30 OKTOBER 2003 372 houden met de actualiteit. En je moet wel over buitengewoon voorspellende gaven beschikken, wil je kunnen vaststellen wat er in een periode van pakweg tien jaar op de woningmarkt zou moeten gebeu ren. En als voorbeeld wil ik hier ook aanhalen het WBO 98 en de optimistische scenario's van het Centraal Planbureau over de economische groei waarop de nota-Remkes destijds in 2000 nog ge stoeld was en waar ook het ABV-rapport hier in de gemeente Breda op gestoeld was, en dat nu het WBO 2002, waarvan de eerste cijfers eind september beschikbaar zijn gekomen, laat zien dat er toch een duidelijk minder expliciete voorkeur voor koop is en dat zelfs huurders de stap naar een sociale koopwoning bijna niet meer willen en kunnen maken. De nota formuleert doelen, geeft aan welke maatregelen kunnen leiden tot het bereiken van die doelen en beschrijft de gewenste ontwikkelings richting voor de vijftien woongebieden, die wij in de stad onderscheiden, en voor de stad als geheel. Dat schept duidelijkheid voor de politiek, voor de corporaties en voor ieder ander die een rol speelt in de uitvoering van ons woonbeleid. Dat alleen al maakt het stuk de moeite waard. Wat betreft de diffe rentiatie wordt vooral ingezet op de bouw van woningen in het segment middelduur laag, in de ver wachting dat dit een positieve bijdrage zal leveren aan de doorstroming, omdat een aansluiting tot stand wordt gebracht tussen de verschillende categorieën. De Partij van de Arbeid ondersteunt dat. Er is voor ons gevoel de afgelopen jaren wel erg veel gebouwd in de dure sector zonder dat dat aan toonbaar tot veel doorstroming heeft geleid. Wel vinden wij dat daarnaast de bouw van bereikbare woningen zowel in de huur- als in de koopsector een absolute noodzaak is. En dit is niet alleen om verschillende woonmilieus voor iedereen toegankelijk te maken, maar ook om een kwaliteitsimpuls te geven aan de sociale sector zodat deze sector kwantitatief op niveau gehouden kan blijven, waardoor er voor de mensen nog wat te kiezen valt. Hier ligt, naar onze mening, een grote maatschappelijke opgave. In welke mate dat nodig is, zullen we beoordelen aan de hand van feiten en cijfers: onze wo ningmarktmonitor. De nota geeft aan, om de kwaliteitsfunctie te kunnen blijven volgen, dat de defini tieve differentiatie van een project zo laat mogelijk zal worden bepaald. Dat klinkt ons als muziek in de oren. Wij zullen daarop terugkomen, iedere keer dat er een nieuw bestemmingsplan of project wordt besproken. De discussie die wij in de commissie SOW hebben gevoerd over de differentiatie in de Stadsdonken, heeft tot een voor de Partij van de Arbeidfractie aanvaardbaar resultaat geleid. Dat is bemoedigend. Resumerend: de nota Perspectief Wonen geeft duidelijk aan welke volkshuisvestings doelen wij nastreven, schenkt aandacht aan de verschillende groepen woningzoekenden en legt ver banden met andere projecten zoals de herstructurering en Geschikt Wonen voor iedereen, en het vergroot daarmee het inzicht in onze volkshuisvestingsopgave. De Partij van de Arbeidfractie gaat graag akkoord met het voorstel. De heer DE ROOS De nota Perspectief Wonen, het beleid voor de komende jaren, is, naar de overtuiging van onze frac tie, te veel gericht op doorstroming, en dat is onvoldoende om werkelijk soelaas te bieden voor de woningzoekenden in het lage segment. En daar zijn er heel veel van ingeschreven, meer dan 15.000 bij de corporaties. Het mikken op doorstroming alleen is onvoldoende. Het tweede punt van aandacht is dat in de nota terecht aandacht wordt besteed aan de, wat daarin wordt genoemd, betaalbaarheids gaten. Er worden drie categorieën genoemd die moeite hebben om uiteindelijk het wonen te betalen: de allerlaagste inkomens, de starters en eenverdieners en de ouderen met een eigen woning en een klein pensioen. De juiste maatregelen om die groepen te bedienen ontbreken. Juist het investeren in de goedkope voorraad zou al deze groepen wel bedienen. Derde punt van aandacht is de opgave per woongebied. Het is op zich een plus dat per woongebied wordt gekeken wat er nodig is, alleen, wij zijn van mening dat juist als het gaat om de betaalbare woningen die opgave veel te passief is. Heel vaak vindt u terug in de genoemde woongebieden een formule, en die formule vangt aan met de tekst: "Met het oog op de slaagkansen van lagere inkomensgroepen is verkoop van bereikbare huurwoningen ongewenst." Dat is allemaal leuk, maar onze fractie vindt dat er veel meer daadwerkelijk ook actie op moet worden gevoerd. Spiegelbeeldig bouwen wordt niet gerealiseerd met deze formule. Wat je bij voorbeeld wel ziet, is dat er wordt bevorderd dat er juist duur wordt gebouwd. Een recent voorbeeld is het Ruitersbos, waar nieuwe kavels bij opbod worden verkocht in de verwachting dat er uiteindelijk een gigantische verkoopprijs van een kavel per vierkante meter zal worden gerealiseerd. En dat is natuurlijk heel wat anders dan de zojuist genoemde formule. Daar zou de gemeente de kans hebben gehad om te zeggen: die ruimte, die grond in het Ruitersbos bestemmen we ten behoeve van de lage re inkomensgroep. Dus met die formule waarover ik het zojuist had, moet je het ook daadwerkelijk doen, want anders blijft het bij uitgesproken intenties en verder niets. Punt vier is, naar de mening van onze fractie, dat de gemeente de regierol, die zij wel beoogt, op het gebied van volkshuisvesting niet kan waarmaken. Er is simpelweg te weinig geld. Het volkshuisvestingsfonds, dat jarenlang 3 miljoen per jaar bedroeg, 1,4 miljoen euro, wordt afgebouwd vanaf 2004. In 2004 zou het maximumbedrag 0,9 miljoen euro bedragen. Verder wordt wel gezegd: we gaan ook nog wat sluizen richting de corporaties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 22