30 OKTOBER 2003 359 We krijgen als gemeente wel te horen wat men daaraan gaat doen, gelet op het criterium objectieve verkeersveiligheid en de constructie zoals die daar staat. De VOORZITTER Dank u wel. De nadere vragen die er zijn, worden eerst door de vragenstellers zelf en dan door de andere fracties gesteld. Maar ik wijs erop dat dit dus geen debat is. Het is een vragenuur. Dus het gaat er niet om dat we in debat treden over de vraag: wel of niet? Nadere vragen graag. Ik geef nu eerst het woord aan de heer De Roos, daarna aan de heer Boer en vervolgens aan de andere frac ties. De heer DE ROOS Voorzitter, ik heb wel een heel exposé aangehoord van wethouder Niederer hoe hij ertegen aankijkt, maar ik heb geen antwoord gekregen op mijn vragen. De VOORZITTER Dan is de nadere vraag: kunt u nog antwoord geven op de vragen? De heer BOER De wethouder geeft aan dat het bestemmingsplan op een gegeven moment door de gemeenteraad is vastgesteld en dat daarin zou zijn vastgesteld dat er roltrappen zouden komen. Wij verzoeken de wet houder aan te geven waar dat in het bestemmingsplan staat, want volgens onze informatie wordt in het bestemmingsplan niet gerefereerd aan roltrappen óf hellingen, er wordt alleen gezegd dat het Tracébesiuit een op een zou worden uitgevoerd in de plaatselijke infrastructuur, en in het Tracébesluit staat duidelijk: de hellingen. De heer DUBBELMAN Voorzitter, heel concreet, zonder de verantwoordelijkheid te ontlopen, wil ik toch opmerken dat nor maal de raad een bestemmingsplan vaststelt op grond van voorstellen die het dagelijks bestuur aan de raad voorlegt. Ten tweede: is de conclusie toch niet gewettigd dat in dezen de voorstellen niet zo gelukkig waren en dat daaraan manco's kleven, gezien de consternatie die daarna is ontstaan? De derde en slotvraag is, of we hieruit niet lering moeten trekken voor de toekomst om nog zorgvuldiger voortaan bestemmingsplannen voor te bereiden en dat het boetekleed ons in dezen allen past. De VOORZITTER Zijn er nog andere nadere vragen? Niet. Ik geef het woord aan de wethouder. Wethouder NIEDERER De heer De Roos heeft vragen gesteld over richtlijn 115, richtlijn 1050, rapport Otis, rapport Holland Railconsult. Het lijkt mij niet alleen verstandig maar ook vanzelfsprekend, mede gelet op onze proces positie morgen en overigens ook die bij de Raad van State, dat alle rapporten, die hier en daar echt tegenstrijdig zijn, nu worden samengebald tot één geheel en dat daarover een eenduidig oordeel komt. Waarom heeft het college de fabrikant Otis niet geraadpleegd? Op de eerste plaats was er voor ons als gemeente totaal geen aanleiding om een fabrikant die werkt in opdracht van de Staat der Ne derlanden, te raadplegen. Dat is niet aan ons. Otis is een respectabele roltrapfabrikant en een roltrap is, wat ons betreft, een roltrap. Het is niet aan ons om te gaan bepalen of het 27, 25 of 23 graden moet zijn. Maar stel dat wij toch hadden gemeend om Otis te raadplegen, dan had ik dat op voorhand een buitengewoon enge exercitie gevonden. Want als de gemeente Otis zou hebben geraadpleegd, dan hadden we toch een sociaal wenselijk antwoord gekregen, omdat Otis natuurlijk belang had bij het plaatsen van die roltrap, want er was geld te verdienen. En als de gemeente dan vraagt: wilt u een roltrap plaatsen die objectief veilig is, dan weet ik het antwoord wel. Dat is een commercieel belang. Dus in dat opzicht heeft de gemeente ook buitengewoon verstandig gehandeld om zich juist daarin niet te mengen. Ik had er niet aan moeten denken dat wij eigener beweging Otis hadden bevraagd. Dat was niet goed geweest voor onze positie en het komt ons ook niet toe om ons, als zijnde niet opdrachtgever, met dat soort vragen daarin te mengen. Ik kan dat niet genoeg benadrukken. Mijnheer Dubbelman, natuurlijk is het een voorstel van het college. Dat is maar goed ook. Maar we zijn er wel samen bij om de bestemmingsplannen uiteindelijk vast te stellen en dan gaan ze door naar Gedepu teerde Staten. Moeten we nog kritischer zijn? Hoe kritischer, hoe beter. Maar in het bestemmingsplan, en dat zeg ik ook tegen de heer Boer, want die leest dat daar niet in, staat natuurlijk niet in concreto: het wordt een roltrap. U moet dat goed lezen. In het bestemmingsplan is er ruimte voor een alternatief voor de hellingbanen. Ik zeg er nog bij: in de discussie die eind jaren negentig met u en met de klank-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 9