30 OKTOBER 2003
360
bordgroep werd gevoerd over een alternatief voor die hellingbanen is nadrukkelijk ook naar voren
gebracht dat die hellingbanen ook om verschillende redenen onwenselijk werden gevonden en wel om
twee redenen. Een: de sociale onveiligheid die daarmee gepaard ging, want de diverse verkeersdeel
nemers zouden niet van elkaar worden gescheiden. Ik denk aan skaters die van de hellingbaan af
gaan waar ook ouderen, mindervaliden, moeders met buggy's of kinderwagens, ga zo maar door lo
pen. Dat was een reden om de deelnemers van de brug qua stromen fysiek van elkaar te scheiden,
zoals u thans gerealiseerd ziet. En deze verbetering, dus het scheiden van die stromen op de brug, is
ook een van de aanbevelingen van het bureau geweest. Dat is een. Twee: de nieuwe hellingbaan zou
niet de hellingbaan worden zoals die er nu ligt, want de hellingbaan die er dan was gekomen zou ook
bepaald steiler zijn geweest dan de hellingbaan thans. En dat had ook weer zijn eigen problematiek,
zijn eigen bezwaren. En daarom is toen voor dit alternatief gekozen. Er zal morgen, en overigens ook
nog in juridische procedures, op worden gewezen dat het bestemmingsplan ruimte geeft, u zegt neen,
ik zeg ja, laten we dat morgen afwachten, om datgene te construeren wat daar staat, waarbij niets is
gezegd over de gebruikskwaliteit, want, en dat kan ik ook niet genoeg benadrukken, 7 oktober is ge
bleken dat die dus niet voldoet aan de verwachting van datgene wat we daar hebben gebouwd. Dat
onderkent het college en dat is het college ook buitengewoon eens met de bewoners, de fietsersbond,
de bezwaarmakers, de eisers van morgen. Wij staan niet met de ruggen tegenover elkaar. Dat spreekt
voor zich. Maar de discussie kan niet meer zijn dat de evenwaardigheid van dit alternatief het terug
brengen van hellingbanen moet zijn. Die discussie hebben we gehad en is beslecht in datgene wat er
nu staat. Maar nogmaals, sinds 7 oktober is gebleken dat het gebruik daarvan anders blijkt te zijn dan
waar wij allen, ook het projectbureau zelf schat ik in, van uitgingen. Dat moet u heel goed in het oog
houden. Voorzitter, voor het overige, de zaak is inmiddels bij de rechter aangemeld en laat het recht
zijn gang gaan.
De VOORZITTER
Dank u wel. Ik stel voor om het vragenuur hiermee te beëindigen, tenzij de vragenstellers vinden dat
de vragen nog niet volledig zijn beantwoord. Dan moet u dat even concreet noemen.
De heer DE ROOS
Ten eerste: het voortraject. Bij de vraagstelling heb ik gezegd: de gemeente is heel actief bezig ge
weest in het voortraject om tot een beslissing te komen, in de zin van: laten we maar geen hellingbaan
doen maar een roltrap. Dan is mijn vraag: kan Rijkswaterstaat hiervoor dan alleen verantwoordelijk
worden gehouden? De tweede vraag is: is het ook niet zo dat de problemen voorzienbaar waren, gelet
op de duidelijke klachten die zijn ingebracht door de bewoners, en is het dan niet voor de hand lig
gend datje niet alleen afgaat op het advies van een niet-onafhankelijke deskundige, maar datje zegt:
laten we inderdaad ook maar een deskundige raadplegen? Waarom is die quick-scan al niet veel eer
der aangevraagd naar aanleiding van de onderbouwde kritiek van de bewoners? Het is ook niet voor
niks dat er nu een ingezonden brief in BN/DeStem staat waarin wordt gezegd: de idioot die dit plan
heeft bedacht fietst zeker nooit, want het ligt zo voor de hand dat dit niet werkt.
De VOORZITTER
Dat waren de vragen die u nog niet beantwoord had gezien.
De heer BOER
Ik wil graag van de wethouder horen dat hij ontkent dat in het bestemmingsplan staat aangegeven dat
het conform het Tracébesluit zou worden uitgevoerd. Want dat is de essentie. In het Tracébesluit wor
den duidelijk alleen de hellingen genoemd en in het bestemmingsplan wordt daarnaar verwezen. Als
de wethouder dat ontkent, dan wil ik dat ook graag zien in het bestemmingsplan.
Wethouder NIEDERER
Ik zeg het nóg een keer tegen de heer Boer: U weet toch dat we een procedure hebben gehad bij de
Raad van State, de voorlopige voorziening, waar de bouwvergunning op grond van het onherroepelij
ke bestemmingsplan aan de orde was. En in de voorlopige voorziening heeft de Raad van State het
akkoord bevonden dat Rijkswaterstaat ging bouwen wat er nu staat. Dus dat impliceert op zichzelf al,
en leest u echt het bestemmingsplan er maar op na, dat datgene wat daar staat juridisch rechtens is.
Ik kan het niet meer herhalen en ook niet duidelijker brengen. Je moet het ook willen horen en ook
willen begrijpen. En verder zeg ik u nogmaals: de bodemprocedure loopt nog en daarover kan ik geen
verdere mededelingen doen, want dat is onder de rechter. Maar de voorlopige voorziening is, wat mij
betreft, duidelijk. De heer De Roos had nog enkele vragen. Was het niet voorzienbaar? Natuurlijk niet,
was het maar voorzienbaar, dan hadden we nog eerder een quick-scan gedaan. Maar die quick-scan