25 SEPTEMEBER 2003 336 De VOORZITTER deze vragen zijn gesteld, dus ik zou ze graag even behandeld willen zien. Het college geeft daar ant woord op. Het is niet de bedoeling bij deze gelegenheid een debat aan te gaan. Ik denk dat het antwoord van het college mogelijk in diezelfde richting is. Ga uw gang, mevrouw Overboom. Mevrouw OVERBOOM Ik wil er nog even bij opmerken dat ik het ook betreur dat we op deze onderwerpen zo uitgebreid moeten terugkomen, want volgens mij had het anders kunnen lopen indertijd, maar alla. Ik wil ingaan op de be antwoording van de artikel 41-vraag. Ik heb me hoogst verbaasd over die beantwoording. Als belangrijkste argument om deze activiteit niet tijdelijk te kunnen laten doorgaan, wordt aangegeven dat het niet in het bestemmingsplan mogelijk is. Dan moet je handhaven, daar zijn wij op zich mee akkoord. Maar bij de handhaving geeft het college aan eerst te bekijken of er legaliseringsmogelijkheden zijn. Daarbij worden onder andere genoemd artikel 19 en het bestemmingsplan. Daarmee loop je dus vooruit op mogelijk nieuw gemeentelijk of provinciaal beleid. Het college zegt dat er geen aanleiding is voor een artikel 19- procedure of een bestemmingsplan, omdat het niet past in het provinciaal beleid. Over de opmerking dat het niet in het provinciaal beleid zou passen, heb ik me enorm verbaasd. Toen ik ongeveer acht jaar gele den bij de provincie Noord-Brabant coördinator plattelandsvernieuwing was, heb ik gewerkt aan het op stellen van de nota over de verruiming van de mogelijkheden in het buitengebied, onder andere van ne venactiviteiten van agrariërs. Ik was indertijd ook medeverantwoordelijk voor de toetsing van subsidieaan vragen in dit kader met betrekking tot het steunen van voorbeeldprojecten. Ik kan u zeggen dat ik denk dat dit project bij de Provincie een grote kans zou hebben gemaakt. Ik ga ervan uit dat het college op dit ge bied een kennisachterstand heeft, en ik ben bereid om de desbetreffende nota van indertijd aan het colle ge beschikbaar te stellen. Een andere constatering die wij ook merkwaardig vinden, betreft het volgende. Op het moment dat je zegt dat je legaliseringsmogelijkheden wilt bekijken, doe je het in het ene geval wel en in het andere niet. Wij hebben de indruk dat hier sprake is van willekeur in de medewerking bij een artikel 19-procedure of het verlenen van een vrijstelling voor het bestemmingsplan. Daar vlakbij ligt het bedrijf Tuincentrum Schalk. Dat bevindt zich nét buiten de kernrandzone, maar het heeft een enorm veel grotere verkeersaantrekkende werking dan deze locatie. Deze raad stelt vandaag het bestemmingsplan voor de Bredestraat vast, waarin het gaat om het project Rolerisuit. Dit heeft ook een behoorlijk verkeers aantrekkende werking. Het Wagemakerspark: artikel 19 is overtreden, en we gaan een nieuwe artikel 19- procedure voeren. Wij vragen ons af wat de reden is waarom in die gevallen wel medewerking is gegeven en in de andere gevallen niet, want in het provinciaal beleid zien wij geen grond om dat niet te doen. Een andere reden waarom wij ons verbazen over de beantwoording is dat wij, ook mede namens andere op positiefracties, niet hebben gevraagd om een artikel 19-procedure. Wij hebben gevraagd om een artikel 17-procedure, dus om een tijdelijke vrijstelling, waarvan de commissie toen in brede zin voorstander was, tot het moment dat er een visie op het buitengebied zou zijn. Tot dat moment valt artikel 17 onder de ei gen bevoegdheid van de gemeente. Provinciaal beleid is niet relevant. Wij vroegen of dat mogelijk was en op die vraag over artikel 17 geeft het college op geen enkele wijze antwoord. Onze vraag is daarom ook in eerste instantie aan de wethouder: wat is uw antwoord op de vraag over de artikel 17-procedure? Dat is een wettelijke bevoegdheid vanuit de Wet Ruimtelijke Ordening. De VOORZITTER De wethouder. De heer ADRIAANSEN Voorzitter, ter interruptie. Zou het niet verstandig zijn als ik namens het CDA ook een paar vragen zou stellen? De VOORZITTER Ja, dat heb ik ook beloofd, dat is waar. Hebt u daarvoor het sprekersgestoelte nodig? U staat in de start blokken. De heer ADRIAANSEN Voorzitter, dank u wel. Onze fractie heeft zich nog niet volledig beraden over de antwoorden van het col lege. Ik heb zelf de antwoorden bestudeerd. Ik heb ze met enkele fractiegenoten doorgenomen en voor mij is het aanleiding om toch op een paar vragen wat dieper in te gaan. Vraag 1. Welke concrete bezwa ren heeft uw college om nu tijdelijk, vooruitlopend op nieuw beleid, de twee rustige activiteiten zoals jeu de boules en handboogsport op de locatie Mathijssen niet toe te staan? Uw antwoord, waar het CDA dus om gevraagd heeft, gaat enkel in op alternatieven die door de gemeenschap aldaar niet gedragen worden. En daar gaat het om, voorzitter. Wij willen graag een creëren van draagvlak. Vraag 2. Het CDA ziet rondom

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 16