26 JUNI 2003 265 De heer SCHOENMAKERS daar staan wij achter. De heer BOER Maar straks gaat de rekenkamer ook advies vragen bij onafhankelijke adviesbureaus. Dat was wel de bedoeling natuurlijk. De heer SCHOENMAKERS In de Kadernota staat aangegeven dat voor de rekenkamer 75.000 euro per jaar beschikbaar is. We heb ben daarover intern al eens met elkaar van gedachten gewisseld, althans de heer Snier en ik als voorzitter en waarnemend voorzitter van de Rekeningscommissie. Het is een bedrag waarmee we kunnen werken, maar in de toekomst zal moeten blijken of dat voldoende is. Dat hangt helemaal samen met waar we voor kiezen. Ik wil die discussie hier nu niet voeren. Die zullen we voeren op de plaats waar die De heer BOER Even toch ter interruptie, mijnheer de voorzitter. Pas aan het eind van het jaar komt er waarschijnlijk een rekenkamer en dat geld ligt nu op tafel. Daar kun je wat mee doen. Daar vraag ik naar, want er zullen zich situaties voordoen waarbij we er zelf niet uit komen. Ik kan redelijk rekenen, maar dat geloven jullie niet, dus dat heeft dan geen zin. Doe dat dan met een onafhankelijk adviesbureau en zorg dat je er een paar in de la hebt liggen die dat snel kunnen. De VOORZITTER De heer Schoenmakers, tot slot. De heer SCHOENMAKERS Wat u zegt is waar. Ik erken ook dat u de grote rekenmeester bent in deze raad en dat wij af en toe met belangstelling daarnaar luisteren, maar het niet altijd kunnen volgen. De VOORZITTER Dat ligt aan ons. Begreep ik goed dat motie 8 is teruggetrokken? Ja. Dan strepen we die ook door. Ik kom met uw welnemen bij de heer De Roos. Zie ik dat goed? De heer DE ROOS Ik ga ook maar staccato de moties en amendementen langs. Amendement 1 van de SP. De gedachte die eraan ten grondslag ligt steunen wij en daarom steunen we ook dat amendement. Datzelfde geldt voor het amendement van D66, amendement 2. De motie (2), locatie bibliotheek Brabantplein, van de Partij van de Arbeid steunen wij. Motie 1 is teruggetrokken. Motie 3 van Leefbaar-Breda. Die gedachte steunen we. Het verhaal van het college dat er geen dekking is, vinden wij onvoldoende, dus wij steunen ook die motie. Motie 4. Wat wordt voorgesteld met betrekking tot het ondersteunen van de controlerende taak van de gemeenteraad vinden wij erg 'ad-hoc'erig', om het zomaar eens te zeggen. Wij vragen ons af of het ook praktisch haalbaar is wat hier wordt voorgesteld. Dus wij zetten meer in op de komst van ofwel een reken kamer ofwel een rekenkamerfunctie. Dus wij zijn niet voor motie 4. Motie 5, onderzoek deregulering. Wij weten dat die motie is ingegeven, omdat de heer Stubenitsky ontevreden was met de invoering van preca riorechten en de verordening Havengelden. Dat is de inspiratie die ten grondslag ligt aan deze motie. En daar zijn wij het absoluut niet mee eens, dus wij stemmen tegen motie 5. De heer STUBENITSKY Ter interruptie, mijnheer De Roos. Er zijn veel meer regeltjes waar ik vraagtekens bij zet. Ik heb alleen twee voorbeelden genoemd. De heer DE ROOS Geef nou gewoon aan tegen welke regels je bent, en doe een initiatiefvoorstel in de raad. De motie (6) die is ingediend door de heer Schoenmakers, maar die flink is geamendeerd, met betrekking tot de Heuvel, steunen wij ook. Het is wel een beetje verslapt allemaal, maar alia, we willen toch dat er een gebaar wordt gemaakt richting Heuvel, dus wij zullen in ieder geval die motie steunen. Met motie 7, investeringsvolume Brabantplein, zijn wij akkoord. Wij zijn ook altijd van mening geweest dat er prioriteit moet komen aan actie ten behoeve van het Brabantplein. Motie 9 van Breda '97 met betrekking tot het investeringsvolume Verkeersplan steunen we eveneens. Motie 10, met betrekking tot het maximeren van de lastendruk. Wij zeggen: het kan zijn, ook in deze tijden, dat we niet uitkomen met het percentage van 2,6. Met andere woorden: wij zijn tegen motie 10. Motie 11 is van onszelf, dus die steunen we. Nou, dat doen we niet altijd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 30