27 NOVEMBER 2003
471
betalen voor het Havenschap Moerdijk, terwijl ik me kan herinneren dat de riolering in de Krogten door
de gemeente Breda wordt betaald als grondgebiedgemeente. Al die zaken bij elkaar, en u vindt ze in
de onderliggende stukken als paradigma's voor het risicoprofiel, waren voor ons college aanleiding om
na ampel beraad het besluit te doen nemen om, nadat dat drie keer was uitgesteld, uit de gemeen
schappelijke regeling te stappen in het besef dat wij als college begrip hebben voor de gecompli
ceerdheid die is ontstaan.
De heer BOER
Een kort vraagje, voorzitter, als dat mag. Heeft u dan nooit pogingen gedaan om met de Provincie
daarover te praten en er met de Provincie uit te komen? Want dat gepest van Moerdijk was u gewoon
goed zat en u kon dat niet meer aan. Maar dan kun je toch naar de Provincie gaan om weer orde op
zaken te krijgen?
Wethouder ADANK
Dat klopt, voorzitter. Eendrachtig hebben de Provincie, de gemeente Drimmelen en de gemeente Bre
da opgetrokken om de gemeente Moerdijk ervan te overtuigen - overigens zijn de verhoudingen in de
persoonlijke sfeer tussen de wethouders Economische Zaken van de gemeenten goed, maar het gaat
hier even om bestuurlijke standpunten en die moet je dus kunnen scheiden - dat een niet sluitende
begroting wel eens een breekpunt zou kunnen zijn voor de overige deelnemers, omdat de gemeente
Breda als voorwaarde had gesteld, zoals wij dat ook hier in dit huis doen, te werken met sluitende
begrotingen. Er is in die zin op ons aandringen zowel mondeling als schriftelijk als alleen vanuit de
Provincie actie ondernomen. Voor mij was het onacceptabel, en ook voor de heer Taks, om met een
niet sluitende begroting verder te gaan, zeker gelet op het zeer wissellende meerjarenperspectief.
Voorzitter, voordat ik mijn eerste termijn afrond heb ik nog een enkele opmerking over de 1,6 miljoen.
Ik kan op dit moment aan de hand van concrete voorbeelden nog wel gedurende een halfuur aan u
duidelijk maken waar ons college en de onderscheiden portefeuillehouders op bestuurlijk en ambtelijk
niveau zijn geïnfiltreerd, dat klinkt negatief maar dat is het niet, waar wij ons op alle terreinen binnen
die 18 gemeentes bewegen om op al die verschillende beleidsterreinen, waar ook uw raad voor zit,
onze rol te spelen in het belang van de economie van West-Brabant, ook in financiële zin. Voorzitter,
er is een misverstand ontstaan over die 1,6 miljoen. Ik hoef daar niet te lang over uit te weiden want
dat hebben we uitgebreid in de commissie gedaan en ook door de ambtenaren is daarop een toelich
ting gegeven. Dat is geen gefingeerd bedrag. Vanuit het rekenmodel, een soort procedure waarop een
negatieve bedrijfswaardeberekening wordt losgelaten, van PricewaterhouseCoopers is een bedrag
genoemd van ongeveer 1,6 miljoen. In het boek staat letterlijk 1,75 miljoen, daar wees de heer
Jackson ons terecht op, welk bedrag, om redenen die ik overlaat aan Korsten en Versteden, 1,6 is
genoemd. In de negatieve bedrijfswaardeberekening, gebaseerd op het rekenmodel van Pricewa
terhouseCoopers dat op enig moment in mei/juni 2003 heeft plaatsgevonden en inmiddels zitten we
toch tegen december aan, is het Bredase aandeel strikt genomen 1,75, terwijl formeel die 1,75, of
laten we maar zeggen de 1,6, geen status heeft, maar een systematiek is die door het Algemeen Be
stuur is vastgesteld en overgenomen. Het gaat dus om een berekeningswaardemethode met een
negatieve bedrijfswaarde.
De heer LEUNISSE
Bij interruptie, voorzitter. Wat de wethouder nu betoogt, is wel datgene wat er staat, maar de uiteinde
lijke schuld die moet worden betaald, ligt bij Domeinen. En wij denken dat Domeinen een andere re
kenmethode heeft.
Wethouder ADANK
De heer Leunisse stelt terecht dat Domeinen hierin een rol speelt, maar niet alleen in dit facet. Zoals u
heeft gezien, is Domeinen in het rijtje paradigma's er een van, maar dat is overigens meteen wel een
stevige, en daarover is met het ministerie van Financiën en de Provincie voortdurend discussie. Het is
bijzonder gevaarlijk om in het risicoprofiel uit te gaan van het meest positieve en daar je koers op te
zetten, want dan zou je weieens bedrogen kunnen uitkomen. Dus valt er op dit moment over de door
rekening, rekening houdend met de zes of zeven risico's die concreet zijn genoemd, heel weinig te
zeggen. Daarom hebben we als gemeente Breda nu juist het uittredingsbesluit nodig om vervolgens
die 1,6 miljoen euro als ankerpunt te nemen, ook in juridische zin. Daarmee gaan we het overleg in,
want ik ga ervan uit dat we met het Algemeen Bestuur, waarin ook een vertegenwoordiger van Breda
zit, gaan discussiëren en besluiten over alle aspecten die te maken hebben met de uittreding, inclusief
het gefixeerde bedrag, dat is dus geen eindbedrag, het is ook geen minimum, het is ook geen maxi
mum, waarbij we er voorlopig even van uitgaan dat dat in juridische zin een ankerpunt is.