10 JULI 2003 299 Wethouder NIEDERER Dat zijn van die duale stootjes, voorzitter. Die horen erbij, dat moet de raad begrijpen, ik begrijp dat ook. We moeten daar ook niet zo flauw over doen. Het gaat erom dat we elkaar verstaan. Ik zeg toch tegen de heer Meeusen: leest u nu eens die uitspraak van de Raad van State van 2 juli 2003. Die heeft u niet gelezen, want ook in uw tweede termijn ontkent u dingen die door de Raad van State glashard zijn vastgesteld. Dus lees die uitspraak. De heer MEEUSEN De familie Mathijssen heeft in het verleden daar wel horeca-activiteiten gepleegd. Wethouder NIEDERER U heeft die uitspraak niet gelezen. De heer MEEUSEN Neen, ik heb die uitspraak niet gelezen. Wethouder NIEDERER Dat merk ik en dat is zorgelijk. De heer MEEUSEN Maar ik heb in de commissie de uitdrukkelijke bevestiging van de familie Mathijssen gehoord dat zij daar geen horeca-activiteiten wenst te exploiteren. Wethouder NIEDERER Lees de uitspraak van de Raad van State en u zult mijn mening misschien niet willen delen maar moeten delen van wat daar staat. De heer MEEUSEN Maar als je in het verleden stout bent geweest, dan ben je toch niet in de toekomst ook stout? Wethouder NIEDERER Voorzitter, dit is mijn antwoord aan de heer Meeusen. Ik ga graag in op de vraag van de heren Adri- aansen, Posthuma en anderen om binnen een jaar na heden een voortgangsnotitie te schrijven. Dat zouden we jaarlijks kunnen repeteren, en dat geeft ook aan, mijnheer Joosse, dat die wethouders zeer voortvarend zijn. Maar we zijn met meer gemeenten in Brabant dan alleen de gemeente Breda en de andere gemeenten in het westelijk deel, er is ook nog een oostelijk deel met een eigen problematiek. Maar laat ons dat nu niet uitdiscussiëren. Ik ben dus zeer wel bereid een voortgangsnotitie te schrijven en als ik niets te melden heb schrijf ik dat ook. Het wordt in ieder geval een voortgangsnotitie. Dat houdt mij onder stoom met de motie van de WD, want ik verwacht dat die zal worden aangenomen, en wat dat betreft vinden wij elkaar. Zie hier niet iemand die tegendraads wil zijn voor ontwikkelingen in het buitengebied van mensen die in economische nood komen, integendeel. Maar we moeten het ordentelijk regelen en dat is de grondboodschap die ik een- en andermaal heb neergelegd. Dus ik zeg u graag jaarlijks een voortgangsnotitie toe wat betreft de gesprekken met de Provincie, met simultaan een vertaling daarvan naar datgene wat u als hoogste orgaan uiteindelijk wenst neer te slaan in de desbetreffende bestemmingsplannen buitengebied. De VOORZITTER Ik ga over tot besluitvorming. De motie van Leefbaar-Breda/PvhZ vind ik de meest verstrekkende, omdat die gaat om het te gedogen, daar komt het vanaf nu op neer. Mag ik bij vingeropsteken zien wie voor deze motie is? Dat zijn de fracties Leefbaar-Breda/PvhZ, GroenLinks en de SP. Besluitvorming met betrekking tot motie 2, ingediende door de fractie Leefbaar-Breda/Parel van het Zuiden, inhoudende te besluiten om, vooruitlopend op de wijzigingen van de provinciale en landelijke regels, de maïsdoolhof en de jeu de boulesbaan te gedogen voor de locatie van mevrouw C. Mathijs sen aan de Overveldsestraat 10 te Prinsenbeek. Motie 2 wordt verworpen met de aantekening dat de fracties van Leefbaar-Breda/Parel van het Zui den, GroenLinks en de SP geacht wensen te worden te hebben voorgestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 24