Bijllage behorende bij de notulen van 26 juni 2003 Kadernota 2004
1
Geachte leden,
In uw vergadering van donderdag 19 juni j.l. heeft voor het eerst in het kader van de dualisering een opi
niërende behandeling van de Kadernota plaatsgevonden. Middels de u aangeboden concept Kadernota
2004 en de daarbij aangeleverde voorinformatie, hebben wij gemeend tegemoet te komen aan uw wen
sen om een zodanige Kadernota te ontvangen dat een kaderstellend debat kan plaatsvinden. Het ver
heugt ons dat u hier nadrukkelijk bij stil heeft gestaan in uw eerste reactie. Ook wij realiseren ons echter
dat het een leerproces is om het dualiseren verder met elkaar vorm en inhoud te geven.
In deze brief zullen wij ingaan op de door u ingediende amendementen en moties. Wij menen dat het on
ze taak en rol is, om als door u aangesteld bestuur van de gemeente u te adviseren ten aanzien van de
amendementen en moties. Uiteraard is het uw raad die uiteindelijk beslist. Voor de leesbaarheid beperken
wij ons hier tot een korte weergave van het onderwerp en onze reactie.
Tijdens de raadsvergadering van 19 juni j.l. heeft er in hoofdlijnen een debat plaatsgevonden tussen de
verschillende fracties in uw raad. Een aantal van de ingediende moties richt zich ons inziens specifiek tot
de raad. In onze reactie hebben wij dit als zodanig verwoord.
Voordat wij in zullen gaan op de afzonderlijke amendementen en moties wijzen wij er op te hebben ge
constateerd dat in een aantal van de amendementen en moties een besluit wordt voorgelegd dat niet is
voorzien van een alternatieve dekking. Wij zijn van mening dat amendementen en moties die oproepen tot
het doen van een bepaalde uitgave of het laten vervallen van een bepaalde inkomst dienen te zijn voor
zien van een (alternatieve) dekking. Bij het niet voorzien in een dekking wordt immers een gat geschoten
in het financieel perspectief. Dergelijke moties passen niet in het uitgangspunt zoals neergelegd in de
concept Kadernota 2004. Wij zullen u dan ook in overweging geven niet met deze aldus geformuleerde
moties in te stemmen.
Tevens wijzen wij er nogmaals op dat de concept Kadernota 2004 richtinggevende kaders geeft voor het
financieel meerjarenperspectief. Gezien de bijzondere situatie waarin we ons op dit moment bevinden,
zoals een nieuwe regering en de economische situatie en met inachtneming van de opmerkingen van uw
raad hebben wij als college gekozen voor de nu voorliggende scenario's. Ons uitgangspunt is om met een
verantwoord financieel perspectief deze collegeperiode af te sluiten. Bij de Begroting 2004 willen wij daar
een verdere invulling aangeven op basis van de dan beschikbare financiële gegevens. Wij verwachten dat
die cijfers dan concreter kunnen zijn dan de huidige informatie waar wij bij het opstellen van de concept
Kadernota 2004 vanuit moesten gaan.
Amendement 1 (SP) - Kwijtschelding afvalstoffenheffing en rioolrecht
In de vorige collegeperiode is er voor gekozen de kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing en het riool
recht onder te brengen in de OZB. Wij stellen nu voor dit weer onder te brengen bij de afvalstoffenheffing
en het rioolrecht om de volgende redenen:
Bij het voorbereiden van de concept Kadernota hebben wij voor het terugdringen van het tekort niet alleen
gekeken naar de uitgaven, maar ook naar de inkomsten. De voorgestelde verschuiving in de dekking van
de kwijtschelding is naar onze mening de meest redelijke lastenverzwaring. Waarbij overigens rekening
moet worden gehouden met het feit dat binnen de afvalstoffenheffing de mitigering op basis van de gelden
uit de liquidatie Bavel Dorst zoveel als mogelijk zal worden gecontinueerd.
In het algemeen geldt dat wij in de geest van het Programakkoord de ontwikkeling van de lasten zoveel
mogelijk willen beperken, het door ons genoemde percentage van 2,6 is daarbij voor 2004 ons uitgangs
punt voor de OZB. Gezien het financieel meerjarenperspectief achten wij het niet wenselijk de discussie
over de kwijtschelding uit de weg te gaan. Overigens geldt dat wij het investeringsniveau binnen de ren
dabele producten de komende jaren positief kritisch tegen het licht willen houden, waardoor in de uitwer
king een duidelijke relatie kan worden gelegd tussen ambitieniveau en lastendruk. Door deze insteek me
nen wij als college een verantwoorde balans te kunnen leggen tussen enerzijds een getemporiseerd am
bitieniveau en anderzijds een gematigde lastenontwikkeling. Dit alles op basis van het uitgangspunt van
kostendekkende tarieven.
De afschaffing van de OZB voor de gebruikers van woningen zal gevolgen hebben voor de dekking van
de kwijtschelding. In de mogelijke compensatie van rijkswege voor het laten vervallen van de OZB voor