10 JULI 2003
304
De heer HAARHUIS
De Partij van de Arbeid wil er geen misverstand over laten bestaan, wij hebben geparticipeerd in de
werkgroep Brabantplein die door de commissie was ingesteld. Ik heb van mijn collega's begrepen dat
in de overleggen en discussies met de bewoners van het Brabantplein het moeilijk was om het ver
trouwen van de bewoners te winnen, omdat er tijdens de afgelopen processen niet veel vertrouwen
was gekweekt. Dat is die werkgroep wel gelukt en daar hebben wij respect voor. Wij vinden het spijtig
dat blijkbaar onvoldoende duidelijk was dat wij met elkaar hebben uitgesproken dat het onze intentie
was, want laten we daar helder over zijn, dat bij de begrotingsbehandeling de zaak Brabantplein wel
degelijk geregeld zou kunnen worden. De reden voor ons om dat op dat moment niet af te dwingen
was, dat politiek niet eendimensionaal is maar meerdimensionaal. En daarmee wil ik het volgende
zeggen. Het was duidelijk dat er nog een aantal onzekere factoren met betrekking tot het Brabantplein
was. Dat waren onder andere: op welke wijze kun je dat zo doelmatig mogelijk doen? Welke combina
tie van inzet van middelen kan je bereiken? Welke mogelijke partners zijn er alsnog te bewegen om
mee te doen? Is het mogelijk om dat in één jaar te doen of is het verstandig om dat over meerdere
jaren uit te spreiden? Al die discussiepunten hadden wij in vertrouwen bij het college laten liggen, in
de overtuiging dat niet het Brabantplein daarvan de zure appels zou plukken, maar dat dat ook daad
werkelijk in orde zou komen. Het is niet zo dat de Partij van de Arbeid nu wil zeggen dat wij een ver
gissing aan het goedmaken zijn, neen, wij willen aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. Onze
mededeling in de richting van het college tijdens de behandeling van de Kadernota staat nog steeds
en de opmerking van het college, datje bij de Begroting zaken met elkaar in verband en in competitie
moet brengen, geldt altijd en die geldt voor alle voorstellen. Alleen met betrekking tot het Brabantplein
lijkt het ons goed, nu de zaak zo ligt, dat de mensen uit Brabantpark met betrekking tot het Brabant
plein nog eens duidelijk te horen krijgen dat wij daar positief tegenover staan en ook op die wijze heb
ben willen participeren in de werkgroep. Wij nodigen het college dan ook uit een oplossing te zoeken.
Wij hebben er vertrouwen in dat het college deze vragen goed heeft gehoord en zodadelijk ook met
een antwoord zal komen dat ons zal bevredigen. En dan denk ik dat we duidelijk kunnen zijn over de
intentie met betrekking tot het initiatiefvoorstel.
De heer BOER
Inhoudelijk hebben wij niets toe te voegen, want ik denk dat de heer Schoenmakers het uitstekend
heeft verwoord. De heer Schoenmakers wordt door de verschillende collegepartijen met naam ge
noemd, maar de heer Schoenmakers praat namens de gezamenlijke oppositie.
De VOORZITTER
Hij is als eerste aan het woord geweest omdat hij de indiener is. Begrijp ik het nu goed dat u nu het
college wilt horen? Ik zie dat de heer De Roos het woord wenst.
De heer DE ROOS
Eén opmerking, voorzitter. Op het spel staat toch de geloofwaardigheid van de raad. Feitelijk heeft de
heer Schoenmakers dat al naar voren gebracht en ik zal dat niet nog een keer herhalen. Het is op
merkelijk dat de coalitie tegen het voorstel was dat vorige week in het fractievoorzittersoverleg is ge
daan om deze zaak op de agenda te zetten en dat er uiteindelijk een initiatiefvoorstel nodig was om
deze zaak op de agenda te zetten. Ik stel dat even vast.
De heer DUBBELMAN
Dat is niet helemaal juist. Namens het CDA heb ik gezegd: om een standpunt te kunnen bepalen
neem ik het eerst mee terug naar de fractie. Ik heb geen neen gezegd. Dat is de nuance, het is dus
duidelijk anders.
De heer DE ROOS
Laat ik het zo zeggen: mijn informatie is anders.
De heer HAARHUIS
Voorzitter, ik wil de woorden van de heer Dubbelman van harte steunen.
De heer SCHOENMAKERS
Voorzitter, ik wil het een en ander rechtzetten, want de informatie van de heer Dubbelman is correct.
Echter, gelet op het moment dat hij het mee terugnam naar zijn fractie, verliep wel het moment om het
nog op de agenda te plaatsen en daarom hebben wij een initiatiefvoorstel ingediend.