25 SEPTEMEBER 2003
344
De VOORZITTER
Dank u wel. Mag ik aannemen dat u tevreden bent met het antwoord van de wethouder namens het colle
ge? Mag ik aannemen dat ik de motie niet in stemming hoef te brengen, omdat ik begrijp dat die door die
volledige ondertekening door de hele raad wordt geaccepteerd, dat u vervolgens met inachtneming van
die motie ook de jaarrekening GROGZ 2002 en de begroting 2004 wil vaststellen? Wilt u dat allemaal?
Dan is conform besloten.
Besluitvorming over de motie, ingediend door de heer Ernst namens de fracties van de VVD en het CDA,
en meeondertekend door alle overige fracties, waarin het college wordt opgedragen het Algemeen Be
stuur van de GROGZ op de hoogte te stellen van de teleurstelling van de raad dat de kwaliteit en continu-
iteit op basis van voorliggende stukken niet gegarandeerd lijkt te zijn; aan de GROGZ over te brengen dat
de raad ervan uitgaat dat de volgende jaarstukken wel inzicht bieden in zowel wettelijke als niet-wettelijke
taken en dat er duidelijke onderbouwingen worden gegeven voor componenten op zowel jaarrekening als
begroting; in het Algemeen Bestuur van de GROGZ het standpunt in te nemen om binnen de begroting
2004 van de GGD een taakstelling op te nemen van een half miljoen euro; het nieuwe Dagelijks Bestuur
van deze motie op de hoogte te brengen en ze tevens succes te wensen met bovengenoemde uitdagin
gen.
De motie wordt conform overgenomen.
Besluitvorming over het voorstel van burgemeester en wethouder.
Akkoord.
10. HERIJKING CULTUURNOTA.
Op basis van eerder vastgestelde documenten is het cultuurbeleid geactualiseerd. Dit is neergelegd in
deze herijkte nota 'Cultuur is meer'. Deze herijkte nota moet de basis vormen voor het maken van afspra
ken over prestaties en budgetten met de relevante culturele instellingen.
De heer SNIER
Ik kan het laten bij een korte stemverklaring. Dat kan vanaf deze plek. Wij hebben in de commissie twee
keer uitvoerig gesproken over de herijking van het cultuurbeleid en daarbij een heleboel opmerkingen
gemaakt, onder andere dat we misschien sommige dingen nogal wat vaag vonden zoals ze in de herijking
vermeld stonden in termen van doelstellingen. Maar goed, we verwachten dat dat zichzelf gaat repareren,
omdat er nu op basis van deze notitie prestatieafspraken moeten worden gemaakt met culturele instellin
gen. Je kunt het in ieder geval nog een soort toets noemen die daar over die doelstellingen heen moet,
met name discussies over het wel of niet heel actief toejuichen van het Huis der Kunsten in deze periode.
Het belangrijkste vindt de PvdA de vaststelling, en dat wil ik hier toch nog een keer heel expliciet doen, dat
de herijking van het cultuurbeleid heel duidelijk een pas op de plaats is, hetgeen ook volgens ons uitste
kend in deze periode past. Maar het is inhoudelijk ook een pas op de plaats. We gaan proberen om de
dingen die we nu in de rails gehesen hebben, eerst goed te doen en goed uit te werken, en we willen
daarbij nu niet te veel nieuwe zaken gaan betrekken. Eén toets heeft misschien de notitie al wel door
staan. Die scheen gebeiteld in steen, in ieder geval waar het de besprekingen in de commissie betrof.
Tijdens de twee besprekingen in de commissie ging het er toch af en toe behoorlijk stevig aan toe. Dat
heeft in ieder geval niet geleid tot veranderingen in het concept. Dus dat geeft in ieder geval het vertrou
wen dat de woorden zoals die er nu staan heel stevig voor de komende periode tot 2006 blijven staan. Ik
denk dat het ook belangrijk is voor de commissie Cultuur, omdat die nu gaat toekomen aan iets wat veel
belangrijker is dan de herijking van het bestaande cultuurbeleid, namelijk de verdeling van de extra mid
delen in het meerjarenperspectief tot 2006, en met name nog de uitvoering van het beleidsplan Biblio
theek. Want dat is een heel belangrijke doelstelling die wij nog moeten gaan verwezenlijken.
De heer DE ROOS
Het raadsvoorstel met betrekking tot de herijking van de cultuurnota gaat in wezen over het actualiseren
van bestaand beleid. De GroenLinksfractie pakt dit moment aan om ook kort terug te blikken op het ge
voerde beleid tot nu toe. Wij kunnen het één niet los zien van het ander. In ieder geval hechten wij, eerlijk
gezegd, weinig waarde aan de voornemens met betrekking tot de zogeheten prestatieafspraken. Dat heb
ben wij ook in de commissie al naar voren gebracht. Het is enigszins modieus geworden om te werken
met deze normering, ook als het gaat om producten die moeilijk te meten zijn. Verder zijn wij zeer onte
vreden over het opheffen van de dienst Cultuur en het wegzetten van de vakdirectie Cultuur bij RME. Wij