10 JULI 2003
298
De VOORZITTER
De agenda, ja.
De heer DUBBELMAN
Bij de programmering van het commissiewerk is het fractievoorzittersoverleg wel betrokken.
De VOORZITTER
Maakt u zich geen zorgen, dat gaat gewoon heel goed. Ik geef nu het woord aan de heer De Roos en
daarna aan de heer Meeusen.
De heer DE ROOS
Ik denk dat je toch in het buitengebied met een problematische situatie zit en dat er eigenlijk snel be
leid moet komen. Datgene wat mij van de wethouder een beetje tegenvalt is dat hij in ieder geval de
indruk wekt dat de sense of urgency ontbreekt. Er moet echt snel beleid worden ontwikkeld. Als een
periode van één jaar als niet-haalbaar wordt aangemerkt en ook een periode van drie jaar niet, dan
vraag ik me af: hoe zit dat nou? Je moet toch ook snel beleid kunnen maken in samenspraak met
andere autoriteiten die daarover gaan? De motie die door de VVD is ingediend kan met de voorge
stelde schrapping door ons worden ondersteund. Ook moet worden beoogd om heel snel tot een be
leidswijziging te komen, onverlet de verplichting van de raad om zich te beraden over datgene wat de
raad belangrijk vindt aan uitgangspunten voor een plattelandsbeleid. Het tweede punt betreft het ge
dogen. De situatie, zoals die nu bij de familie Mathijssen is, is er al jarenlang. En als je dan toch komt
met een beleid waarin heus wel bepaalde zaken zullen worden toegestaan die formeel niet worden
toegestaan, dan denk ik inderdaad dat je zo'n maïsdoolhof en zo'n jeu de boulesbaan zogezegd nu
moet gedogen. De tweede motie wordt door ons ook gesteund.
De heer MEEUSEN
De wethouder spreekt expliciet over horeca-activiteiten. Voorzover ik dat in de commissie heb begre
pen, is ten stelligste ontkend dat er in de afgelopen jaren horeca-activiteiten hebben plaatsgevonden.
Ik weet niet hoe dat zit. De wethouder zegt dat gedogen een schoffering is. Ik vind dat nogal harde
taal, vooral als je kijkt naar de aangehaalde Baronesgarage en de situatie in de Dillenburgstraat. In die
zin vind ik schoffering wel erg hard aangezet. Als we het hebben over handhaven het volgende. De
ene keer doen we dat wel en de andere keer lijkt het erop dat we dat niet doen. En dat is natuurlijk
een onverteerbare zaak, niet alleen voor ons, maar ik denk met name voor de familie Mathijssen, om
dat zij moeten meemaken dat aan de ene kant een aantal zaken door de vingers wordt gezien en dat
je aan de andere kant, als je net een beetje over de rand gaat, heel hard in het hok wordt teruggeroe
pen.
De VOORZITTER
Maar als je dit volhoudt dan kun je nooit meer handhaven.
De heer MEEUSEN
Het punt is datje een aantal zaken wel gedoogt en andere zaken schoffering noemt. Dat is nogal wat.
De heer JOOSSE
Ik vond de wethouder wat dubbel in zijn antwoord in de eerste termijn, in die zin dat hij aan de ene
kant aangeeft dat we natuurlijk niet hoeven te wachten en stil hoeven te zitten totdat de Provincie het
beleid heeft vastgesteld. Aan de andere kant geeft hij aan dat het wel twee, drie jaar kan duren, en
waarschijnlijk langer dan driejaar, en dat het ook nodig is om met alle wethouders in Brabant tot over
eenstemming te komen. En dan ben ik weer niet zo hoopvol dat we in Breda snel tot een concreet
beleid komen. Ik zou graag van de wethouder in de tweede termijn willen horen, zeker ook omdat we
de totstandkoming van het provinciaal beleid op dit moment zo goed kunnen volgen via de commissie
die daarmee bezig is, via alle post die we daarover krijgen, dat de gemeente Breda dat beleid niet
alleen hoeft te volgen, maar daarmee in ieder geval in de voorbereiding al aan de slag kan, zodat we
niet, als de Provincie eenmaal een beleid heeft vastgesteld, daarna nog een hele tijd moeten wachten.
De VOORZITTER
Dank u wel. Ik geef het woord aan de wethouder en ik verzoek hem gematigd in zijn woordkeuze te
zijn.