6 NOVEMBER 2003 439 De heer TAKS Ik vind dit een zwak verweer op onze kritiek over het indienen van een overbodige motie. De heer SCHOENMAKERS Het gaat niet over kritiek. Ik sta open voor alle kritiek. Ik heb daar heel goed naar geluisterd. Maar de manier waarop u dat benadert, vind ik beneden alle peil en vind ik ook in strijd met datgene waar we hier voor staan. Mijnheer de voorzitter, ik wil terugkomen op de moties, want anders blijf ik nog drie kwartier doorpraten en dat zult u mij zeker niet toestaan. Ons amendement over de herinrichting van het Dr. Jan Ingenhouszplein begrijpt men niet, of men wil het niet begrijpen. Dat laat ik even in het midden. Wij zijn over het Dr. Jan Ingenhouszplein zeer indringend bijgepraat, vele mensen uit deze raad waren daarbij. Wat was nu onze bedoeling? Het was onze bedoeling om te kijken of we binnen de Begroting iets konden vinden waardoor we die 136 duizend euro konden vrijmaken. En toen dach ten wij het volgende. We weten allemaal dat die bibliotheek in Brabantpark in ieder geval niet in 2004 gerealiseerd kan worden. Wij hadden ook een motie over hetzelfde onderwerp, maar die hebben wij teruggetrokken omdat de motie van de Partij van de Arbeid daarover wat duidelijker was. Als je nu een deel van dat investeringsbedrag van 2004 doorschuift naar 2005-2006, dan heb je wellicht een mogelijkheid om dat te doen. Wij handhaven in ieder geval dit amendement. Wij zijn voor de motie (1) van het CDA. In de motie (2) van de Parel van het Zuiden wordt gesproken over de leges. Ik denk dat dat te vroeg is. De motie op zich vinden wij zeer sympathiek, maar wij willen toch graag eerst de dis cussie in de commissie daarover afwachten. Wij zullen daarom deze motie niet steunen. De motie (3) van de Parel van het Zuiden over de buurtmeesters zullen wij steunen. De heer Dubbelman verwijt ons dat wij geen juristen zijn, dat weet ik ook wel, maar wij weten toch ook wel iets van nadeelcom pensatie, en daarom zullen wij de motie (4) ook niet steunen. Onze motie (5) ten aanzien van de BSW. Ik heb heel goed naar de wethouder geluisterd. De wethouder zegt, als ik hem goed begrepen heb: als de BSW in zwaar weer komt dan sluizen wij die gelden terug. De VOORZITTER Staat u toe dat de wethouder daarover even het woord wil hebben? De heer SCHOENMAKERS Ja, hij mag mij eventjes interrumperen, want anders ga ik een ander verhaal houden. Wethouder OOMEN Voorzitter, ik heb het volgende proberen duidelijk te maken. Stel dat de BSW in zwaar weer komt - waar het overigens zoals het er nu voor staat niet naar uit ziet, want wij hebben natuurlijk na zeer zorgvuldige afwegingen dit besluit genomen, maar je kunt nooit voor de eeuwigheid spreken - dan kunt u erop rekenen, mijnheer Schoenmakers, dat de BSW bij het college dat op dit moment hier zit, wij hopen met z'n allen die eindstreep te halen, dus we zitten hier nog een paar jaar, in ieder geval als het gaat om echte problematiek, kan aankloppen. De heer SCHOENMAKERS U zit dan wel met de dekking. De heer DUBBELMAN En doet u dan de deur open, als er geklopt wordt? De heer SCHOENMAKERS Ik heb geen idee of deze motie de meerderheid haalt. Toch willen wij haar handhaven, omdat in het schrijven van de voorzitter van de bestuurscommissie, de heer Van Dommele, een heel ander beeld wordt geschetst dan datgene wat we van de wethouder hebben gehoord. Ik ben helemaal overtuigd van de integriteit van de wethouder, dat hij het inderdaad ook meent en dat hij dat ook zal uitvoeren. Zover ken ik hem wel. Toch willen wij deze motie overeind houden. Zij zal het niet halen en als ge noegdoening daarvoor zou ik toch aan de wethouder willen vragen om toch nog eens een keer in de commissie te praten over de manier waarop wij nu met die BSW-reserves omgaan. Motie 6 is van ons. Die steunen wij zelf. De VOORZITTER Die hebben we binnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 42