6 NOVEMBER 2003 444 De heer JOOSSE Allereerst dank aan het college voor de uitgebreide beantwoording in de eerste termijn. Ik zal even proberen om met enige vaart door de moties heen te gaan, waarbij ik moet zeggen dat ik net als de heer Taks het gevoel heb dat het altijd wat moeilijk is om tegen moties te zijn die zeer overbodig lijken. Aan de andere kant is ervoor zijn ook een beetje een overbodige actie. De motie (1) van het CDA valt in die categorie. Ik denk dat het een sympathieke motie is. De motie (2) van Leefbaar-Breda over de legestarieven zal ik niet steunen. Ik volg het antwoord van het college om te kijken naar subsidies voor bepaalde evenementen. De motie (3) van Leefbaar-Breda over de buurtmeester vind ik op zich een prima motie, afgezien dan van de genoemde termijn. De wethouder wordt gevraagd op 4 december te reageren. Ik dacht dat zij daarover aangaf dat dat een probleem was. Bovendien is ook deze motie redelijk overbodig, als ik de wethouder mag geloven, omdat in een ambtelijke brief eigenlijk precies datgene staat wat ook in de motie staat. Wat betreft de motie (4) van Leefbaar-Breda over reconstruc tiewerkzaamheden denk ik wel dat eens goed gekeken zal moeten worden, maar als ik het goed be grijp gebeurt dat, ook juridisch, naar de wijze waarop de nadeelcompensatieregeling werkt en of die ook tegemoetkomt aan het doel van die regeling. Maar op zich lijkt mij deze motie geen begaanbaar pad. Wat betreft de motie (5) van de heer Schoenmakers over de BSW volg ik het antwoord van het college dat het op zich legitiem is dat er uit de reserves van de BSW dit maal middelen zijn gegaan naar de algemene reserves. De Boschstraat (motie 6). De heer Scheltens vroeg daar nog eens naar. Ik heb daarbij een kanttekening geplaatst, omdat ik ook constateer wat er met de Haagdijk is gebeurd, waar, sinds die is opgeknapt, toch nog steeds veel problemen spelen. Daar dreigen ook ondernemers enigszins gefrustreerd te raken door de ontwikkelingen. Ik denk dat je bij de Boschstraat dus lering daaruit moet trekken en met een hele goede aanpak moet komen. De motie (7) over de verkennende notitie voor dienstencentra vind ik een prima motie. Wel zul je altijd goed moeten uitkijken bij het vra gen om plannen, onderzoeken en dergelijke, of die ook enig uitzicht op haalbaarheid in zich hebben. Anders moetje er, denk ik, niet aan beginnen. Dat geldt bijvoorbeeld voor een onderzoek naar gratis openbaar vervoer (motie 9). Wat betreft het opstellen van een plan van actie voor de winteropvang van daklozen (motie 8) denk ik dat de wethouder voldoende heeft aangegeven wat er in dat kader op dit moment gebeurt. Ik zie niet zoveel in een commissie Wijkzaken/Dorpszaken (motie 10) zoals GroenLinks die voorstelt, ook niet bij de tweede poging. Wat betreft de motie (11) van D66 over de Haven vraag ik mij af of het voorgestelde binnen het kader van Europese aanbesteding mogelijk is. De andere motie (12) over de grondprijzen. Dat is een discussie die, denk ik, intussen is afgerond. Wat betreft het amendement (1) van Breda '97 heb ik, net als andere fracties, toch ook moeite met de dekking die u daarbij zoekt in de bibliotheek van het Brabantplein. Ten slotte, voorzitter, wil ik nog eventjes ingaan op het verzoek van de heer Scheltens, die mij ook in tweede instantie nog vroeg naar waar ik nou eigenlijk voor sta. Ik sta altijd open voor kritiek, mijnheer Scheltens, dus als in uw optiek mijn bijdragen bij de Kadernota, bij deze Begroting of in commissie en raad niet voldoende duidelijk maken waar ik voor sta, dan zal ik proberen in het vervolg scherper te formuleren. REACTIE COLLEGE (TWEEDE TERMIJN). De VOORZITTER Ik stel voor om het college nu zo kort mogelijk te laten antwoorden. Dat betekent dat wij nog even iets zeggen over de moties en over een enkele opmerking die nu nog gemaakt is. Wat mij betreft, en dan ben ik eigenlijk al meteen klaar, het volgende. Er is weer door de PvdA gevraagd om het onderwerp horecadiscriminatie op de agenda te zetten. Ik bepaal de agenda niet van de commissie AZ, dus dat meldt u maar. We zien het wel. Misschien zijn wij daarbij aanwezig. Dan De heer HAARHUIS Voorzitter, als u uitgenodigd wordt. De VOORZITTER Als ik uitgenodigd word. Precies, daarom. Daar hoopte ik al op, en wethouder Arbouw ook. Wat de moties betreft mag ik zelf even melden dat motie 10 des raads is. Motie 10 is de motie waarbij het gaat om die commissie Wijkzaken/Dorpszaken. Daarover hebt u zelf wat gezegd. Ik vind dat het colle ge in het kader van het dualisme daarover geen visie dient te hebben. Motie 1. Daarvan heeft me vrouw Heerkens al in eerste termijn aangegeven dat het college met de inhoud van de motie kan le ven, dus wat ons betreft: ga uw gang. Wij denken dat motie 3 over die Haagpoort-buurtmeesters overbodig is, want wethouder Heerkens heeft namens het college een toezegging gedaan voor het komende jaar. Over dit gegeven is bovendien een memo aan de fracties gezonden, dus dat had u kunnen weten. Ik denk dat die motie daarom, wat ons betreft, overbodig is. Vervolgens zal wethouder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 47