25 SEPTEMEBER 2003
345
hebben er destijds al onze ontevredenheid over uitgesproken en wij zijn van mening dat de situatie er
sinds die organisatieverandering bepaald niet op vooruit is gegaan. Het derde punt is dat wij van mening
zijn dat bij het cultuurbeleid te veel de nadruk is komen te liggen op het imago. Ik denk alleen al aan het
Museum voor Grafische Vormgeving. Wat ons betreft staat MGV voor Mega Gigantische Vergissing, ofte
wel Mooie Gevel Verloren, oftewel Moeten we Gewoon Vergeten, oftewel Meer Geld Verspillen. Tot slot,
en dat is ook niet onbelangrijk, vinden wij dat er toch te weinig wordt ingespeeld op de vraag vanuit de
Bredase bevolking. Ik noem nu wat actuele zaken zonder uitputtend te zijn, want dat wil ik op dit moment
helemaal niet. Ik noem het Huis der Kunsten, en ik noem met name de gelden die in het kader van cul
tuureducatie te weinig zijn ingezet. Tot zover.
De heer SCHOENMAKERS
Er werd al aangegeven dat bij deze herijking van de nota Cultuur is meer al een aantal commissies be
hoorlijk met elkaar in de slag is geweest. In de commissievergadering van 9 april is voor de eerste keer
gesproken over een startnotitie actualisering cultuurnota. Naar aanleiding van de gevoerde discussie is
door de commissievoorzitter aan de wethouder gevraagd om met een nadere toespitsing van die startno
titie te komen. De commissie zou op basis daarvan gesprekken met het culturele veld kunnen aangaan.
We kunnen dit teruglezen in de notulen en ook in de Strategische Raadsagenda. Voorzover mij bekend is
hierop geen rechtstreeks concreet antwoord gegeven. Mijn eerste vraag is of de wethouder het faseplan,
zo zal ik het maar noemen, van 22 september jongstleden, waarvoor ik hem bijzonder erkentelijk ben, als
zodanig beschouwt, want in diezelfde vergadering hebben wij ook gevraagd, de heer Snier heeft het ook
al daarover gehad, om een meerjarenperspectief 2004-2006 met zo mogelijk een doorkijk van de periode
daarna. Daarover wordt wel gesproken in dat faseplan, maar ik zou toch aan de wethouder willen vragen
of wij die voor de begrotingsbehandeling tegemoet kunnen zien. Nu even terug naar de nota Cultuur is
meer. Het is een actualisering van bestaand beleid. De Partij van de Arbeid noemde het een pas op de
plaats. Ik denk dat dat in deze periode ook heel juist is. Uit de herijking blijkt echter een geweldig hoog
ambitieniveau. Met dat ambitieniveau stemmen wij in. Vooral de pogingen om cultuur beter toegankelijk te
maken voor allerlei doelgroepen die nog niet zo duidelijk aan het culturele leven deelnemen, heeft onze
instemming. Wat betreft het Huis der Kunsten, het is ook even genoemd door de fractie van GroenLinks,
zijn wij in ieder geval blij dat er voortgezet onderzoek komt naar de haalbaarheid daarvan. Ik wil het hier in
eerste instantie bij laten.
De heer KWISTHOUT
Een stemverklaring, voorzitter. Wij zijn tegen, omdat het slechts, tussen aanhalingstekens, een vaststel
ling van bestaand beleid is, waarbij de genomen besluiten zijn toegevoegd aan de oorspronkelijke nota.
Wij hadden het meer gepast gevonden om de hele nota kritisch tegen het licht te houden en met het veld
te bespreken. In de oude nota staat gewoon een aantal zaken waarmee wij het niet eens zijn en ook bij de
besluiten die sinds die tijd zijn genomen, is er een aantal waarmee wij eigenlijk niet kunnen leven. Dus
vandaar dat wij tegen zullen stemmen.
Wethouder ADANK
Dank u wel voor de bemoedigende woorden, ook in de richting van de raadscommissie. Wij hebben als
college niet voor niks een aantal jaren geleden, breed ondersteund door uw raad, gezegd: wonen, wer
ken, zorg en cultuur. Ik wil in ieder geval vanuit de functie wethouder van kunst en cultuur vooropstellen
dat ik de volle kwaliteit, de volle kwantiteit en de volle inzet voor kunst en cultuur opeis naast wonen, wer
ken en zorg. Dat betekent dat we daarvan de kaders met elkaar hebben afgesproken in het Programak
koord, ook de financiële kaders, en dat ik in goed overleg met de commissie - even overigens met begrip
van de verantwoordelijkheden die het college heeft, de wethouder en de raad afzonderlijk - de accenten
zal leggen voor de resterende periode van deze raadsperiode. Dat is 2004, 2005 en 2006. In die zin kan ik
in de richting van de heer Snier en de heer Schoenmakers toezeggen dat we de resterende middelen -
van de 9 ton is 3,85 structureel in de bedrijfsvoering weggezet, dus we praten over vijf ton - met uw ac
centen met elkaar zullen uitdiscussiëren. Ik kom met een voorzetje in oktober, dus dat is ruim voor de
Begroting. U geeft ook op basis van de discussie die we het afgelopen jaar al hebben gehad uw eigen
politieke kleur daaraan op basis waarvan ik in de richting van het college de accenten kan leggen, goed
luisterend naar datgene wat in de raadscommissie Cultuur aan de orde komt. Dus in die zin denk ik dat de
herijking van de cultuurnota een prima stuk is, omdat daarin wat wijzigingen in de accenten van de afge
lopen zes jaar worden gelegd die overigens door u zelf zijn aangegeven, en ik niet van plan was, ook on
dersteund door uw commissie, om met een totaal nieuwe nota te komen. Dat is ook absoluut niet aan de
orde. Ik denk dat de nota Cultuur 96 'Cultuur is meer' een uitstekend stuk is geweest, breed door de raad
ondersteund en dat we daarvan ook in de komende jaren, met accentverschillen, zullen blijven uitgaan.
De heer Snier spreekt terecht van een pas op de plaats. Ik denk dat het zo is dat overal in het land de