25 SEPTEMEBER 2003
332
dat deze zeer uiteenlopende meningen hebben over de wijze waarop de mensen moeten functioneren,
ook in de richting van het gemeentebestuur en de gemeenteraad. Daar komt nog bij dat daarin ook in het
kader van het dualisme veranderingen zijn opgetreden. Daarom denk ik dat het niet zinvol is om op dit
moment daaruit één aspect te halen. Ik hoop in de commissievergadering van december met een voorstel
te komen. We kunnen daarover dan discussiëren, maar u mag van mij aannemen dat op dit moment de
Begroting prioriteit heeft. Ik kan u wel al bij voorbaat zeggen dat je zoveel meningen en opvattingen niet
allemaal in een werkdocument kunt weergeven. U zult als commissie en als raad, en dat geldt ook voor
het college, uiteindelijk uit alles een keuze moeten maken. Ik sluit niet uit dat datgene wat u noemt tot een
van die keuzes behoort, maar het lijkt mij niet opportuun om daarover nu al een uitspraak te doen.
De VOORZITTER
De heer Arbouw met betrekking tot de vraag rond het MEC.
Wethouder ARBOUW
Als ik de heer Boer goed heb begrepen valt zijn vraag in een aantal zaken uiteen. Ik wil eerst even ingaan
op de brief van de horecaondernemer. Mijn standpunt over de door u beschreven situatie is, nadat ik zelf
onderzoek heb gedaan naar de in de brief van de heer De Boer gemaakte punten, vastgelegd in deze
brief en daar sta ik onverkort achter. Dus u weet mijn standpunt daarover. Wat betreft de andere punten
het volgende. Ik denk dat de commissie vrijwel volledig op de hoogte is van alles wat er in het hele gebied
rondom het MEC aan visie is en wat we daar van plan zijn, en ook wat op het MEC de plannen zijn om de
zaak te professionaliseren. Dat is in zowel commissie als raad vanaf mijn aantreden meerdere keren aan
de orde geweest. Sterker nog, ik moet u, mijnheer Boer, een compliment geven voor al die aandacht,
omdat u elke keer als u met vragen komt mij er weer eens even aan houdt om de zaken nog eens extra
uit te leggen. Wat dat betreft hebben we dus samen de afgelopen tijd voor een optimale informatie zorg
gedragen. In de afgelopen commissievergadering zijn wederom vragen gesteld door uw fractie. We heb
ben toen nog even stilgestaan bij de folder die daarover is verstrekt en ik heb daar weer uitgebreid ant
woord gegeven over hoe het nou precies zit met die bouwactiviteiten, welke beslissingen de raad al ge
nomen heeft en wanneer het horecagedeelte eventueel aan de orde komt. Ik heb u toen ook al toegezegd
dat u daarin uiteraard ook wordt betrokken. Kortom, ik zou bijna niet meer weten hoe transparant en open
ik ten opzichte van u zou moeten zijn om ervoor te zorgen dat u wél tevreden bent over dit traject. Ik ga
even naar het bouwtraject zelf. Inderdaad is op 28 maart van dit jaar in het Stadsblad dat voornemen ge
publiceerd. Er is een drietal zienswijzes op ingediend. Die zienswijzes zijn op het ogenblik in behandeling
bij de commissie Bezwaar- en Beroepschriften en uiteraard wachten wij het advies van deze commissie
af. Ik verwacht dat overigens in de maand oktober. Die zienswijzes hebben met name betrekking op de
hoogte van het lesgebouw. Een aantal zaken gebeurt nu al op het MEC. Die hebben betrekking op het
hek en de werkruimtes voor het personeel, en dat zijn noodzakelijke, urgente aanpassingen als gevolg
van de Arbo-eisen. Die hebben dus niks te maken met de buitenkant van het gebouw. Daarnaast weet u
dat er bij de rechter nog een geschil met de horecaondernemer loopt. Uiteraard kunnen we pas, samen
met u, over de horeca verdere besluitvorming doen als er een uitspraak van de rechter voorligt. Voorzitter,
tot zover de beantwoording.
De VOORZITTER
Dank u wel. Wethouder Heerkens wellicht? Niet?
De heer BOER
Over dit onderwerp
De VOORZITTER
Zijn er nadere vragen door de vragenstellers? De heer Boer.
De heer BOER
Wat betreft het onderwerp MEC wil ik wethouder Arbouw erop wijzen dat het besluit van de raad over fase
1 gaat, namelijk de verbouwing van de huidige bebouwing, over de tentoonstellingsruimte, het hekwerk en
het pluimveebedrijf. De wethouder heeft nooit gesproken over een bouwaanvraag van 28 maart. Daarna is
de wethouder best vaak aan het woord geweest om uit te leggen wat er aan de hand was. Het verraste
mij, terwijl ik er toch echt met mijn neus bovenop zit, dat er überhaupt een aanvraag voor een bouwver
gunning was voor het huidige leslokaal. Als de wethouder dat vorige keer had gezegd dan had ik deze
vraag niet hoeven te stellen, maar het overviel mij vorige week, ik wist daar niks van. Het zou mij verba
zen als de raad wist dat er op dit moment een bouwvergunning verleend was voor een fase 3-situatie.