25 SEPTEMEBER 2003 341 De heer STUBENITSKY In de commissie heb ik nadrukkelijk aan mevrouw Gimbrère gevraagd: mag u paarden hebben? Toen zei zij: neen. Ik heb het aan de wethouder gevraagd. Hij zei overtuigd ja. Dat stond ook in de stukken. Wat was de reden daarvoor? Je kunt iemand wel op een gegeven moment een vergunning geven om een garage te gaan bouwen, maar als hij dan geen uitrit kan maken, heeft hij niets aan die garage. In dit geval is dat ook zo. Aan mevrouw Gimbrère is door ambtenaren medegedeeld dat het bijbehorende weiland niet gedraineerd mocht worden, dat er geen bosschages mochten worden weggehaald. Het moest absoluut zo blijven, zodat het niet geschikt gemaakt kon worden voor het houden van paarden. Dat was voor mij reden om te vragen om dit nader uit te zoeken. Daar wil ik het in de eerste termijn bij laten. De heer VAN YPEREN Na de door de wethouder geleverde extra gegevens met betrekking tot de oppervlakte bebouwd kunnen we stellen dat mevrouw Gimbrère gelijk had toen zij stelde dat de bebouwde oppervlakte ai bijna bereikt was. Dat betekent dat de uitbreiding van maximaal 50 vierkante meter extra slechts nog aan de orde kan zijn, wat uiteindelijk niet de bedoeling van de gemeente was. De suggestie dat de nieuwe bestemming een planologische verbetering zou zijn ten opzichte van de mogelijke bebouwing is dus onjuist. Ook de verandering naar de bestemming natuurgebied kan schade betekenen voor de familie Gimbrère. Dat mag overduidelijk zijn. Tegenover deze twee argumenten staat er naar de mening van Breda '97 een buiten gewoon sterk argument, namelijk dat we hier praten over een bijzonder object. Het object is met de pla nologische verandering niet meer of minder waard. Naar onze mening is dat geen verschil. Geldelijk blijft het hetzelfde. Je verkoopt namelijk een object, je verkoopt hier niet per vierkante meter bebouwd of onbe bouwd. Ook vinden we niet dat om de aangevoerde redenen de gemeenschap hier een planschadever goeding van 90 duizend euro moet neertellen. Dus we kunnen, zij het met horten en stoten, met het voor stel akkoord gaan. De heer DE ROOS Allereerst is het zo dat de GroenLinksfractie zucht van opluchting dat er in ieder geval een goede onder bouwing is voor het afwijzen van dit verzoek om planschadevergoeding, omdat wij er eigenlijk ook hele maal geen zin in hadden om dit bedrag aan gemeenschapsgeld toe te kennen aan de betreffende aan vragers, gelet op het gebied in kwestie en gelet op het feit dat de komst van het nieuwe bestemmingsplan nou ook weer niet zo'n ontzettende benadeling zou opleveren. Naar aanleiding van de besprekingen in de commissie zijn er nog wat nadere vragen gesteld over de aard van de bevoordeling en de benadeling. De wethouder heeft daar netjes antwoord op gegeven en in afwijking van de vorige sprekers zijn wij wel overtuigd. In feite is door het nieuwe bestemmingsplan een voor een groot deel illegale situatie gelegali seerd en dat moet als een planologisch voordeel worden uitgelegd. Zo kom je uiteindelijk uit bij een afwe ging die tot nul leidt, in ieder geval nul planschadevergoeding. Dus zonder verder in details te treden, zijn wij in ieder geval van mening dat er in dit geval terecht planschade is geweigerd. Dus wij gaan akkoord. De VOORZITTER Dank u wel. Heeft de wethouder behoefte om te reageren? Wethouder NIEDERER Niet anders dan dat ik het niet mooier had kunnen formuleren dan de heer De Roos. De VOORZITTER Nog iemand in tweede instantie? Niet. Dan is overeenkomstig besloten. De heer STUBENITSKY Voorzitter, Leefbaar-Breda is tegen. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Leefbaar-Breda/Parel van het Zuiden geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 8. TOEKENNEN VERZOEK OM PLANSCHADEVERGOEDING OP GROND VAN ARTIKEL 49 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING AAN DE HEER R.H. FISSCHER, OLYMPIASTRAAT 38 TE BREDA. Verzoeker stelt schade geleden te hebben als gevolg van de realisering van de bouwplannen op het Teo- durterrein waartoe met toepassing van de vrijstellingsprocedure ex artikel 49 WRO bouwvergunning werd verleend. Voorgesteld wordt dit verzoek om planschadevergoeding toe te wijzen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 21