Algemene beschouwingen van de VVD-fractie over de begroting 2004 In de raadsvergadering van 26 juni jl. heeft de VVD ingestemd met de Kadernota 2004, omdat het daarbij aangegeven voorlopige financiële kader een goede verhouding te zien gaf tussen het hoge ambitieniveau van onze stad met karakter en de zorg voor een goede dienstverlening aan de Breda- naars tegen redelijke lasten. Op dat moment was echter nog sprake van een onzekere financiële situatie, waardoor nog geen harde ramingen konden worden gemaakt. De vrees bestond, dat onder druk van de stagnerende economie het Rijk tot verdere bezuinigingsmaatregelen zou over gaan en daardoor het gemeentelijk financieel perspectief naar beneden zou moeten worden bijge steld. Nu de rijksbegroting bekend is, blijken de gevolgen voor de gemeentebegroting, hoewel aan zienlijk, minder dramatisch dan gevreesd. De begroting 2004 is sluitend, de verhoging van belastin gen en tarieven blijft binnen de bij de kadernota afgesproken grenzen en de heroverwegingsmaatre gelen, zoals opgenomen in de kadernota, zijn toereikend. Naar de mening van de VVD wordt het gewijzigde rijksbeleid op verantwoorde wijze in de begroting verwerkt. De beleidsvoornemens van het programakkoord van CDA, WD en PvdA zijn voor het ko mende begrotingsjaar weer veilig gesteld, waaronder ook de afspraak over voortzetting van het ar moedebeleid voor zover het rijksbeleid dat toelaat. De begroting 2004 is de eerste Bredase programmabegroting. De nieuwe begrotingsopzet moet de raad in staat stellen meer dan tot nu toe op hoofdlijnen te sturen. De praktijk zal moeten uitwijzen of dat ideaal ook wordt gerealiseerd. De diverse programma's bieden een samenhangend geheel van doelstellingen, activiteiten en geldmiddelen. Daardoor wordt naar de mening van de VVD de kaderstellende en controlerende taak van de raad duidelijk ondersteund. Het komt er nu op aan het sturende element van de programmabegroting verder te ontwikkelen. Bij de komende kadernotabe- handeling zal moeten blijken of de raad in staat is de nieuwe mogelijkheden te benutten om kaders te stellen en keuzes te maken en zo een eigen stempel op de kadernota te drukken. De diverse maatregelen om het financieel meerjarenperspectief te verbeteren zijn voor het merendeel al bij de kadernota aan de orde geweest. In een economisch slechte tijd is het begrotingstechnisch niet onverstandig om de reserves aan te spreken. Het is daarom goed dat alle reserves en voorzieningen worden gescreend, opdat het resultaat daarvan bij de komende kadernota volledig zichtbaar wordt. Een strikte begrotingsdiscipline is nu meer dan ooit noodzakelijk. Dat geldt ook voor verbonden partijen, zoals de GGD en het Havenschap Moerdijk, en voor gesubsidieerde organisaties, zoals het poppodium Mezz. Voor laatstgenoemde instelling is de opvatting van de VVD, dat de nu voorgestelde financiële injectie ad E. 160.000 de allerlaatste moet zijn. Nu de contouren van een verbetering van de exploitatie zichtbaar worden, is die maatregel gerechtvaardigd. Als het echter met de begrotingsdiscipline slecht gesteld blijft, kan Mezz niet op verdere coulance rekenen. Onder de bij de kadernota voorgestelde heroverwegingsmaatregelen was er één die niet de instem ming van de VVD had, t.w. de verwerking van het kwijtscheldingseffect voor de afvalstoffenheffing en het rioolrecht in de tarieven, wat neerkomt op een reële lastenverzwaring. In de huidige moeilijke financiële situatie is er echter geen alternatieve oplossing te vinden, zodat de VVD zich nu bij dat voorstel neerlegt. Alleen voor de O.Z.B. geldt de afspraak over de inflatiecorrectie, in dit geval 2,6 voor 2004. Voor de overige tarieven, waaronder de afvalstoffenheffing en het rioolrecht, wordt het principe van kostendekkendheid gehanteerd en dat kan afwijken van het inflatiepercentage, zoals voor 2004 het geval is met een tariefverhoging van 4,4 De voorgestelde legesverhoging valt voor sommige gemeentelijke diensten erg hoog uit en kan, zoals bij evenementen die een goed doel dienen, een ongewenst neveneffect hebben. Ook naar de mening van de VVD is compensatie middels de subsidieverlening dan de aangewezen weg. De VVD heeft met genoegen vastgesteld dat de voorgenomen investeringen in de grote projecten in de begroting 2004 worden gegarandeerd. Met name de infrastructurele projecten, zoals de heront wikkeling van de Westflank en het sleutelproject Spoorzone, zijn noodzakelijk voor de economische ontwikkeling van de stad, juist in een periode van economische neergang. Breda scoort landelijk gezien zeer goed met haar economische prestaties. In een onderzoek naar de gemeenten met de sterkste economische positie in de jaren 1996-2002, gepubliceerd in Elsevier, neemt Breda de 18e plaats in en onder de steden zelfs de vijfde plaats. Dergelijke onderzoeken moeten worden gerelativeerd, maar de uitstraling van Breda als toplocatie voor het bedrijfsleven blijkt in elk geval uitstekend. Breda valt kennelijk op door de structuur van de lokale economie, de 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 65