10 JULI 2003 291 De heer STUBENITSKY In het magazine 27/28 van de Vereniging Nederlandse Gemeenten lees ik: de landbouw verdwijnt uit Nederland. Ik wil er een citaat uit voorlezen: "Voor alles wat niet agrarisch is zit het buitengebied op slot en bedrijven die er al zitten wordt de wacht aangezegd. Moedig in plaats daarvan nieuwe econo mische initiatieven op het platteland aan en faciliteer die als de burgers je lief zijn." En dat is eigenlijk de strekking van het hele artikel. Gisteren las ik in De Telegraaf dat kinderen hun best doen de weg te vinden in de grootste maïsdoolhof van Nederland in het Gelderse Malden die pas is geopend, drie hectare groot is en eigendom is van een varkenshouder. Het is de derde maïsdoolhof in ons land. De andere liggen in Raalte en Tegelen. Vandaag stond er een foto over hetzelfde onderwerp in BN/DeStem, en als ik dan die blijde kindersmoeltjes zie dan denk ik: wat staan we hier toch correct te zijn. De heer Leunisse, onze John, is op dit moment met de Provincie naar Ierland om te kijken hoe men daar deze problematiek oplost. We leven in Breda nog in het streekplan 1992 en het streekplan 2002 is, volgens mijn informatie, net droog. Wat aan de Overveldsestraat 10 gebeurt, is juist datgene wat in de toekomst met veel agrarische bedrijven zal moeten gaan gebeuren. Als je van die maïs niet meer kunt leven, probeer dan te leven van de mensen die naar die maïs willen komen kijken en er doorheen willen lopen en daar nog voor willen betalen ook. Nu verbieden, omdat onze regelgeving achterloopt met de praktijk terwijl die regelgeving op zeer korte termijn zal moeten gaan veranderen, is zeker bij een activiteit die seizoensgebonden is waanzin. Zelfs als de wethouder nu ter plekke aan de gang zou gaan om deze regelgeving te veranderen, is die maïs al popcorn voordat de eerste regels op papier staan. Dan moet het maar met een vooruitlopende gedoogvergunning, en als zo'n vergun ning niet bestaat: hulde aan de uitvinder daarvan. Daarom dienen wij toch een motie in. Wat betreft de motie van de VVD het volgende. Eigenlijk zou die overbodig moeten zijn, want het lijkt ons logisch dat het beleid van de gemeente Breda met betrekking tot het streekplan zo snel mogelijk wordt aange past, maar toch steunen wij haar. De VOORZITTER Door de heer Stubenitsky is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoen de ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De door de heer Stubenitsky, namens de fractie van Leefbaar-Breda/PvhZ, ingediende motie luidt als volgt: MOTIE (2) De leden van de raad der gemeente Breda, gelet op artikel 37 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad; stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 10 juli 2003 ter behandeling van het voorstel van burgemeester en wethouders inhoudende afwijzen verzoek om bestemmingsplanherziening ex artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van mevrouw C. Mathijssen voor de locatie Over veldsestraat 10 te Prinsenbeek; overwegende dat: 1de maïsdoolhof een educatieve en de jeu de boulesbaan zeker een sociale functie hebben; 2. het in de lijn der verwachtingen ligt dat de provinciale en landelijke regels over deze materie op niet te lange termijn zullen wijzigen; besluit: vooruitlopend op deze wijzigingen van de regels mevrouw C. Mathijssen voor de locatie Overveld sestraat 10 te Prinsenbeek een gedoogvergunning te verstrekken voor de maïsdoolhof en de jeu de boulesbaan; aldus besloten in haar openbare vergadering van 10 juli 2003;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 16