30 OKTOBER 2003
386
op te breken vanwege een commissievergadering. Het is niet allemaal duidelijk gelopen. Ik heb ook
nog contact gehad met de griffie en het bleek niet allemaal duidelijk, maar ik meen mij te herinneren
dat ik in ieder geval heb aangegeven dat het, wat ons betreft, helemaal geen automatisme was dat,
als de heer Ouwerkerk een van beide functies zou opgeven, er dan geen interpellatie volgde. Maar
goed, vanaf dat moment zijn er allerlei mensen met mij aan de praat geraakt en zijn er allerlei dingen
besloten waarvan ik naderhand moest bekennen: heb ik daarbij gezeten? Dat kan gebeuren, maar het
doet niets af aan het feit dat wij vinden dat, ondanks het feit dat de heer Ouwerkerk een van zijn func
ties heeft opgegeven, het voor ons nog steeds van belang is om wel te interpelleren. Het staat gea
gendeerd als zijnde een interpellatie over nevenfuncties van ambtenaren, maar het moge duidelijk zijn
dat de aanleiding is het feit dat de heer Ouwerkerk een commissariaat bij BVR had aangenomen, dat
hij inmiddels weer heeft opgegeven.
De heer BOER
Niet dus.
De heer SCHELTENS
Gaat u nu al interrumperen, mijnheer Boer? Dat vind ik wel vroeg. Maar dat is niet aan mij, geloof ik.
De VOORZITTER
Neen, ga uw gang, mijnheer Scheltens.
De heer SCHELTENS
Heel verstandig. De interpellatie was dus niet op de gemeentesecretaris gericht, maar op het college.
Dus die politieke noodzaak blijft, en vandaar dat wij hebben doorgezet. Om even terug te gaan naar
het begin: hoe is deze zaak tot ons gekomen? Via de pers nota bene. Dat vinden wij in zijn algemeen
heid heel vervelend, maar zeker als het dit soort zaken betreft. Op dit punt vinden wij duidelijk dat het
college een informatieplicht heeft. Vandaar ook onze vraag: waarom is er in vredesnaam niet gepolst
bij de raad al dan niet via het fractievoorzittersoverleg? U weet, en ik herhaal het nog maar eens,
GroenLinks is niet zo'n fervent aanhanger van het fractievoorzittersoverleg, mijn fractie vindt dat daar
geen besluiten moeten worden genomen, maar in dit geval vindt mijn fractie heel duidelijk dat dit nu
typisch een kwestie is van even een rondje bellen met de fractievoorzitters, en deze hele affaire was
niet eens een affaire geworden. Wat ook belangrijk is, is dat enkele raadsleden blijkbaar wel op de
hoogte waren. Het zou erg leuk zijn om nu eens helderheid te krijgen in wie dat dan waren. Er was
een mijnheer van de VVD op de hoogte en de fractievoorzitter niet. Na verloop van tijd riep de heer
Boer, die zojuist ook al riep, als een soort Calimero: ik wist het ook.
De heer BOER
Neen, neen, zo zit het natuurlijk niet in elkaar. Als je dit soort dingen zegt
De heer SCHELTENS
Ja, ja, zo zit het wel. Een belangrijke vraag is
De heer BOER
Ik heb ook gehoord dat GroenLinks het wist.
De heer SCHELTENS
Ja, dat heeft u gehoord. Maar volgens mij komt u zo aan de beurt met uw eigen vragen, want laten we
duidelijk zijn, wij varen ook in deze zaak twee aparte routes. Een belangrijke vraag van mijn fractie, en
dat is voor alle duidelijkheid dus GroenLinks, is: hoe is het college in vredesnaam tot dit unanieme
besluit gekomen? Hoe heeft u kunnen beoordelen: dit moet kunnen? Wie is er politiek gezien het
meest naïef, is dat mijn fractie, GroenLinks, of bent u dat, omdat u ervan uit bent gegaan dat dit moet
kunnen want het betreft een andere portefeuille en dan zal het geen problemen opleveren? Wij vragen
ons echt in gerede af: wie is hier nu politiek naïef? Wat betreft de gemeentesecretaris zelf hebben wij
duidelijk gesteld: het is eerlijk en open gespeeld, dus wat hem betreft, geen blaam. Maar dat wil nog
niet zeggen dat u dan ook net zo makkelijk moet zeggen: hupsakee, vooruit met de geit. Er is ook
gesteld, want er is heel veel over gepubliceerd, dat het zou gaan om zijn blauwe ogen en dat het niets
met zijn functie heeft te maken en de informatie die de heer Ouwerkerk heeft, omdat hij natuurlijk al
jarenlang bij het vuur zit. Wat dat betreft vonden wij dat de directie van BVR, of misschien was het de
voorzitter van het bestuur, dat weet ik niet, maar laat ik het zo zeggen: de leiding van BVR was in de
publicaties een stuk eerlijker. Die zei: het is natuurlijk toch wel mooi meegenomen dat die mijnheer die