18 DECEMBER 2003
525
zorgvragers aan tafel wijzen we daarop. Het enige wat ik nu kan doen, is beloven dat ik mijn uiterste
best zal doen om zo goed mogelijk de zaken op elkaar af te stemmen, zodat mensen niet het gevoel
krijgen dat ze steeds weer van het kastje naar de muur worden gestuurd. Het is belangrijk dat we ge
richter gaan inkopen op risicogroepen bij zowel de GGD als de thuiszorg, en dat we verbeteringen
gaan aanbrengen in het totaal van de jeugdgezondheidszorg. Daarover gaan we ook nog praten. Wat
betreft de bezuinigingen waarop u heeft gewezen in de sociale pijler, laat ik het zo maar eens noe
men, het volgende. Ook volksgezondheid hebben we als extra aandachtspunt ingebracht in het grote-
stedenbeleid vanuit de verschillende grote steden. Dat heeft het niet gehaald. We hebben geen extra
geld daarvoor. Sterker: op dit moment zal de sociale pijler zo'n beetje gehalveerd worden. Dat maakt
het niet eenvoudiger, maar, dat zeg ik er duidelijk bij, we hebben er wel met elkaar voor gekozen om
in ieder geval ons armoedebeleid te handhaven. Dat betekent, voorzover ik het nu kan begrijpen dat,
daar waar minister De Geus zegt dat het belangrijk is dat wij voor de chronisch zieken en de gehandi
capten bijvoorbeeld een aanvullende ziektekostenverzekering afsluiten, wij dat in onze stad niet alleen
voor deze groep al een aantal jaren hebben, maar voor alle mensen die van een uitkering gebruik
moeten maken. Dus ik denk dat het toch belangrijk is om hier ook te melden dat Breda daar wel dege
lijk zelf al een aantal zetten in heeft gedaan. Het laatste punt betreft het verzoek voor een tussentijdse
rapportage. U heeft gehoord wat we allemaal nog van plan zijn. Ik moet eerlijk zeggen dat ik echt hard
mijn capaciteit nodig heb op het terrein van de jeugdgezondheidszorg en op die preventienota. Die
moet er volgend jaar ook komen. Ik zal mijn uiterste best doen om een tussentijdse korte rapportage
te maken, waarin ik u laat zien hoe het met al die actiepunten gaat, want ik begrijp dat u zeer betrok
ken bent bij deze nota. Ik zou u ook willen verzoeken mij niet precies aan die termijn te houden, ook
als dat ergens in de loop van 2005 is, want laat me vooral ook nog inzetten op die preventienota en op
de jeugdgezondheidszorg. U moet me geloven dat daar echt heel veel capaciteit in gaat zitten.
De VOORZITTER
Dank u wel. Nog iemand in tweede instantie? Neen. Dan zijn de complimenten weer graag aanvaard
en kunnen wij tot besluitvorming overgaan.
Akkoord.
13. INTERPELLATIEVERZOEK VAN DE FRACTIE-LEEFBAAR-BREDA/DE PAREL VAN HET ZUI
DEN.
De VOORZITTER
De heer Boer heeft het woord om de interpellatie in te leiden.
De heer BOER
Een korte inleiding. Ik denk dat iedereen de brief over het interpellatieverzoek heeft ontvangen. Wij
hebben dit interpellatieverzoek ingediend, onder andere omdat wij regelmatig berichten hebben ge
kregen over mensen die bang zijn om met de roltrappen te gaan. Vanmorgen kreeg ik een telefoontje.
Van een groep van 16 ouderen die over de brug waren gereden, waren er drie aan de Haagse Beem
denkant naar beneden gevallen. Een vrouw had zich behoorlijk verwond. Zij wilde meteen weer terug,
ze durfde de roltrap niet te nemen en wilde de lift pakken, maar de lift was kapot. Dat is gewoon een
van dé problemen die we hebben met de liftbrugweg. Voor de rest hebben wij een groot aantal vragen
gesteld in onze brief over het verzoek om interpellatie. Graag willen wij in eerste instantie hierop een
antwoord van de wethouder. Voorts hebben wij samen met het CDA een motie over deze materie
opgesteld. Die zou ik in eerste instantie willen indienen, want dan kunnen de fracties meteen hun me
ning hierover geven.
De VOORZITTER
Door de heer Boer is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoende on
dertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen.
De door de heer Boer, namens de fracties van Leefbaar-Breda/De Parel van het Zuiden en het CDA,
ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (3)
De leden van de raad der gemeente Breda,