10 JULI 2003
282
bestaande woningen aan de Piet Avontuurstraat tot de achtergevels van de nieuwbouw, en dat is de
hoofdbebouwingsmassa basiswoning, bediscussieerd en die avond is besloten om de afstand al te
vergroten met 1,5 meter waardoor we nu uitkomen op 12,5 meter. Tijdens de officieel ingekomen in
spraakreacties nadien, die door het college op 14 maart 2001 zijn beantwoord, is dit nogmaals aange
geven: 12,5 meter achtergevelmassa van de nieuwbouw ten opzichte van de perceelgrens van de
tuinen Piet Avontuurstraat.
De heer BOER
Bij interruptie, voorzitter. Als dat
De VOORZITTER
Er mag niet worden geïnterrumpeerd, volgens uw eigen Reglement van Orde.
Wethouder NIEDERER
Er zijn voor dat hele terrein, in verschillende bouwfasen natuurlijk, bouwvergunningen verleend voor
het realiseren van de zogeheten basiswoningen. Het college gaf een basisvrijstelling, een algemene
vrijstelling, voor dat hele project op basis van artikel 19, lid 1 RO, en die vrijstelling, nogmaals, voor
het gehele terrein, is voor de basiswoningen verleend op 26 september 2001. Vanaf het begin is er
richting de aspirant-kopers altijd sprake geweest van de mogelijkheid om aan of uit te bouwen van de
woningen middels een aantal optiemogelijkheden, waaronder de erkers. En deze zijn door het college
altijd beschouwd, tot de uitspraak van de voorlopige voorzieningenrechter in december vorig jaar,
maar daar kom ik zo meteen op terug, als behorend bij die basisvrijstelling, die algemene vrijstelling.
Aangezien voor die opties in een iets latere fase door de potentiële kopers kon worden gekozen, zijn
de bouwvergunningen voor die opties, zoals erkers, beschouwd als wijzigingen op de reeds verleende
bouwvergunningen voor de basiswoningen, omdat, ik zeg het nog maar een keer, vanaf het begin
duidelijk was dat er mogelijkheden waren voor de kopers om iets anders te doen met die woningen
dan alleen de basisoplevering. Gaandeweg de rit werd duidelijk dat er aspirant-kopers waren die toen
al aangaven bijvoorbeeld een erker te willen plaatsen aan de achterzijde van de gevel. Voor de opties
wat betreft die aan- of uitbouwmogelijkheden, zoals die in elk bestemmingsplan voorkomen bij de
regeling van bouwvoorschriften bij een woonbestemming, gold, daar wij hier niet te maken hadden
met een bestemmingsplan maar met een artikel 19-procedure, het uitgangspunt, en dat is ook onder
kend en erkend door de rechter in de voorlopige voorziening van december 2002, ik herhaal het nog
maar een keer, zeer nadrukkelijk dat de afstand van de perceelgrens tot de achtergevel gerekend
wordt vanaf de achtergevel van de hoofdbebouwingsmassa, dus de basiswoning. Dat is die 12,5 me
ter. En bij het Wagemakerspark is dit geheel daarmee in lijn. De rechtbank gaat dus ook uit van die
12,5 meter. En nu kom ik tot die tweede artikel 19-procedure. De rechtbank heeft naar aanleiding van
bezwaarschriften en het verzoek om een voorlopige voorziening tegen die reeds verleende opties,
onder andere erkers, ik probeer het zo helder mogelijk aan u te duiden, uitspraak gedaan op 24 de
cember 2002, en de rechter overwoog dat hij geen aanleiding zag in die voorlopige voorziening om de
bouw stil te leggen, en de voorlopige voorziening is dus ook afgewezen. Wel overwoog de rechtbank
dat de verleende opties niet konden steunen, en tot dat moment was het college daar wel van uitge
gaan, op die algemene vrijstelling, die basisvrijstelling, die het college bij de eerste artikel 19-
procedure op 26 september 2001 had vastgesteld. Die vrijstelling had, aldus de rechtbank, namelijk
alleen betrekking op de basiswoningen en niet tevens op de ingewilligde opties. En de rechtbank
overwoog en gaf het college als aandachtspunt mee om die omissie, die in de bezwarenfase dus naar
voren was gekomen en ter toetsing was voorgelegd aan de voorlopige voorzieningenrechter, te her
stellen door een nieuwe artikel 19, lid 1-procedure voor die aan- en uitbouwmogelijkheden anders dan
het bouwen van de basiswoning. En dat is die tweede artikel 19-procedure die thans wordt gevoerd.
Waarom pas op 2 juli kenbaar maken wat op 23 januari al bekend was? De onderliggende bezwaar
schriften zijn behandeld door de commissie Bezwaar- en Beroepschriften. Die commissie heeft op 12
februari 2003 een hoorzitting gehouden. De commissie heeft haar advies en bevindingen ter kennis
name gebracht van het college, en het college heeft op 2 juni 2003 de bezwaarmakers hiervan op de
hoogte gesteld. Nadat de rechter in voorlopige voorziening op 24 december 2002 zijn uitspraak had
gedaan en die uitspraak aan het college kenbaar maakte en toen al wees op de noodzaak van een
tweede artikel 19, lid 1-procedure wat betreft die erkers, ik zal het zo maar formuleren, wist het college
natuurlijk al in zijn vergadering van 23 januari 2003 dat wij dus de toer op moesten van een tweede
artikel 19, lid 1-procedure. Wij waren toen ook nog in afwachting van het advies van de commissie
Bezwaar- en Beroepschriften. Na die uitspraak van de rechtbank en het besluit van het college om, als
vanzelfsprekend, het oordeel van de rechtbank te volgen, heeft er intern overleg plaatsgevonden, en
ook met Amstelland Wonen zijn er gesprekken geweest, of wij die tweede artikel 19, lid 1-procedure