26 JUNI 2003 242 De heer SCHOENMAKERS De heer Joosse was daar niet bij. De VOORZITTER Hij was er niet bij. Goed, De heer SCHOENMAKERS Hij is wel ingelicht over de stappen die wij zouden ondernemen, maar hij De VOORZITTER In het kader van het dualisme is het de raad die de kaders stelt. Dat is duidelijk. Het college is het bestuur van de stad. Wanneer er opdrachten komen vanuit de raad, dan kan het zijn dat die opdrachten niet pas sen in de financiële omstandigheden waarin het bestuur moet worden uitgeoefend, en dat kan betekenen dat op zich, in theorie, een opdracht, een motie of wat dan ook van de raad of van een raadscommissie niet wordt uitgevoerd. Dat is dus in theorie mogelijk. Dat ziet u ook op landelijk niveau. De regering kan een motie naast zich neerleggen. Vaak heeft dat repercussies, want wanneer u als de raad zou vinden dat dat ten onrechte gebeurt, dan neemt u daarvoor uw maatregelen. Dat zijn politieke issues. Buiten de poli tieke issue is natuurlijk de rol van de voorzitter van de raad, die ook voorzitter van het college is, inder daad een spagaathouding. Ik waak ervoor dat de processen gaan zoals ik meen dat die in het dualistisch verband zouden moeten. Daarvoor hebben we bijeenkomsten, daarvoor spreken wij ook vaak met elkaar, omdat we ook van tevoren tegen elkaar hebben gezegd dat we in een leerproces zitten, en dat we in het begin proberen soepel ermee om te gaan, met vallen en opstaan, om te komen tot een ontwikkeling. De Kadernota is zo'n proces, denk ik, dat we nog niet hebben gehad. U weet hoe we geworsteld hebben met de wijze waarop we die Kadernota zouden behandelen, of er een prekadernotanotitie en -debat moest komen. Daar zijn we niet allemaal goed uit gekomen, dus we hebben gezegd: laten we het nou zo doen dat er een behandeling van de Kadernota komt waarin het college in ieder geval een voorstel doet, maar enige ruimtes laat voor keuzemogelijkheden. Nou goed, die worden aangereikt en dan komen er moties en amendementen en als er gaten geschoten worden in de dekking, dan is het, denk ik, terecht dat het college, dat straks wordt geconfronteerd met die uitvoering, waarvoor dan geen dekking zou zijn, advi seert een motie of een amendement niet aan te nemen. Dit lijkt mij een terechte opmerking van het colle ge. Vandaar ook dat ik sta achter de brief van het college in de richting van de raad. We hebben dat de vorige keer ook uitgesproken. Het is even een discussie geweest of het college de gelegenheid gegeven moest worden om te adviseren in de richting van de raad. Het college doet dat en ik zie absoluut niet in wat daar nou mis aan is. Er wordt niet eens gezegd: wij stellen u voor om het niet te doen. Er wordt alleen gezegd: wij geven in overweging, wij adviseren u. Maar u bent volstrekt in uw recht als u toch die advie zen naast u neerlegt. Dat heb ik ook de vorige keer gezegd. Mocht de raad vinden dat ik die rol, die spa- gaatrol, in de processturing niet goed vervul of niet goed kan vervullen, omdat dat wellicht door de wette lijke constellatie onmogelijk is, dan vind ik dat de raad daarover een uitspraak moet doen en dan is er best een formule te vinden om daarlangs heen te komen. Er zijn gemeenten waar het oudste raadslid voorzitter van de raad is en de burgemeester niet meer de raad voorzit. Dat kan, dat is mogelijk, en wanneer de raad dat zou vinden, lijkt mij dat een weg die we zouden moeten begaan. Ik hoor of u daar voorstellen voor hebt. TWEEDE TERMIJN De heer SCHOENMAKERS Voorzitter, ik bedank u voor uw reactie op datgene wat ik naar voren heb gebracht. Ik wil er toch een paar opmerkingen aan toevoegen. Een kaderstellende motie is toch iets anders dan een normale motie. De heer Taks heeft dat destijds bij de kaderstelling ten aanzien van het Brabantplein ook heel duidelijk naar voren gebracht. De opdracht die in het kaderstellend voorstel was opgelegd, was dat bij de Kadernota 2004 investeringsvolume vrijgemaakt moest worden voor het Brabantplein. We hebben daar een werk groep gehad, waarmee zeer veel overleg is geweest. Op dit ogenblik zitten er zelfs vertegenwoordigers van het Brabantplein op de publieke tribune, wat ook aangeeft wat voor een grote prioriteit dat ook bij de bewoners heeft. U had ten minste bij de Kadernota moeten aangeven waarom u dat niet kon doen, dan zou het correct geweest zijn, maar door met geen woord daarover in de Kadernota te praten, gaat u op zijn zachtst gezegd toch niet ernstig om met datgene wat we bij de kaderstelling bedoelen. De tweede opmerking die ik wil maken betreft het feit dat u zegt dat wij de dekking moeten aangeven. De raad kan de dekking niet aangeven. Als wij een investering willen doen omdat wij vinden dat die prioriteit moet hebben, kan de raad de dekking niet aangeven. Er is maar één instantie die dat kan doen en dat is het college. Het college is met de uitvoering belast. Vertegenwoordigers van de raad hebben daarover in de voorbereiding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 7