10 JULI 2003 294 Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS Ik ben blij dat ik even de kans krijg, want ik dacht: wanneer zou ik dat het beste kunnen zeggen? Maar dat is dus nu. Wij hechten aan een zo breed mogelijke steun van de hele raad. Als het laatste stukje van het dictum bezwaar oplevert bij een aantal partijen, wij vinden de uitleg van GroenLinks heel plau sibel, je kunt ook zeggen: dat is misschien overbodig omdat Provinciale Staten al worden genoemd, zijn wij bereid om dat laatste stukje eraf te halen en dan een punt te zetten achter "plattelandsbeleid", want ik dacht dat dat de bedoeling was. De VOORZITTER Oké. ledereen heeft nu de correctie? Dan wordt de motie in die vorm verder bij het debat betrokken. Ik geef het woord aan de wethouder, de heer Niederer. De heer BOER De motie van Leefbaar-Breda/PvhZ moet toch ook worden veranderd? De VOORZITTER Die hebben we gewijzigd, met gedogen in plaats van gedoogvergunning, en misschien dat u, als u toch aan het verbeteren bent, de raad in 'haar' vergadering wilt wijzigen in: de raad in 'zijn' vergade ring. Dat is misschien wel flauw, ja, ik weet het, dat is heel flauw. Maar u bent toch aan het verbeteren. Wethouder NIEDERER Qua woordgebruik begint de heer Adriaansen van de CDA-fractie eufemistisch en onterecht verhul lend wanneer hij zegt: ik sta hier met een balletje en met maïs. U staat hier dan ook met een pilsje, hapjes en live-muziek. Het gaat namelijk niet alleen om een maïsdoolhof. Het gaat niet alleen om jeu de boules. Het is in combinatie met horeca-activiteiten en de Raad van State is daarover buitenge woon helder geweest, want dat kan dus niet. Ik ga dat niet herhalen, want in de commissie hebben we daarover anderhalf uur gesproken. Maar praat niet eufemistisch over de maïsdoolhof van de familie Mathijssen. Was het dat maar, dan hadden we hier wellicht deze discussie niet gehad. Wat betreft de moties het volgende. De motie van Leefbaar-Breda/PvhZ ontraad ik uiteraard ten zeerste. Het is een schoffering van het recht, het is een schoffering van de Raad van State. De heer STUBENITSKY Ik praat uitsluitend over de maïsdoolhof Wethouder NIEDERER Neen, neen, mag ik nu ook eens even wat zeggen? De heer STUBENITSKY ...en over jeu de boules. Ik praat niet over horeca. Wethouder NIEDERER Ja, en dan miskent u net mijn openingszin en dan miskent u ook de uitspraak van de Raad van State: het is de combinatie van activiteiten die door het college terecht is vastgesteld. Ik ontraad die motie, sterker nog, vandaag is opdracht gegeven aan de ambtelijke dienst om daadwerkelijk tot handhaving over te gaan. De heer BOER Voorzitter, ik protesteer tegen het woordgebruik van de wethouder. Wij zijn daar ooit een keer voor veroordeeld. Wij hebben dat ook niet gebruikt toen wij commentaar hadden op de wethouder waar hij afwijkt van bestemmingsplannen. Wij hadden zojuist twee voorbeelden: het Oranjepleinhotel en het Wagemakerspark. De VOORZITTER Tegen welk woordgebruik protesteert u nu? De heer BOER Schofferend. De VOORZITTER Schofferend. Ja, wethouder, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 19