6 NOVEMBER 2003
423
Wethouder OOMEN
Voorzitter, voordat ik inhoudelijk zal ingaan op de vragen uit de eerste termijn van de algemene be
schouwingen, wil ik graag een aantal algemene opmerkingen maken. Ik ben namens het college ver
heugd met de door diverse fracties gegeven complimenten over de voorliggende Begroting en wel om
tweeërlei redenen. Ten eerste omdat de voorliggende Begroting naar de mening van het college een
gezond financieel perspectief wegzet, ruimte maakt voor begrotingsdiscussies in de komende jaren en
invulling geeft aan de onderwerpen die door de raad bij de behandeling van de Kadernota naar voren
zijn gebracht. De tweede reden waarom ik verheugd ben namens het college betreft de reactie op wat
ik maar even de 'begroting nieuwe stijl' wil noemen. In nauw overleg met de raad, en ik denk daarbij
onder andere terug aan, naar mijn mening, twee geslaagde workshopavonden in het voorjaar, ligt er
een programmabegroting. Deze programmabegroting betreft een eerste proeve in een 'ombouwtra-
ject', waaraan we, wat mij betreft, de komende jaren met eikaar nog verder vorm en inhoud kunnen
geven. Dan wil ik nu graag ingaan op de reacties vanuit de algemene beschouwingen, eerste termijn.
Het CDA vraagt om bij de Kadernota 2005 te bekijken of een lagere lastenstijging tot de mogelijkhe
den behoort. Dit college zal altijd de kosten en de baten afwegen, en natuurlijk speelt lastenstijging in
ons college een belangrijke rol, maar we zullen altijd de wensen die er spelen en de problemen op dat
moment moeten afwegen. Leefbaar-Breda/De Parel van het Zuiden heeft gezegd dat het een slechte
zaak is dat de Begroting nu wordt vastgesteld, terwijl pas in december over de tarieven wordt gespro
ken. Ik denk dat dat niet zo is. De tarieven zijn deels behandeld en voorts zijn ook in de Begroting de
stijgingspercentages genoemd. Het is alleen zo dat in december de verordeningen aan de orde ko
men, waarbij datgene wat hier naar voren is gebracht verder wordt uitgewerkt.
De heer BOER
In wezen is het toch het paard achter de wagen spannen.
Wethouder OOMEN
Dat is uw mening. Wij denken daar anders over. Nogmaals, over alles wat aan de orde komt qua las
tenstijging kunt u nu uw mening geven en in december komt het terug in de verordening. D66. Me
vrouw Overboom spreekt er in haar algemene beschouwing over dat er een potje, ik noem het woord
letterlijk, van ongeveer 2 miljoen euro zou zijn opgebouwd door de kwijtschelding van de afvalstoffen
heffing en het rioolrecht. Uw veronderstelling, mevrouw Overboom, is niet juist. In de vorige collegepe
riode is inderdaad besloten de kwijtschelding onder te brengen bij de OZB. De besparing die hierdoor
werd gerealiseerd bij de afvalstoffenheffing en het rioolrecht is ingezet voor mitigering en verlaging
van deze tarieven. Er is dus geen extra potje met de door u zozeer bedoelde of gewenste 2 miljoen.
Met betrekking tot de reserves vraagt het CDA hoe het is afgelopen met de behoedzaamheidsreserve.
Ik weet, mijnheer Dubbelman, dat het uw specialiteit is, want u stelt met veel genoegen elk jaar deze
vraag. Ik wil er dan ook graag op reageren. Ook dit jaar speelt de behoedzaamheidsreserve weer een
rol. Tot nu toe is die elk jaar uitgekeerd en in de Begroting hebben wij het zekere voor het onzekere
genomen en hebben wij ongeveer een derde daarvan meegenomen. Dit betreft een bedrag van 690
duizend euro. Het CDA vraagt of het college concreet kan toezeggen dat de screening van reserves
en voorzieningen in ieder geval voor 1 januari kan worden geagendeerd. Het college zal zijn best
doen om te proberen dit in de loop van december rond te hebben. Ik weet niet wanneer ik het dan aan
de commissie kan aanbieden, maar dat kan zijn eind december, begin januari. Ik zou willen reageren
op de onttrekking van de reserves aan de BSW. Ik kijk dan in de richting van de heer Schoenmakers,
omdat hij dat nu heeft ingebracht. Het stond niet uw algemene beschouwingen, eerste termijn. Ik wil
daarover het volgende zeggen. Dit college heeft een Begroting gepresenteerd, en dat heeft u zelf ook
onderschreven, waarin ruim aandacht is voor het sociaal beleid. Binnen dat sociaal beleid past ook de
afweging die het college heeft gemaakt om 1,25 miljoen euro te onttrekken aan de bedrijfsreserve van
de BSW. Het gaat om twee reserves: er is een weerstandsvermogen en een bedrijfsreserve. Over
deze bedrijfsreserve is gesproken, en dat wil ik u toch nog eens een keer melden, door de financiële
mensen, door controllers van het concern en mensen van de BSW. Het werd zeer verantwoord ge
acht, anders hadden wij het echt niet gedaan, om die 1,25 miljoen euro, want daar praten we over, in
deze drie jaar in te zetten. Het was een verantwoorde operatie. Maar stel, wat u hier zegt maar waar
het collega niet van uitgaat, dat om wat voor reden dan ook de BSW in zwaar weer terecht zou ko
men, dan zeg ik u namens het college toe dat de BSW op dat moment bij het college kan aankloppen.
Wij zullen dan weer onze nadere prioriteiten en afwegingen maken. Wat betreft financiën in algemene
zin het volgende. Het CDA heeft gevraagd hoe het zit met de verhoging van de stelposten die in de
Begroting 2004 zijn opgenomen. Is die noodzakelijk om de beleidskeuzes te financieren? Dat is juist.
Een deel van de stelposten wordt ingezet ter financiering van de beleidskeuzes en een ander deel is
beschikbaar voor de begrotingsdiscussies in de komende jaren. De SP vraagt of het mogelijk is om de