30 OKTOBER 2003 355 De VOORZITTER Vindt u het goed dat ik de knoop doorhak en voorstel om, gelet op het feit dat het geen schade lijdt en misschien een verbetering kan inhouden, het raadsvoorstel toch een maand door te schuiven? Kan iedereen zich daarin vinden? Er is wat aarzeling, maar ik zie dat dat gebeurt. Dan is aldus besloten en wordt agendapunt 4 met één maand uitgesteld. De wethouder had, zoals u dat heeft gemerkt, daar ook geen principiële bezwaren tegen. Dan is met uw welnemen de agenda hiermee vastgesteld en gaan wij over tot het vragenuur. Akkoord met het vaststellen van de agenda, met de aantekening dat aan de agenda wordt toege voegd agendapunt 9a, Voorbereidingsbesluit voor een aantal gebieden in de buurt Haagpoort, en dat van de agenda wordt afgevoerd agendapunt 4, Afwijzen verzoek om een gedeelte van het Oudland- straatje te onttrekken aan het openbaar verkeer. IV. VRAGENUUR. leder raadslid kan vragen stellen aan het college of aan de burgemeester. Een raadslid dat vragen wil stellen moet dit minimaal 24 uur voor de vergadering melden bij de voorzitter. Ongeacht het aantal vragen is voor dit agendapunt maximaal één uur beschikbaar. De VOORZITTER Er zijn vragen over de fietsbrug Prinsenbeek. Daarvan moet ik u melden dat mij zojuist een dagvaar ding heeft bereikt waarbij de gemeente en het HSL-bureau in een kort geding zijn gedagvaard mor genmiddag bij de kortgedingrechter met als uitgangspunt de verhindering van de sloop van de oude Baileybrug. Dat is de inzet van het kort geding. Ik zal de dagvaarding niet helemaal voorlezen, maar zojuist is die bij mij op tafel gekomen. Dat betekent dat de sloopvergunning op zich nu onder de rech ter zit en dat daarover morgen een uitspraak komt. Het lijkt mij dan ook niet passend om de kwestie over het slopen zelf uitgebreid aan de orde te stellen, om onze positie daarin zo sterk mogelijk te doen zijn. Het andere onderdeel, de bestaande nieuwe brug, is natuurlijk niet in het geding en daarover kunnen wel vragen worden gesteld. Bent u het met mij eens dat wij het zo zouden moeten beperken vanavond? U bent dat. Ik geef nu graag het woord aan de vragensteller van GroenLinks, de heer De Roos. Bijna de apotheose. ONDERWERP: FIETSBRUG PRINSENBEEK (fracties GroenLinks en Leefbaar-Breda/Parel van het Zuiden). De heer DE ROOS De vragen dateren van 15 oktober en intussen is er van alles en nog wat gebeurd. Er is een rapport gekomen van SOAB, dat is gisteren bij ons op de deurmat gevallen, waarin staat dat het roltrapge deelte van de brug voor fietsers objectief onveilig is. Eerder was al sprake, maar daarvan is in de vraag ook melding gemaakt, van een advies van de fabrikant, Otis, die eigenlijk ook hetzelfde zegt. Vervolgens is daar een standpunt van het college overheen gekomen, dat zegt: wij hebben kennis genomen van de quick-scan die in opdracht van ons is verricht en naar aanleiding daarvan hebben wij ons gewend tot Rijkswaterstaat en die moet er eigenlijk maar voor zorgen dat de zaak in orde wordt gemaakt. Ik vat het nu even heel kort samen. Vandaag lezen wij in de krant dat Rijkswaterstaat zegt: het is wel goed met jullie. Die hellingbaren, vergeet die maar, kort geciteerd volgens de publicatie in BN/DeStem. Ik zal de vragen zoals die zijn gesteld en aan u toegezonden niet herhalen, maar ik heb toch een paar vragen als aanvulling op de al gestelde vragen naar aanleiding van de ontwikkelingen. Nog voordat ik kennis nam van het standpunt van Rijkswaterstaat had mijn eerste vraag betrekking op uw reactie op de resultaten van de quick-scan. Ik lees daarin wat ik zojuist al heb gezegd, dat u zegt dat nu de bal bij Rijkswaterstaat ligt. Ik wil u toch confronteren met de uitspraak gedaan in de raad van 31 oktober 2002, op één dag na een jaar geleden, en dan citeer ik: "Na vaststelling van het Tracébe- sluit in 1998 is de verdere uitwerking door de projectorganisatie en de gemeente gezamenlijk opge pakt waarbij de oplossing van het toepassen van de roltrap uiteindelijk als beste uit de bus kwam." Einde citaat. Daaruit blijkt toch dat de gemeente zelf van de hellingbaan wilde afstappen en een rol trap wilde, ook voor de fietsers. En dan is toch mijn vraag: hoezo ligt dan de verantwoordelijkheid al leen bij Rijkswaterstaat? Door wethouder Arbouw is in diezelfde vergadering gezegd dat het gebruik van de roltrap door fietsers niet in strijd is met de richtlijnen, en toen is richtlijn NEN EN 115 genoemd. In de quick-scan maar ook in de rapportage van de fabrikant staat dat deze roltrap wel in strijd is met de richtlijnen, en dan noem ik de NEN-richtlijn EN 1050. Mijn tweede vraag is: heeft u zich alleen ge baseerd op het advies van Holland Railconsult bij het innemen van dat standpunt of heeft u zich toch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 5