daar geen sprekers voor zijn, zijn we daar
zo mee klaar. Er zouden nadere inlichtingen gevraagd kunnen worden in de richting van het college met
betrekking tot het schriftelijk advies dat over de moties en de amendementen is ingediend. Wie wil daar
over het woord?
De heer HAARHUIS
De motie die de Partij van de Arbeid heeft ingediend met betrekking tot de besteding van de middelen
Cultuur was met name gericht op het voortzetten van het zeer constructieve gesprek dat in de