30 OKTOBER 2003
374
Wethouder ARBOUW
Even dacht ik, toen de beschuiten met muisjes binnenkwamen, dat de heer Augenbroe deze be
schuiten met muisjes voor de geboorte van dit nieuwe document, de doelennota Perspectief Wonen,
had laten aanrukken, maar dat is niet het geval. Om geen afbreuk te doen aan de geboorte van uw
kind, nogmaals de felicitaties, ook van de kant van het college. Dank voor de brede steun in de raad
voor deze doelennota. Ik ben het zeer eens met mevrouw Knipscheer, die aangeeft dat de nota inder
daad kan gelden als een wegwijzer in volkshuisvestingsland voor de komende tijd. Het is dus heel erg
belangrijk te weten dat deze nota hier nu ligt als doelennota. We hebben er heel veel moeite ingesto
ken om de nota met name leesbaar te krijgen, helder, transparant, in begrijpelijke taal, ondanks af en
toe uiteraard toch nog wat jargon. Maar in ieder geval moet ook voor de buitenwereld goed begrijpelijk
zijn voor welke doelstellingen de stad op het gebied van volkshuisvestingsbeleid de komende tijd
staat. In grove lijn zijn de heel belangrijke zaken, als je het in een aantal woorden wilt vatten: flexibili
teit, keuzevrijheid en slaagkansen. Ik zal die in het vervolg bij de beantwoording van de verschillende
vragen elke keer weer even naar voren laten komen. Er is ook nog gevraagd naar de prestatieafspra
ken. In de laatste commissievergadering heb ik u een overzicht gegeven van de stand van zaken.
Daarin kunt u zien hoe we ervoor staan. Natuurlijk is het zo dat die zaak in onderhandeling is en ui
teraard gaat het over grote belangen en veel geld. Dat kunt u dus inderdaad kenschetsen als lang
zaam, maar zeker gestaag. Wat dat betreft ben ik het met de heer Douwes Dekker eens dat, nu deze
doelennota er ligt, inderdaad ook alle partijen nu hun verantwoordelijkheid moeten oppakken om zo
snel mogelijk in constructieve en zakelijke besprekingen de prestatieafspraken af te ronden, zodat we
zo snel mogelijk het Programma Wonen hier kunnen neerleggen. Op dat moment gaat de beleidscy
clus in feite draaien, want, zoals mevrouw Kokx terecht aangaf, dit is geen stalinistisch model, wat
overigens de SP, volgens mij, qua achtergrond wel moet aanspreken. Het is zeker de bedoeling dat
wij het regelmatig toetsen op de behoefte en dus elke keer weer tot een aanpassing van dit program
ma gaan komen. De doorstroming is natuurlijk een uitermate belangrijk punt hierin. De heer De Roos
twijfelt eraan of het die rol zal gaan vervullen. Ik denk dat onze analyse ten aanzien van de betaal
baarheidsgaten, en dat is inderdaad zo'n jargonbegrip, toch evident maakt en goed onderbouwt waar
om die doorstroming op gang zal komen als wij onze zaken, zoals ze in deze nota staan, gezamenlijk
oppakken. Wat betreft uw kritische toon ten aanzien van de regierol van de gemeente moet ik toch
aangeven dat juist dit document een heel belangrijke rol speelt om aan die regierol vanuit het ge
meentelijk standpunt een invulling te geven. Uiteindelijk zal het sluiten van de prestatieafspraken het
summum van de regierol moeten zijn, omdat je dan met elkaar voor de komende tijd afspreekt hoe je
het gaat doen en hoe de taken en verantwoordelijkheden daarbij zijn verdeeld. Ik wil hierbij toch nog
even opmerken dat ook tijdens een bijeenkomst afgelopen maand in Den Haag, waarbij het ging over
de herstructureringswijken, de 56 aandachtswijken die door de minister zijn aangewezen, veel be
stuurders, veel corporaties, ontwikkelaars en andere ministeries onder leiding van de minister een
debat hielden waarin overduidelijk bleek dat iedereen toch van mening is dat de corporaties in principe
voldoende geld hebben om de opgave die zij hebben de komende tijd te kunnen invullen. U kent ook
de discussie met de overkoepelende organisatie van de corporaties ten aanzien van die steden waar
problemen zijn, om die eventueel met andere corporaties in te vullen. De vraag is gesteld: is dit wel
volkshuisvestingsbeleid in de oude term zoals vanuit GroenLinks dat opnieuw wordt gedacht? Ik denk
het niet. De gedeputeerde in Noord-Brabant noemt zichzelf gedeputeerde Zorg en Wonen. U heeft dat
gezien. Die wil ook die kreet volkshuisvesting niet meer. Het is kennelijk nu een moderner woord ge
worden. Maar van mij mag het volkshuisvestingsbeleid heten. Waar het om gaat is dat het inhoudt:
huisvesting voor eenieder, voor elke burger in Breda. En natuurlijk wel met extra accent en extra aan
dacht voor de doelgroepen, dat is evident. Maar het is niet zo dat het volkshuisvestingsbeleid slechts
over enkele groepen in de maatschappij gaat. Met betrekking tot de vraag die de heer Meeusen stelde
ten aanzien van het voorwoord, omdat daarin onder andere wordt gesproken over de hoofdoelstelling
van het gemeentelijk woonbeleid, het volgende. Ik heb overigens uw artikel 41-vragen naar eer en
geweten beantwoord en ik ga ervan uit dat ook u in 50% van de gevallen tevreden bent met de be
antwoording van het college. Ik wil daarbij aanvullen dat uiteraard de drie punten die in het voorwoord
staan in onderlinge samenhang moeten worden bekeken en dat het totaal van de opmerkingen, die
gaan over de verschillende groepen die in Breda wonen, uiteraard betrekking heeft op bijvoorbeeld
het aspect: het vasthouden van de midden en hoge inkomens. Ik heb al eens eerder, ook in de media,
opmerkingen gemaakt dat het natuurlijk van uitermate groot belang is dat wij dit soort midden en hoge
inkomens bijvoorbeeld in het stadscentrum weten vast te houden, want de ontwikkeling en trend die je
bij veel grote steden in het land ziet, dat de mensen wegtrekken naar buiten de stad, is een zeer on
gewenste ontwikkeling voor de kwaliteit en ontwikkeling van je eigen stad. Ten aanzien van uw vraag
over het onderscheid tussen de verschillende wijken het volgende. De levensloopbestendigheid van
de vijftien wijken is meerdere malen in deze nota benadrukt. Ik vind wel dat wij geen eenvormige wij-