25 SEPTEMEBER 2003 334 Bij de raad ingekomen stukken worden apart vermeld op een bij deze agenda behorende bijlage. Bij ieder stuk wordt een procedureel voorstel gedaan over de wijze waarop het moet worden afgehandeld. Akkoord met de stukken onder A., C. en E. VII. ARTIKEL 41-VRAGEN REGLEMENT VAN ORDE. leder raadslid kan schriftelijke vragen stellen aan het college of aan de burgemeester. Daarbij kan het raadslid verzoeken om mondelinge beantwoording in de raad. De desbetreffende portefeuillehouder krijgt dan hier gelegenheid te antwoorden. Ook kan een raadslid dat vragen heeft gesteld hier nadere inlichtin gen verlangen op een door het college of door de burgemeester schriftelijk of mondeling gegeven ant woord. De VOORZITTER Ik begrijp dat GroenLinks, D66 en het CDA vragen hebben naar aanleiding van de bevoegdheid artikel 41 Mag ik GroenLinks vragen als eerste het woord te voeren? ONDERWERP: BOMEN MARKSINGEL. (fractie-GroenLinks) De heer AKINCI Ik weet niet hoe uitgebreid dit nog toegelicht moet worden. Artikel 41-vragen worden ook naar de diverse raadsleden verzonden. Het gaat hierbij om de voorgenomen kap van een aantal esdoorns op de Marksin gel, althans daar is een kapvergunning voor aangevraagd, die is nog niet verleend. Wij hebben daarover in de afgelopen weken tweemaal schriftelijk vragen gesteld en verzocht om beantwoording hier in deze raad. Ik denk dat deze inleiding voldoende is. U heeft de vragen zelf ook schriftelijk gekregen en het lijkt me niet zinvol om die nu allemaal hier te gaan oplezen. De VOORZITTER Goed, dan geef ik de wethouder het woord, wethouder Oomen. Wethouder OOMEN. GroenLinks heeft bij monde van de heer Akinci twee keer vragen gesteld, ik dacht op 10 september en op 19 september. Het betreft een zestal respectievelijk een viertal vragen. Op dit moment ben ik bezig om de dienst heel concreet de antwoorden te laten formuleren op de vragen die u gesteld heeft, dus ik kan nu op die vragen niet heel direct concreet ingaan, omdat ik nog met het onderzoek bezig ben. Ik wil u wel in zijn algemeenheid antwoorden hoe ik daar namens het college als wethouder tegenover sta. Zoals u weet worden de werkzaamheden door het Hoogheemraadschap uitgevoerd. Die hebben te maken met het voorkómen van wateroverlast in de toekomst. Dat betekent dat de kades verhoogd zullen moeten worden en dat wil zeggen dat het aanwezige bomenbestand daarvan natuurlijk best last kan krijgen, in die zin dat die bomen op termijn het loodje zouden kunnen leggen. U formuleert het correct, de kapvergunning is aangevraagd. Maar tussen iets aanvragen en een vergunning krijgen zit nog een hele stap. Op dit mo ment ben ik bezig met een onderzoek om te kijken wat de mogelijkheden zijn om als het enigszins moge lijk is te proberen het bomenbestand te behouden, maar dan wel zo te behouden dat het ook op termijn kans van slagen heeft. U kunt ervan overtuigd zijn dat al het mogelijke in het werk wordt gesteld, indien de mogelijkheden er zijn, om het bomenbestand te handhaven. Dat is wel het uitgangspunt. Maar als er vali de argumenten zijn en men zegt: dat moet u niet doen, want die en die factoren maken het niet mogelijk, dan zal ik u dat uitgebreid melden in de beantwoording van de tien vragen die u heeft gesteld. Dit is de lijn die ik u nu al wil meegeven. De VOORZITTER Dank u wel. Ik neem aan dat u tevreden bent met het antwoord. De heer AKINCI Een aanvullende vraag. Misschien is dat procedureel. Is het dan niet wat voorbarig om nu al voor die groep bomen een kapvergunning aan te vragen? Want je zou zeggen: doe eerst dat onderzoek en ga naar aanleiding van die resultaten al dan niet een kapvergunning per individuele boom aanvragen. De VOORZITTER Zijn er nog anderen die vragen hebben op dit punt?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 14