30 OKTOBER 2003
361
is nu juist gedaan na de ingebruikname van de brug op 7 oktober, toen de klachten, de ongemakken
en de onvrede kwamen. Pas dan kun je, en ik vind dat het college buitengewoon alert heeft gerea
geerd zoals het ook betaamt, de gebruiksfunctionaliteit gaan toetsen. Het was niet aan de gemeente,
in welke procedure dan ook, om die toetsing eerder te doen. Dus wij konden niet eerder reageren dan
we hebben gereageerd en ik vind de manier waarop wij als college hebben gereageerd bepaald
daadkrachtig en bepaald met oor en oog voor de problemen die ons ook duidelijk zijn geworden. Dus
het kon niet eerder. Ik wil hiermee aangeven dat de gemeente vanuit haar verantwoordelijkheid vol
komen terecht heeft gehandeld zoals zij heeft gehandeld en niet iets anders heeft kunnen doen, dan
wel datgene wat wij nu weten had kunnen voorkomen op het moment dat wij het bestemmingsplan
goedkeurden, de bouwvergunning afgaven, de sloopvergunning afgaven voor het huidige alternatief.
Dat is de gemeente niet aan te rekenen. Dat is juridisch zo, en daarmee is het feitelijk zo. Ik zeg
daarmee naar onze inwoners toe die daarvan gebruik maken niet dat wij daar, ook menselijk gezien,
allemaal zo happy en blij mee zijn. U ziet mij hier in dat opzicht helemaal niet gelukkig staan. Wij voe
len nadrukkelijk mee. Het is ook in ons belang dat die fantastische brug fantastisch functioneert, ook
wat betreft de objectieve verkeersveiligheid. Maar wij kunnen niet aan de lat staan voor dingen waar
wij niet voor aan de lat kunnen staan.
De VOORZITTER
Ik stel voor om dit onderdeel en dus ook het vragenuur hiermee af te ronden. Dank u wel.
V. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 25 SEPTEMBER 2003 VAN
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BREDA.
De heerLEUNISSE
Tekstueel kunnen wij ons wel vinden in de notulen, maar inhoudelijk hadden wij nog een vraag naar
aanleiding van pagina 350 waar het gaat over het antwoord van de voorzitter. Inmiddels is dat vier
weken geleden. Wij nemen aan, wanneer bestuurders van de stad een vraag stellen en een aanbod
doen dat toch wel in een termijn van vier weken kan worden geantwoord. Als dat niet zo is, dan ne
men wij aan dat het allemaal in goede orde is.
De VOORZITTER
Over welke pagina heeft u het? Waar staat dat? Want ik wil graag weten wat we moeten doen.
De heerLEUNISSE
Het staat op pagina 350. Over vier weken is het bijna zover, en dan moet dat probleem opgelost zijn.
Ik denk dat het al is opgelost, anders hadden we dat misschien wel gehoord en hadden we graag
willen helpen.
De VOORZITTER
Maar ik heb die onderzoekspiet wel ingeschakeld en we hebben nog twee weken, geloof ik.
De heerLEUNISSE
Wij hopen dat dat voortgang vindt en wij hopen ook dat wij daarvan op de hoogte worden gesteld,
voorzitter.
De VOORZITTER
Maar u weet dat Sinterklaas en zijn Zwarte Pieten in vertrouwen en in het geheim opereren tot 5 de
cember en dan komt alles tevoorschijn. U krijgt 5 december een verrassing.
De heer LEUNISSE
Maar het is wel zodanig dat men wel moet kunnen werken. Om daarvoor te kunnen zorgen hebben zij
onze hulp ingeroepen en wij hebben dat gedelegeerd aan het dagelijks bestuur. Wij hopen dat het
dagelijks bestuur daarvan goede nota neemt en ons informeert, zodat wij deze man daarginds goed
kunnen informeren dat hij zijn werk op tijd kan doen.
De VOORZITTER
Vindt u het goed, als het niet opschiet met die Sinterklaas, dat ik de kerstman ook nog inschakel?
De heerLEUNISSE
Ik weet wat u bedoelt, maar ik heb goede hoop dat het allemaal goed komt.