Algemene Beschouwingen Begroting 2004
SP-fractie
Eerste termijn
Op donderdag 6 november bespreekt de raad de begroting voor 2004, de eerste begroting die opge
steld is aan de hand van door de raad vastgestelde programma's. Die nieuwe opzet van de begroting
ziet er overigens goed uit: de link tussen 'wat willen we' (de beleidsvoornemens) en 'wat doen we' en
'wat mag het kosten' is helder en geeft de raad de gelegenheid om het college hierop te controleren.
Wat ons betreft wordt deze lijn bij de jaarrekening doorgetrokken en uitgebreid met extra kolommen:
wat heeft het gekost en welk resultaat heeft het opgeleverd!
Wat betreft het bestuur van de stad merken we enige vooruitgang in de manier waarop de raad invul
ling geeft in zijn meer onafhankelijke rol in het nieuwe bestel. De SP is echter voorstander van verdere
maatregelen om hier verdere winst te boeken. Een ontkoppeling van de raadscommissies en de wet
houdersportefeuilles is echt noodzakelijk, en het is wenselijk dat de nieuwe burgemeester slechts
voorzitter is van haar college van B en W en dat de raad uit zijn midden een voorzitter kiest.
Voor de rest is er bij deze begroting niet zo heel veel nieuws onder de zon, het zou ook niet goed zijn
als de begroting veel afwijkt van de beleidsmatige kaders die de raad bij de Kadernota heeft vastge
steld.
Die kaders zagen er somber uit. In het slechtste scenario zou de gemeente in 2007 bijna 6 miljoen
euro te kort komen. De september-circulaire is iets positiever, maar het lijkt erop dat de gemeente pas
op de plaats moet maken en dat de beleidslijn zoals deze bij de vorige begroting is vastgesteld (een
jaarlijkse groei van de accressen met 1,0 procent) naar beneden bijgesteld moet worden. Er is dus
minder geld beschikbaar. Daar staat tegenover dat door de economische situatie en allerhande rijks
maatregelen er meer geld nodig zal zijn om bijvoorbeeld het armoede- en arbeidsmarktbeleid op de
huidige manier te continueren.
Wat de SP betreft is dit een goede gelegenheid om kritisch te kijken naar de grote (infrastructurele)
projecten die op stapel staan, en die veelal zijn opgesteld in een tijd dat het economisch klimaat een
stuk beter was dan nu. In voorgaande jaren is de jaarlijkse investeringsruimte tot 2007 al voor een
belangrijk deel voorbestemd voor deze projecten. Wat ons aangaat wordt er eerst bezuinigd op deze
projecten voordat de raad overgaat tot het verhogen van de gemeentelijke lasten of het interen op de
algemene reserve.
Er zijn namelijk grotere noden in de stad die om inzet van gemeentelijke middelen vragen. Voor volks
huisvesting en voor de uitvoering van het Verkeersplan is slechts een fractie beschikbaar van het geld
wat eigenlijk nodig is. Er is ook veel geld nodig om de dienstverlening in de bibliotheken in Breda te
verbeteren en om het sociaal beleid en de gehandicaptenvoorzieningen - juist in een tijd waarin het
bitter hard nodig is - op hetzelfde niveau te houden. Wijkbezoeken van de raad maken duidelijk dat er
op het gebied van leefbaarheid van de wijken nog het nodige te doen is en ook op het gebied van
cultuur zijn investeringen wenselijk. Tenslotte is onze verwachting dat de geplande investeringen in de
maatschappelijke opvang bij lange na niet toereikend zullen zijn.
Burgers met een niet al te hoog inkomen zullen de komende jaren de gevolgen van het Rijksbeleid
nadrukkelijk in hun portemonnee gaan voelen. Als men al werk heeft wacht hen een koopkrachtver
mindering door de loonmatiging, en wanneer men werkloos wordt of arbeidsongeschikt raakt dan
doemt al na korte tijd de Bijstand op. De voorgestelde gemeentelijke maatregel om de kwijtschelding
van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht niet meer uit de algemene middelen, maar uit de opbrengst
van deze regelingen te dekken zal voor deze groep een extra belasting vormen. Immers: hogere las
ten bij deze heffingen betekenen een hoger tarief, wat in tegenstelling tot de OZB geen enkele relatie
heeft met de hoogte van het inkomen. De afschaffing van de Zalmsnip - een uitkering in centen in
plaats van procenten - zal ook juist door de groep met een laag inkomen gevoeld worden.
Samenvattend kunnen we stellen, dat de kritiek van de SP bij de Kadernota nog steeds opgeld doet
bij deze begroting. Op een aantal cruciale beleidsterreinen wordt het beschikbare geld uitgeven aan
27