26 JUNI 2003 267 oorspronkelijke motie van Breda '97. Bij een aantal overwegingen, in het dictum hebben wij onze twijfels. Als je kijkt naar de prioriteit die de motie legt bij herstructurering. De SP-fractie constateert wat betreft de prioriteit die de motie legt bij herstructurering dat dit laatste toch heel vaak vertaald kan worden in sloop, en daarbij hebben wij onze reserves. Maar alles bij elkaar willen wij de motie het voordeel van de twijfel geven. Het is ook wel een mooi signaal als een motie unaniem door de gemeenteraad aangenomen kan worden. Motie 10 van Breda '97 over lokale lasten steunen wij niet, omdat wij van mening zijn datje als gemeente eerst moet kijken wat nodig en belangrijk is om te doen, en dat je daarna moet zien dat je het geld daarvoor binnenhaalt. Matiging van de OZB is wat ons betreft niet dwingend daarbij. Motie 9 over het investeringsvolume heb ik even overgeslagen. Ik ben het met de heer Schoenmakers eens datje als raad in een kaderstellend debat gewoon de kaders moet wegzetten en dat het college dan met voorstellen moet komen met mogelijke financiële dekkingen hetzij door een verhoging van de gemeentelijke belastin gen, hetzij door bezuinigingen ergens anders op, hetzij voor mijn part door flink de schulden in te gaan. Het college moet dus op een rij zetten wat de gevolgen zijn van de wensen van de raad en dan is het aan de raad om daarover een beslissing te nemen. De heer BOER Als je dan een rekenkamer hebt of in ieder geval een adviesbureau, komen we een heel end. Dat is ge woon het punt. De heer KWISTHOUT Maar de strekking van mijn inbreng is dat het niet aan de raad is om de dekking te zoeken maar aan het college. Dat hoort bij de uitvoerende taak van het college. De laatste motie die ik wil bespreken betreft motie 12, over, laat ik het maar zo noemen, de bijstandsmoeders. Wij hechten er toch heel erg aan weieens een signaal te laten doorklinken richting regering en parlement. Natuurlijk moetje niet te pas en te onpas als raad moties aannemen en die naar de regering sturen, maar je moet daar wel gebruik van maken op het moment dat dat gewenst is. En ik denk dat het op dit moment zeker een goede gelegenheid is, los van het feit dat je natuurlijk ook een signaal geeft als je niet voor zo'n motie stemt. Dat is altijd de keerzijde van zo'n verhaal en dat wil ik toch ook de Partij van de Arbeid in overweging geven. Voorzitter, tot zover. Mevrouw OVERBOOM De heer Schoenmakers is al ingegaan op de reactie van het college op de ingediende moties en amen dementen, maar ik wilde daaraan toch nog een opmerking toevoegen over het antwoord dat bij de meeste moties is gegeven, dat er geen alternatieve dekking is aangegeven. Ons standpunt is dat u het ons on mogelijk heeft gemaakt om een alternatieve dekking te geven en om op die manier onze kaderstellende rol in te vullen. Dus wij zouden dat willen terugleggen bij het college. Wij hebben eerder ook gevraagd om dezelfde financiële informatie te krijgen en de claims waarover het college beschikt. Het gaat ons veel te ver om nu op onze moties te reageren in de zin van: er wordt geen alternatieve dekking gegeven. Wij vinden dat eigenlijk een wat zwak weerwoord. Wij hebben al aangegeven in onze eerdere behandeling dat wij naderhand weer terug willen komen met nieuwe voorstellen hoe deze kadernotabehandeling te doen. Ik denk dat we hiervan zeker moeten leren. Wij hebben al een motie ingetrokken. Op de reactie van het college wil ik eerst even reageren per afzonderlijke motie. De motie over de Ginnekenweg en de Bosch straat (18) willen wij aanhouden. De motie over het vierde scenario (19) willen wij intrekken. Het heeft op dit moment ook geen zin meer om dat nog te krijgen, maar ik wil nogmaals benadrukken dat wij het zeer betreuren dat een motie die vorige week door vijf fracties is ondersteund wordt afgewezen, daar waar het eigenlijk gaat om zeer actuele informatie waarop je je zou willen baseren. De heer HAARHUIS Voorzitter, als u het mij toestaat. Ik heb het artikel waarop mevrouw Overboom doelde nog eens gelezen en daar staat weliswaar in de eerste kolom een zekere positieve wending ten opzichte van de inkomsten, maar in de laatste kolommen wordt meerdere keren gewezen op de noodzaak zeer behoedzaam te zijn en zeer conservatief te zijn, omdat er op allerlei andere terreinen risico's en dergelijke zijn. Dus in het eerste stukje van het artikel lijkt u gelijk te hebben, maar in het vervolg geeft datzelfde artikel aan dat je juist heel erg voorzichtig moet zijn. Mevrouw OVERBOOM Ik wil daarmee niet suggereren datje niet behoedzaam moet zijn. Ik wil alleen het volgende aangeven. Er staat in dat artikel dat er sprake is van een groei van de uitkering van het Gemeentefonds van 1,3 procent. Dat is een behoorlijk groot bedrag, want dan zitje voor volgend jaar al gauw op 1 a 1,5 miljoen extra voor de gemeente, daar waar andere scenario's van nul of min uitgaan. Wij blijven op het standpunt staan dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 32