10 JULI 2003 288 De heer ADRIAANSEN Conform de raadsregels, conform de uitspraak van de Raad van State, conform het voorliggende be stemmingsplan kunnen wij niet anders. Ook een tijdelijke overeenkomst kan, ons inziens, op dit mo ment niet. Het lijkt ons niet verstandig om wat de voordeur verbiedt langs de achterdeur in een week tijd weer in te voeren, mijnheer De Roos. De heer BOER Ik heb even gewacht met interrumperen tot de heer Adriaansen was uitgesproken. Bij het verhaal over het Wagemakerspark heb ik al aangegeven dat het college daar vooruitloopt op de wetgeving die eraan komt. In wezen komt er ook een wetgeving over dit onderwerp waardoor het dan wel mogelijk zal zijn. Hoe kunt u dan aan de mensen uitleggen dat er met twee maten wordt gemeten? De heer ADRIAANSEN U kunt absoluut toch niet verwachten dat de gemeenteraad een besluit zal kunnen nemen om dit te gedogen, terwijl eerder door het college, ook vanuit de raadsregels, is gezegd dat er moet worden gehandhaafd. Ik vind dat een onlogische stap. De VOORZITTER Overigens, mijnheer Boer, die wet waarover u het heeft is al van kracht. De heer BOER Maar die erkertjes stonden er al voordat die wet van kracht was. De VOORZITTER Dat weet ik niet. Dat is maar de vraag. De heer BOER Het is een vooruitlopen op een nieuwe wetgeving en dat is hier precies hetzelfde. De VOORZITTER Er is toen niet vooruitgelopen op een nieuwe wetgeving, heeft de wethouder gezegd. Het is toen bin nen de aanvraag gebeurd. Maar goed, we gaan door. Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS De VVD-fractie is in de commissie duidelijk geweest in haar standpunt over dit onderwerp. In 2000 is het bestemmingsplan buitengebied Prinsenbeek met grote zorgvuldigheid vastgesteld. Alle bezwaren die zijn ingediend door de familie Mathijssen zijn ongegrond verklaard en zelfs vorige week heeft de Raad van State de gemeente over dit onderwerp ook in het gelijk gesteld. Hierover is dus geen dis cussie. Wij gaan akkoord met het voorstel. Een punt dat zowel bij de behandeling van het bestem mingsplan alsook een paar weken geleden in de commissie weer aan de orde is gekomen, is het ont breken van gemeentelijk beleid op het gebied van de plattelandsvernieuwing. Hierbij denken we na tuurlijk niet alleen aan Prinsenbeek, maar aan het buitengebied van heel Breda. In 2001 is in de visie Landgoed Breda opgenomen dat onderzocht moet worden welke mogelijkheden er zijn voor verbrede vormen van landbouw als nieuwe economische dragers in het buitengebied. Ook de Provincie is op dit gebied actief. Zij is momenteel bezig vorm te geven aan het reconstructiebeleid waarin wordt gezocht naar een goede mix tussen landbouw, natuur, water en recreatie. In het buitengebied sta je altijd voor dilemma's. Aan de ene kant moetje afwegen welke nieuwe vormen van landbouw je zou kunnen toe staan en aan de andere kant vindt de VVD-fractie dat je zorgvuldig moet omgaan met het buitenge bied en dat je het moet koesteren en er zeker ook geen recreatiecircus van moet maken. Daarom wil de VVD-fractie door middel van een motie het college vragen om op basis van richtlijnen vanuit de Provincie zo snel mogelijk te komen tot een eigen gemeentelijk plattelandsbeleid. Deze motie wil ik nu aanbieden aan het college. De VOORZITTER Door mevrouw Van Hasselt-Blankers is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De door mevrouw Van Hasselt-Blankers, namens de fractie van de VVD, ingediende motie luidt als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 13