25 SEPTEMEBER 2003 348 De VOORZITTER Ik zie de heer Van Yperen, de heer Scheltens en de heer Leunisse. Zullen we eens met de heer Leunisse beginnen? De Provincie was hierbij betrokken, hè? Ja. De heer LEUNISSE Dank, voorzitter, dat heeft u goed begrepen. Daarom wilde ik er ook een lans voor breken. Wij hebben in de commissie verteld dat wij nu in een tijd zitten, en dat heeft mijn collega zojuist ook al betoogd, dat het allemaal niet zo florissant is wat er blinkt en wat er aankomt. Wij zijn er niet voor om een heel duur, groot viaduct te maken, terwijl we dankbaar gebruik kunnen maken van een wat lagere onderdoorgang. Voor zitter, u zei het net zelf, de Provincie is erbij betrokken. Wij zijn natuurlijk ook gaan kijken en wij hebben geen olifanten en geen giraffen gezien, dus die onderdoorgang is hoog genoeg. Die is voor ons ruim vol doende. Dus wij steunen dit voorstel van harte. De heer VAN YPEREN Breda '97 zal even een ander geluid laten horen. Wij weten ook dat daar geen olifanten passeren en wij weten ook wel dat er geen giraffen zijn, maar in het algemeen gesproken heeft de natuur ruimte nodig, ruimte om over te steken. Alternatieven zijn pas goede alternatieven als ze in ieder geval gelijkwaardig zijn. Wanneer we kijken naar de hier voorgestelde oplossing voor de verplaatsing van wild van de ene kant naar de andere kant van de snelweg dan kunnen we nauwelijks van een alternatief spreken. De ge plande doorgang is smal en voldoet eigenlijk niet aan de normen. Een garantie dat het alternatief ook wel degelijk werkt, is er niet. Het is naar de mening van Breda '97 een surrogaatoplossing. Het lijkt op iets, maar het is niets in vergelijking met de oorspronkelijke plannen. Geld blijkt ook hier de boosdoener. Breda '97 houdt zich aan de motie van 26 juni jongstleden. Wij kunnen ons slecht vinden in de hier geopteerde oplossing. We zullen niet tegenstemmen, onder het motto: iets is beter dan niets, maar we betreuren het dat burgemeester en wethouders zich niet harder hebben kunnen opstellen tegenover de Provincie. Wij zijn er gelukkig mee dat u onze mening gedeeltelijk deelt door de uitvoering van het oorspronkelijke plan niet op te geven. Wij betreuren het ook dat leden van deze gemeenteraad in de Provincie het niet duidelij ker hebben kunnen vertellen, zodat op een gegeven moment wél de originele oplossing hier aan de weg zou worden neergelegd. Wij betreuren dat ten zeerste. De heer SCHELTENS Ik kan me naadloos aansluiten bij het verhaal van mijn voorganger, en dan bedoel ik wel alleen déze en niet de voorganger die het over olifanten en giraffen had, want als hij beter had gekeken dan had hij waar schijnlijk wel ezels gezien. Zoals bekend heeft mijn fractie zich tijdens de commissievergadering vrij kri tisch opgesteld naar deze groene geledingszone, omdat wij zoals u weet een sterk voorstander zijn van een ecoduct. Net als mijn voorganger vinden wij dit maar een heel mager alternatief. Ik wil de discussie niet opnieuw doen. Het is eigenlijk niet als alternatief bedoeld, maar het is wel als zodanig in dit voorstel aangeduid. Waarom zijn wij dan uiteindelijk wel akkoord met dit voorstel? Inderdaad met hetzelfde argu ment: iets is beter dan niets, en ook omdat gebleken is dat de uitvoering van een ecoduct op dit moment gewoon niet haalbaar is. Er waren vele betrokkenen, Breda was er slechts een van, en er was absoluut geen meerderheid voor te vinden. Dat zal ook wel te maken hebben gehad met het stevige prijskaartje, zeker in vergelijking met de financiën voor deze groene geledingszone. Wat wij ook erg belangrijk vinden, is dat er in het voorstel nog wel degelijk wordt gesproken over het blijven aandringen op de realisatie van een ecoduct. Dat zal dan gebeuren in de reconstructiecommissies. Dat heeft de portefeuillehouder ons min of meer toegezegd. Ik hoop dat hij dat nogmaals doet en dat hij daaraan toevoegt dat hij ons op de hoogte houdt van de ontwikkelingen en de gesprekken in de reconstructiecommissies, zeker als die over een eventuele toekomstige realisering van een ecoduct gaan. Een ander belangrijk punt waarover we het ook uitgebreid hebben gehad in de commissie is de monitoring. Daar heeft de portefeuillehouder ook ruimhartig op geantwoord, waarvoor dank. Ook op dat punt zou ik graag van hem de toezegging willen krijgen dat wij raadsbreed, of in ieder geval toch commissiebreed, van de resultaten daarvan op de hoogte worden gehouden. Ik ben ervan overtuigd dat dat heel erg belangrijk is. Verder heb ik begrepen dat ook de BMF op een gegeven moment dit standpunt heeft ingenomen. Dat heeft ons doen besluiten akkoord te gaan. Bij de roomse vrienden zou je zeggen: je moet niet proberen roomser te zijn dan de paus, en bij GroenLinks zeggen wij dan: je moet niet groener proberen te zijn dan de BMF. Wethouder ARBOUW Hierbij is inderdaad uitgebreid stilgestaan in de commissievergadering. Ik wil toch nog een paar dingen benadrukken. Het is inderdaad nooit bedoeld als gelijkwaardig alternatief, als equivalent. Wij wisten dat dit uiteraard een andere oplossing is met een ander effect. Dat is ook de reden waarom wij destijds al in de media aangegeven hebben dat wij de vraag naar een ecoduct voor de lange termijn via de reconstructie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 28